Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Om de toekomst van de kerk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Om de toekomst van de kerk

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gaan uw kinderen nog naar de kerk?
Nu al bijna drie jaar geleden heeft ds. J.H. Velema in ons blad het boek besproken, dat in 1982 onder die titel verschenen was, geschreven door de heer J. Jonker. Het was ook toen niet voor het eerst, dat er in onze kring en in ons blad over de jeugd en haar plaats in de kerk geschreven was. Hoewel Velema het uitgangspunt van dat boek afwees, was ook hij van mening, dat men zich niet met algemeenheden mag afmaken van het feit, dat steeds meer jongeren de kerk en de kerkgang als verleden tijd in hun leven beschouwen. Dit jaar verscheen van de onderzoeker Piet van der Ploeg onder de titel „Het lege testament" de uitkomst van een aantal gesprekken met „jonge kerkverlaters" in de stad Groningen, vooral onder ex-gereformeerden. Dit boek heeft veel pennen in beweging gebracht.
Wat onze kerken betreft, is na voorbereidende gesprekken tussen deputaten voor het contact met de kerkjeugd en het bestuur van de CGJO, de jongerenorganisatie in onze kerken, besloten, dat in het komende voorjaar een jeugdouderlingenconferentie zal worden georganiseerd door Jeugddeputaten, dat aan het onderwerp „kerkverlating" gewijd zal zijn, maar met de bedoeling, dat de positieve kant van de plaats van de jeugd in de kerk ook naar voren zal mogen komen. En nu, dezer dagen, presenteert de CGJO een brochure aan alle aangesloten jeugdverenigingen, aan predikanten en kerkeraden en ieder die het lezen wil, met de titel „Jongeren en ouderen verlaten de kerk".

Noodzaak
Het is niet uit weelde, dat de CGJO deze brochure heeft uitgegeven. Als het zo was, dat er in andere kerken een beweging aan de gang was, dat jonge mensen de kerk verlaten, maar in onze kringen niet, dan kon men nog wat meer afstandelijk zijn. Maar, en ook ik heb dat al eerder geschreven: dat kan niet meer! We kunnen niet meer op een afstand staan. We staan er midden in!
Het is wel waar, dat niet alle gemeenten er evenzeer onder te lijden hebben. Het is waar, dat er nog plaatsen zijn, waar jongeren massaal mee naar de kerk gaan, waar het verenigingsleven bloeit. Zelfs kan men zeggen: dat zijn vaak die plaatsen, waar men kritisch tegenover de CGJO staat.
Dat neemt toch niet weg, dat er een proces aan de gang is, dat voorlopig niet te keren is. Althans voorlopig; ook definitief? Een onderzoek door Youth for Christ onder Utrechtse studenten zou enigszins op een kentering kunnen wijzen; het is echter de vraag, of in het onderzoek niet teveel onzekere of toevallig gunstige factoren meespeelden. We zullen ermee moeten rekenen, dat de christenen in West-Europa in de nabije toekomst een kleine minderheid zullen vormen, zoals eerder in het Romeinse rijk; alleen hadden ze toen een toekomst vóór zich en nu een verleden achter zich.
Een zaak, die de CGJO-brochure terecht aansnijdt, is, dat aan de kerkverlating een proces van kerkvervreemding voorafgaat. De brand smeult voordat hij oplaait. Er is een onmerkbaar ziekteproces reeds gaande, voordat de patiënt klachten heeft. Het gif zit in de grond voordat men zich ziek voelt.

Geloof en gevoel
Als aan jonge mensen wordt gevraagd, hoe ze staan tegenover het evangelie, de kerk, de prediking, eventueel het belijdenis doen, dan beginnen ze, als ze praten willen, vanuit zichzelf te praten. Wat ze ervaren, positief of negatief, van de kerk, van de dominee, van de kerkmensen, van de dwang of de vriendelijke drang van hun ouders, van de spanningen in de wereld en in de kerk, van hun uitzicht of uitzichtloosheid op een baan. In alle gevallen: ze praten van zichzelf uit.
Daar komt in onze tijd nog extra bij, dat ze heel sterk vanuit hun persoonlijke kijk spreken. Ze zijn erbij opgevoed, dat ze tot ontplooiing mogen komen en kunnen zeggen, wat ze ergens van vinden. Dat hebben ze beter geleerd dan ouderen en dat doen ze ook ten opzichte van de kerk.
Nu heeft die kerk een verschijningsvorm. Zo en zo komen ze met de kerk in aanraking. Hoe dan ook, ze krijgen sterk te maken met sfeer en gevoel in de kerk. Ook al is dat in een kerk (als de onze) die sterk de nadruk legt op de noodzaak van een persoonlijk geloof, toch komen ze sterk, meestal van kind af aan, met hun gevoelsleven „de kerk binnen". Daar zeg ik niet van dat het verkeerd is, ik zeg wel dat het van begin af een zeker risico meebrengt.
Het geloof gaat niet zonder gevoel, maar het geloof is niet het gevoel. Het is heel moeilijk te definiëren, maar ik merk nog al eens, dat jongeren zeggen: dat geloof ben ik kwijt; dat gevoel dat ik eerder wel had, heb ik niet meer; of iets van die aard. Ik moet dan nog al eens verder praten in de richting van: heb je al wel ooit begrepen wat geloof is? Mensen kunnen heel gemakkelijk over geloof praten, zonder dat ze nog ooit geloofd hebben in de bijbelse zin van het woord.

