Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verder in vertrouwen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verder in vertrouwen

De brochure van de Amersfoortse groep

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

In een gestencilde brochure van 25 bladzijden geven 25 predikanten hun visie op de situatie in onze kerken. Zij beschouwen hun woord niet als definitief, en ook niet als een positiekeuze. Ze geven enkele zaken aan, die naar hun gedachte aan de orde moeten komen. Welke zaken zijn dit? Het zijn ethische vragen, samenhangend met medische wetenschap, bewapeningstechnologie en automatisering, in een geheel veranderde wereld. In onze wereld is sinds de „Verlichting" een scheiding ontstaan tussen geloven en denken. Wij zijn - zo meent men - in onze kerken de discussie over deze dingen uit de weg gegaan. Enkelingen hebben zich met de ontwikkelingen wél bezig gehouden, maar het blijkt dat er binnen de kerken verschillende wegen worden gegaan. Vanuit de vreze des Heren moet de bezinning worden ter hand genomen. We kunnen de vragen niet ontwijken maar moeten verder: terugkerend tot de bron van de Schrift, in verbondenheid met de gereformeerde belijdenis, zoekend naar een manier waarop we „vanuit de Schrift en belijdenis, waaraan wij ons gebonden weten, eerlijk op de vragen van vandaag kunnen ingaan". Uitvoerig komt in dit geschrift de kwestie van het gebod ter sprake: de geldigheid en het functioneren ervan. Het gebod gaat alle mensen aan. Het is een gebod ten leven voor alle mensen van alle tijden, ook in de maatschappij en in de politiek. Ons handelen in de wereld kan niet worden losgemaakt van de God en Vader van onze Here Jezus Christus. Gods geboden zijn gave van het verbond. „Waar de gemeenschap met de God van het gebod (ten enen male) ontbreekt, kan het gebod op zichzelf mensen niet ten goede veranderen. We mogen dan weliswaar niet rekenen op erkenning van Gods goedheid in het gebod, maar we hebben deze wel te beargumenteren om zo het kwaad in te dammen. Het gebod moet het leven ook werkelijk dienen, en wel in de situatie, die aan wisseling onderhevig is. Dit kan niet betekenen dat de norm, die uit de Schriftgegevens afgeleid kan worden ook in iedere gebroken menselijke situatie zonder meer toepasbaar is. De kerk heeft tot taak om verbanden bloot te leggen, die er bestaan tussen het handelen van de mens en de achterliggende uitgangspunten. In de verkondiging moeten gewetens gevormd worden. Vaste patronen van vroeger zijn ongenoegzaam. Ook heeft ieder zijn eigen verantwoordelijkheid. Wetticisme is een gevaar. Ethiek kan gaan heersen over het evangelie. Men mag zich niet bij feitelijke ontwikkelingen neerleggen. Maar men kan Gods gebod ook niet hanteren als een regel, die wij zo maar in iedere situatie kunnen toepassen. Vaak staan we voor een dilemma, dat ons dwingt te kiezen tussen het minst kwade van twee kwaden".
Tot zo ver mijn weergave van de hoofdgedachte van de brochure. Er staan zeer wezenlijke zaken in deze bladzijden. Maar er zijn ook een paar vragen te stellen, bijv. over de betekenis en bedoeling van de verwijzing naar de Duitse christenen in 1932 met hun opvattingen omtrent ras, volk en natie. Ik meen dat wij, binnen onze kerken weinig verschil van mening over de apartheid hebben in Zuid- Afrika, terwijl het bekend geacht mag worden dat die Gereformeerde Kerk van Suid-Afrika zich tegen die apartheid gekeerd heeft. Daarom lijkt het wel wat ver gezocht, om op dit moment Zuid-Afrikaanse toestanden als illustratie aan te voeren voor sommige problemen, waarmee wij van doen hebben. Wij hebben geen verschil over de interpretatie van bepaalde feiten of gebeurtenissen, waaruit men de wil van God zou trachten af te lezen. Wij spreken over het functioneren van het gebod. Het functioneert slechts vanuit de genade van Christus. Maar houdt het op gebod van God te zijn, waar deze genade niet erkend wordt? Het gebod gaat immers alle mensen aan? Het is van alomvattende betekenis. Dan moet het ook betekenis hebben, als gebod Gods, waar het niet functioneert. Het wordt immers geen gebod in en door de uitwerking. Het is geldig voor alle schepselen, als gebod van de Schepper én Verlosser. Hier begint de problematiek. Men kan deze op vele manieren omschrijven. Het is mogelijk haar te benaderen vanuit de ethiek. En daarmee houden zich velen bezig. De vragen van de ethiek, in deze brochure genoemd zijn die van de medische ontwikkelingen, de militaire mogelijkheden en die van de computer-revolutie in het algemeen. De vraag voor ons is niet allereerst: hoe denkt de wereld over een en ander. Maar veeleer: wat zegt Gods Woord ons? En: waaraan mag men een christen houden. Is er dan tweeërlei ethiek mogelijk? Een voor christenen, en een voor niet christenen? Ja - en neen. Neen zeggen we; want Gods gebod geldt alle mensen. Daarom zijn de eisen van Gods wet ook geldig voor de wereld. Maar die eisen worden niet vervuld dan alleen vanuit het evangelie. Door de genade van de vergeving en van de vernieuwing. Daarvan heeft de wereld geen verstand. Dat