Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk, wetenschap en technologie (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk, wetenschap en technologie (I)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inleiding
Denkt u, dit opschrift lezend, niet, dat hier een opstel van mijzelf volgt over bovengenoemd onderwerp. Neen, het is de (engelse maar vertaalde) titel van een studie, die ingeleverd is op de vergaderingen van de Gereformeerde Oecumenische Synode, die afgelopen jaar in Chicago bij elkaar kwam. Dit studierapport oogstte veel waardering.
En dat ik erover schrijf, is eigenlijk in opdracht van onze generale synode. Ons deputaatschap voor correspondentie met buitenlandse kerken kreeg o.a. als opdracht mee om ervoor te zorgen, dat er in de kerken meer bekendheid gegeven werd aan de rapporten van en voor de GOS. En dat zou ik dan via een paar artikelen willen proberen.
Lezers van ons blad herinneren zich misschien, dat ik na de vorige GOS, die van Nîmes 1980, een paar keer geschreven heb over het waardevolle rapport, dat toen behandeld is: „The Church and its Social Calling". Een aantal exemplaren van de daarbij toen aanvaarde richtlijnen is nog wel bij mij verkrijgbaar.
Toen de GOS dat rapport aanvaardde, werd de wens uitgesproken, dat eens in het bijzonder de verhouding bekeken zou worden tussen de kerk en de tegenwoordige stand van wetenschap en technologie. Welnu, het resultaat van die studie lag nu op de tafel van de GOS in Chicago in 1984. Eronder staan de namen van David P. Botha (Z. Afrika), Richard Mouw (USA) en de nederlanders A. Kouwenhoven en E. Schuurman. Het was geen geheim, dat prof. Schuurman, ook onder ons niet onbekend, een groot aandeel aan de totstandkoming van het rapport had.

Het rapport
Het studierapport knoopt aan bij de vorige studie over „De kerk en haar sociale roeping", o.a. dat daar gezegd is, dat de kerk in haar ambtelijke optreden in deze wereld zeker een viervoudige taak heeft, nl.:
a. het evangelie van het Koninkrijk te prediken en de wereld voor Christus te winnen
b. haar leden te mobiliseren, toe te rusten en te oefenen voor hun opdracht in de wereld
c. voorbede voor de wereld te doen; en
d. in diakonaat dienstbaar te zijn. Deze opdrachten werden nader uitgewerkt.
Evangelieprediking aan verloren zondaars is tegelijk prediking van het Koninkrijk. De kerk moet zichzelf in allerlei organisaties bewegen en de maatschappij verkerkelijken. Haar profetische taak geeft een geheel eigen kijk op de toekomst van het vervulde Koninkrijk. De vernieuwing van de schepping mag doorklinken. Men moet zeer voorzichtig zijn met het doen van kerkelijke uitspraken. Maar een betrokkenheid op de nood in onze tegenwoordige wereld mag nooit ontbreken.
Naarmate de kerk meer is wat ze mag zijn, het Lichaam van Christus, zal ze ook haar verantwoordelijkheid kunnen beleven. Anders zal daar geen sprake van kunnen zijn. Andersom behoort zij ook haar gelovigen te instrueren, hoe zij in de tegenwoordige sociale en politieke omstandigheden in de waarheid kunnen leven en verantwoordelijkheid kunnen dragen in de toepassing van het evangelie.
Toen in Nîmes het rapport over de sociale roeping van de kerk was aanvaard, zag men nog meer vragen liggen. Hoe moet de kerk staan tegenover de ontwikkeling van kernenergie en kernwapens, tegenover computertechniek en biotechnologie (reageerbuisbabies, genetische manipulatie), milieubederf, uitputting van natuurlijke hulpbronnen, abortus en euthanasie, groeiende technologie en het heengroeien naar een enkele wereldstaat?
Een andere vraag in verband met het rapport was: in het rapport is de roeping besproken, de heerschappij van Christus te laten gelden. Maar, wat te doen bij een voortschrijdende ontkerstening en het voorkomen van steeds meer antichristelijke invloeden? Aan de bezinning op deze vragen is het rapport over de plaats van de kerk temidden van techniek en wetenschap gewijd.