Vervreemding
De brochure van de CGJO noemt, heel terecht, dit zware woord vervreemding. Het betekent een innerlijke verwijdering, een afstand, een je innerlijk niet meer (of nog niet?) verbonden weten met de dingen temidden waarvan je leeft. De kerkverlating is er vroeg of laat het gevolg van. Al een hele tijd kon er niet meer echt gepraat worden.
Hier ligt een heel diepe oorzaak van wat we vandaag zien gebeuren. In de brochure worden verscheidene citaten gegeven uit gesprekken met jongeren of uitingen van jongeren, die dit bitter schrijnend onder woorden brengen. Waar komt dit door, dat dit zo veel erger is dan vroeger?
We moeten bedenken, dat ook vroeger onze jonge mensen niet op het geloven aangelegd waren. We kunnen in Gods Rijk niet komen, tenzij we wedergeboren worden. Onze jongeren moesten altijd al leren geloven. En dat is het werk van de Heilige Geest. Het mensenhart was vroeger niet gewilliger dan tegenwoordig.
Maar vroeger was er een sterk gezag en een trouw gevolgde traditie. Waren die zaligmakend? Neen. Maar, onder Gods zegen konden ze een middel zijn waardoor de Heilige Geest het Woord in het jeugdige hart vastmaakte.
En juist daar, waar jongeren zo heel anders tegen gezag en traditie aankijken, daar ontstaan de moeilijkheden. Daar ontstaan ook de botsingen. De crisis van het gezag en het verbleken van de traditie zijn zaken, die men mag het betreuren of niet, onomkeerbaar zijn.
En juist dan en daar komt het erop aan, of er nieuwe kanalen zijn. Meer dan kanalen graven gebeurde er ook vroeger niet. Het eigenlijke deed en doet de Heilige Geest, door het Woord.
Dat moet ons vandaag moed geven, maar ook trouw en vindingrijk maken.

Luisteren
De kerk moet heel dicht bij haar jongeren gaan staan, nu velen nog praten willen. Naar hen luisteren betekent hen serieus nemen. In de brochure van de CGJO worden ook verschillende citaten gegeven, waarin hopend en biddend naar wegen wordt gezocht. Naar jongeren luisteren betekent niet hen gelijk geven of aan allerlei grillen en grollen toegeven. Dat vragen ze niet en dat willen ze niet. In Ambtelijk Contact heeft br. Joh. Vuyk op een indringende manier de vraag gesteld naar het bereiken van de jeugd in de preek. Als iemand die week in week uit preekt, ook voor de jeugd, voel ik me geweldig aangesproken.
Als een kind zo blij ben ik, als ik met mijn jeugd op de catechisatie spreken kan en af en toe echt een goed contact met ze kan hebben.
Wie uit de brochure van de CGJO de gedachte mocht krijgen: als je maar genoeg naar de jeugd luistert, ben je er zeker, die vergist zich.
Maar we hebben nieuwe kanalen nodig. Het water dat erdoor stroomt moet geen putwater zijn, ook geen leidingwater, maar bronwater. De bron stroomt nog steeds.
Daarom durf ik ook nog te preken. Omdat ik geloof, dat het de manier is, waarop de Heilige Geest nog steeds Zijn glorierijk en heerlijk werk wil doen. En onze jeugd wil meenemen, meeslepen, trekken met koorden van eeuwige liefde. En zo heb ik op mijn eigen manier, reagerend op het verzoek tot aankondiging van de brochure, haar bij u willen aanbevelen, terwille van de toekomst van de kerk. Het laatste woord zal er nog niet over gesproken zijn. Eerder schreef ik: alle hens aan dek. Nu schrijf ik: kanalengravers gevraagd. En moge Gods Geest ons niet verlaten.

K. Broersma

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 november 1985

De Wekker | 8 Pagina's

Om de toekomst van de kerk

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 november 1985

De Wekker | 8 Pagina's