moet haar bijgebracht worden. Betekent dit dat men aan een christen andere eisen mag stellen dan aan een wereldling? Ik meen van ja. De bergrede geldt de discipelen. Zij is niet een middel om de wereld te regeren. Dat gebeurt niet met Matt. 5, maar met Rom. 13. Daarom kan men zeggen, dat er tweeërlei ethiek is, niet als een dubbele moraal, maar als uitdrukking van het feit dat het onmogelijk is, dat wie Christus door een waar geloof is ingelijfd niet zou voortbrengen vruchten der dankbaarheid. De ethiek der kinderen Gods is bepaald door het gebod, dat regel wil zijn in het stuk der dankbaarheid. De wereld onderwerpt zich niet aan het gebod. Zij kan dat ook niet, hoe positief men de humaniteit ook waardeert, zij komt niet in aanmerking als het gaat om de vervulling van Gods geboden.
Daarom leidt de gang der dingen principieel, maar ook gezien de voortgaande brutalisering en verwereldlijking van de moderne cultuur er toe meer, veel meer dan voorheen aandacht te vragen voor een wél doorleefde en doordachte gemeente-ethiek. Gij geheel anders. Wij staan - in het Europese Westen althans - in een wereld die door het christendom is heengeslagen. Het is beter nooit van het evangelie gehoord te hebben dan het te verwerpen! Hoe laaiend is de spot en hoon van onze wereld ten opzichte van het geloof. Zij is verzadigd met anti-christelijke trekken. Zo komt de gemeente dichter in de buurt van het: Ik zend u als schapen in het midden van de wolven. En zo wordt het verstaanbaar, dat historische modellen niet meer voldoen om onze positie aan te duiden. De Lutherse tweerijken-leer valt evengoed als de gereformeerde theocratische opvatting geheel en al binnen het raam van oorspronkelijk christelijk gemenebest. De christelijke wereld behoort tot het verleden. Het „corpus christianum", de belichaming van het christelijk geloof verkeert in staat van ontbinding. Vijandschap openbaart zich, ook binnen democratische vormen; de anti-discriminatie houdt op bij het geloof. Daar openbaart de wereld die alles tolereert haar intolerantie. En het is ons voorzegd. Daarom moeten we niet ach en wee roepen. Maar we moeten opmerken, dat de Schrift vervuld wordt. „Wanneer gij deze dingen ziet, weet dan dat uw verlossing aanstaande is". De eschatologie (leer van de laatste dingen) komt uit het leerboek nu in de levenswerkelijkheid. Zijn dat geen grote dingen?
Daarom komt het er op aan, om de verhouding van kerk en wereld te bepalen. Twee rijken? Ja, maar niet meer Luthers, doch Augustiniaans. Daar is een rijk van God. En een rijk van Satan. Het wordt tijd, om Augustinus' werk over De stad Gods te lezen: een pelgrimerende kerk. Geen theocratie dus meer? Jawel, maar niet als een gegeven nu maar als een geschenk straks! Wereldmijding dus, zoals de vroege dopers? In ieder geval zonder hun revolutie. Zonder hun harde terreur. Maar ook het doperse model past niet meer, al zou het bijgesteld zijn. Wij zijn geen gemeente uit de vroege tijd, maar uit de eindtijd. De wereld zal het ons wel duidelijk maken, als we het uit Gods Woord niet reeds geleerd hebben.
Is het een wonder, dat we er moeite mee hebben? De kerk verstaat zo dikwijls niet meer wie en wat zij is. Wanneer het gaat over de taak van de kerk, zoals in deze brochure gebeurt, dan dient ons vóór dat ons de taakomschrijving duidelijk kan zijn, voor ogen te staan wie en wat zij is: uit de wereld weggeroepen. Volk van God. Lichaam van Christus. Tempel van de Geest. Als zij dat niet is heeft zij absoluut geen taak. Zij moet zichzelf zijn door de genade. De kerk is het koninkrijk niet. Maar zij getuigt er wel van. Zij predikt het als er sprake is van vergeving en vernieuwing. En zo spreekt zij van de Stad Gods, die komt. Naar mijn gedachte komt het eigensoortig karakter van de kerk in dit eschatologisch perspectief geheel niet aan de orde. Maar wil men spreken, dan moet het ook hierover gaan. Kerk! En dan eerst het netelige vraagstuk van Kerk en politiek, dat is: participatie van kerkleden aan een gebeuren in deze wereld.
Er is nog een gezichtshoek van waaruit men de dingen kan benaderen. Zij wordt in de brochure aangestipt in deze woorden: „Ook in ons dagelijks leven, in maatschappij en in politiek hebben we ons te stellen onder de regering van deze ene God, de Schepper en Verlosser" (blz. 15). De Schepper is de Verlosser. Maar daarmee is de Schepping nog niet de verlossing. We kennen de vereenzelviging van beide begrippen voldoende uit de geschiedenis van de theologie om te weten voor welke diepe vragen we hier staan. En ook hoe ver de wegen uiteenwijken, wanneer in dit belijden de lijnen niet zuiver worden getrokken.
Maar omdat dit een diepingrijpende theologische kwestie is, laten we haar hier rusten, in de hoop dat God ons en onze kerken de tijd zal gunnen en de genade om elkaar bij Schrift en belijdenis te vinden. Eén van zin.

W. van 't S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 januari 1986

De Wekker | 8 Pagina's

Verder in vertrouwen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 januari 1986

De Wekker | 8 Pagina's