Evolutie en Revolutie
De moderne ontwikkeling neemt religieuze vormen aan. Gaat de evolutie, waarover men vroeger sprak (wij leven van een vroegere ontwikkeling, waarvan we het product zijn) over in een zodanige, waarin we zelf de hand hebben? Bepalen we de toekomst, die daarmee steeds beter moet worden? Voor velen is de technologie de motor van de vooruitgang in de cultuur en de groeiende wetenschappelijke kennis is er de brandstof van. Vroeger zei men: kennis is macht; kennis is vooruitzien in de toekomst. Toen reeds werd de mens zelf de maat van alle dingen. Door eigen kracht moet het verloren paradijs worden herwonnen. Nieuwe „scheppingen" en combinaties en bacteriën kunnen geneesmiddelen tegen kanker opleveren, een bepaalde selectieve reproductie van planten en dieren (en mensen?); bepaalde nodige voedingsmiddelen kunnen verbeterd worden. Door kunstmatige inseminatie en het verstrekken van antidepressieve middelen wordt het hele leven veranderd. Het gebruiken van anticonceptiva betekent een omwenteling in de positie van de vrouw en de plaats van huwelijk en sexualiteit. Vreedzame ontwikkeling van kernenergie wordt door de een als onvermijdelijk gezien; de ander is er vierkant tegen.
Christenen kunnen zich niet of te weinig opgewassen voelen tegen deze overrompelende ontwikkelingen. Zijn we onstuitbaar opgenomen in een geheel van een technologische toekomst, waarin we allen gelijkgeschakeld worden tot onderdeeltjes van één groot, alles omvattend, totalitair systeem?
Tegelijkertijd was en is er wel een tegenbeweging, die de revolutie tegen de evolutie stelt. Als technocraten stellen dat deze ontwikkeling het leven vergemakkelijkt en verlicht, wordt gesteld dat velen niét van deze dingen kunnen profiteren en dat men de problemen verschuift. In een later stadium zal men er weer voor staan: uitputting van grondstoffen, armoede van de derde wereld. Daarom moet er verzet, protest en actie zijn. De grote plannenmakers moeten gedwarsboomd worden. We moeten terug naar de natuur en de eenvoud. Tegenover de oude marxistische prediking van de revolutie moet nu de permanente revolutie gesteld worden: blijvend verzet tegen ontwikkeling en technologie zal ons terug naar de natuur moeten voeren, dat geen utopie, geen onbereikbare droom moet zijn maar in praktijk te brengen is.

Achtergronden
Juist in de westerse samenleving kon deze ontwikkeling komen, doordat hier de geestesontwikkeling ontstond, die we de renaissance, het rationalisme en de Verlichting noemen. Het geestelijk-culturele leven en de wijsbegeerte is in het Westen al eeuwenlang bezig zich van God te verwijderen en de autonome mens, die zichzelf tot wet en tot maatstaf stelt, in het middelpunt te stellen. Eerder sprak men nog wel van God, maar dat werd meer en meer van zijn inhoud beroofd. Met de ontwikkelingen werd God minder en minder nodig. Vandaag is Hij van het mensentoneel verwijderd.
Dat betekent ook, dat de strijd tussen evulutionisten (het moet steeds groter en beter worden) en de revolutionairen (de ontwikkeling moet gestopt worden; terug naar de natuur) toch plaats vindt op éénzelfde terrein: de ontkenning, dat we voor Gods Aangezicht leven. En de strijd tussen macht en vrijheid zal toenemen. De christen ziet dat de menselijke macht hem tot dictatuur en wanhoop brengt en dat het verlangen naar vrijheid hem tot woede en afbraak brengt.
Lang geleden gaf de Here de mens opdracht en bevoegdheid tot handelen en optreden in zijn wereld. De christen krijgt door Gods genade weer een plaats in een schepping, die, naar hij weet, vernieuwd zal worden. Maar, hoe kunnen we toch onze verantwoordelijkheid, ons rentmeesterschap, beleven? En toch, terwijl cultuur zonder God de dood in haar boezem draagt (uitdrukking van K. Schilder weleer), weet de gelovige dat God in Christus de wereldgeschiedenis regeert en dat Gods Koninkrijk komt. In dit geloof, deze hoop en verwachting worden christenen geroepen om het Koninkrijk te zoeken, ook in hun wetenschappelijk werk en hun technologische activiteiten. Het rapport gaat dus niet mee met hen, die zeggen dat christenen zich in dit opzicht van alle activiteiten verre moeten houden.
In een volgend artikel geef ik nog iets van het rapport weer.

K.B.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 februari 1985

De Wekker | 12 Pagina's

Kerk, wetenschap en technologie (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 februari 1985

De Wekker | 12 Pagina's