Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hiernamaals of hiernumaals?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hiernamaals of hiernumaals?

6 minuten leestijd

„Daarom mijn geliefde broeders, weest standvastig, onwankelbaar, te allen tijde overvloedig in het werk des Heren, wetende dat uw arbeid niet vergeefs is in de Here." (1 Cor. 15:58).

Nog niet zo erg lang geleden is er in één van de landelijke dagbladen een hele discussie geweest over het leven na dit leven. Verschillende mensen werden in de gelegenheid gesteld hun - ook zeer verschillende - visie daarop te geven. Naar aanleiding van die visies kwamen er diverse ingezonden stukken van lezers in die krant. In één van die ingezonden stukken vroeg een lezer zich af: Waarom maken we ons zo druk over het hiernamaals? Hoe dat er allemaal uitziet moeten we maar afwachten. Het is veel belangrijker om bezig te zijn met het hiernúmaals; daar hebben we de handen toch al vol aan en we kunnen er beter voor zorgen dat we er voor het hiernumaals een beetje uit komen in plaats van filosoferen over het hiernamaals!
Helemaal onbegrijpelijk is zo'n reactie niet. Maar juist 1 Cor. 15:58 laat zien dat je dat toch niet tegen elkaar mag uitspelen. Méér nog; onze houding t.o.v. het hiernamaals bepaalt onze houding in het hiernumaals. Ons staan t.o.v. straks bepaalt ons staan nú! Het is niet onbelangrijk hoe we denken over het hiernamaals. Dat is in meer dan één opzicht niet onbelangrijk, maar het is ook en zeker niet onbelangrijk voor ons leven hier en nu.
Dat hele duidelijke verband legt Paulus in 1 Cor. 15. Hij heeft het in dat bekende hoofdstuk gehad over de opstanding. En de grote rode draad van dat hoofdstuk is: Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden, als eersteling van hen die ontslapen zijn. De dood is overwonnen. De eigenlijke oorzaak van de dood is de zonde, en de kracht der zonde is de wet, maar Christus heeft die kracht van de wet gebroken door de wet te vervullen, en daardoor de dood de wapenen uit handen geslagen. Want de zonde is verzoend en de dood staat daardoor met lege handen. Hij heeft het af moeten leggen, en daarom roept Paulus uit: Dood waar is uw overwinning? De overwinning is aan Jezus Christus, en Hij heeft dat in Zijn opstanding bezegeld. En de gelovige mag helemaal in die overwinning delen en dat betekent dat de dood niet meer het laatste woord heeft in hun leven. Er is dankzij de opstanding van Jezus Christus toekomst over de dood heen. De toekomst van het eeuwige leven in het Koninkrijk Gods. En die toekomst betekent geweldig veel voor het leven hier-en-nu!

Ja, als de dood het laatste woord had, wat zou alles er dan nog toe doen? Wat heeft alles dan nog voor zin? Wat heeft het leven dan nog voor zin, wat heeft het werk dan nog voor zin, wat hebben alle activiteiten dan nog voor zin? Kun je je dan maar niet beter bij alles neerleggen? En die vraag zal dan zeker opkomen als het moeilijk wordt. Wat voor zin heeft het om je best te doen, wat voor betekenis heeft het om te werken voor het Koninkrijk Gods? Die vraag stelt Paulus zelf ook: Indien ik te Efeze, naar de mens, met wilde dieren gevochten heb, wat baat het mij? Indien er geen doden worden opgewekt, laten wij eten en drinken want morgen sterven wij. En met die laatste woorden geeft Paulus de geest van het heidendom aan, die ook nu nog springlevend is. Ja, als er geen opstanding uit de doden is, valt alles vroeg of laat in het grote zwarte gat van de dood, van het grote donkere niets, nou ja, leef er dan maar op los en haal eruit wat je eruit kunt halen.
Maar neen: Christus is opgewekt. En de dood heeft het niet voor het zeggen, maar het Leven!
Dat heeft consequenties voor het leven hier-en-nu. Want daardoor komt alles te staan in een perspectief. Als dat perspectief er niet zou zijn, zou alles inderdaad los van elkaar staan, zonder enig verband, zonder enige zin. Maar doordat Christus is opgestaan en daardoor de dood heeft overwonnen, komt er perspectief in ons leven. Dat is het perspectief van de toekomst.
En zoals het in een perspectieftekening is, zo is het ook hier: alle dingen komen te staan binnen bepaalde lijnen, binnen een bepaald verband. Het verband van het Koninkrijk Gods, dat eeuwig is. Dat betekent wat voor je léven, dat betekent wat voor je werk, dat betekent wat voor je doen en laten.
Niet voor niets gebruikt Paulus dat woordje „daarom". De dood is overwonnen: daarom mijn geliefde broeders! Van het één loopt een lijn naar het ander. Van die toekomst loopt een lijn naar ons heden. Daarom, weest standvastig, onwankelbaar, te allen tijde overvloedig in het werk des Heren, wetende dat uw arbeid niet vergeefs is in de Here.
Dat dus eerst: standvastig, onwankelbaar. Die toekomst geeft je grond onder de voeten, vaste grond.
Wij mogen leven op de vaste grond
van Gods beloften en van Gods verbond. (Ps. 90:1)
Ik heb de vaste grond gevonden. Je hoeft niet overal en nergens naar steun te zoeken om het toch nog een beetje vol te houden.
Je hoeft niet al wankelend en tastend in het donker van onzekerheid je weg te zoeken. Er is de zekerheid van die toekomst. Op die zekerheid kun je áán, je kunt er staan en je kunt erover gaan.
Wat we dan ook dienen te doen.
Dat heeft ook alles te zeggen voor het werk: weest te allen tijde overvloedig in het werk des Heren. Daarmee wordt wat meer bedoeld dan alleen kerkelijke arbeid. De kring waarbinnen het werk des Heren gebeurt is ruimer dan de kring van de kerk. Er kon wel eens meer onder vallen dan wij in eerste instantie gedacht zouden hebben. Terwijl ook het andere waar is: dat werk, wat op werk des Heren lijkt, het in wezen niet is. Werk des Heren is het werk dat God Zijn mensen opdraagt, overal waar Zijn mensen staan en gaan. Daarin moeten ze overvloedig zijn. Niet zuinig. Niet bij kleine beetjes. Niet mondjesmaat. Maar royaal. Want is God zelf ook niet royaal?
Wetende dat dat werk niet vergeefs is. Niet voor niets. Niet waardeloos. De toekomst van het Rijk geeft er zin aan. Daardoor krijgen wij er zin in. Voor die toekomst zal het werk wat betekenen. Wij zien de lijnen daarheen niet lopen. Het zijn ook niet altijd zulke rechte lijnen. Wij kunnen een heleboel dingen niet direct plaatsen. Meer dan eens hebben wij het gevoel dat wat we doen hooguit tijdelijke betekenis heeft. Ook dat is trouwens niet niets. Maar het heeft toekomstbetekenis. En dat is méér. Wij zien niet hoe God dat doet. Maar zalig zij, die niet zien, en toch geloven.

C. van Atten

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 april 1986

De Wekker | 8 Pagina's

Hiernamaals of hiernumaals?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 april 1986

De Wekker | 8 Pagina's