Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Generale Synode 1986 in de Hofstad (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Generale Synode 1986 in de Hofstad (I)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eben Haëzer
Wanneer u de ruime en praktische ontmoetingsruimte van de kerk van 's-Gravenhage-Centrum binnenkomt valt uw aandacht al spoedig op een grote gevelsteen die geplaatst is aan de rechterwand van deze hal, met daarop de hierboven genoemde woorden.
Wie onbekend is met de historie van deze kerk zal zich enigszins verwonderen die steen daar aan te treffen.
Een gevelsteen - hoe sierlijk ook verfraaid - hoort niet in een ontmoetingsruimte maar aan de gevel.
De moderne stijl waarin de kerk aan de Spaarwaterstraat (want daar staat het kerkgebouw van de kerk van 's-Gravenhage-Centrum) gebouwd is liet het plaatsen van een dergelijke steen niet toe.
Waarom dan toch een steen in de ontmoetingsruimte?
Omdat deze steen afkomstig is van het oude, bij velen bekende, gebouw aan de Snoekstraat.
Dat gebouw staat er niet meer. Stadssanering maakte verdwijning van het gebouw waaraan zoveel herinneringen verbonden waren noodzakelijk. Moderne gebouwen staan en verrijzen nu in de binnenstad van Den Haag. De KERK (gemeente) van Centrum is er nog steeds.
Zij komt samen in een nieuw gebouw waar de oude steen te zien is. Met daarop de bekende en veelzeggende woorden uit 1 Sam. 7:12. Zoals Samuel eeuwen geleden een steen oprichtte opdat het nageslacht zich de daden van de Here zou herinneren, zo staat daar de oude steen uit de Snoekstraatkerk opdat de kerk van vandaag in een moderne wereld en in een totaal andere ruimte de historie niet zou vergeten. Wellicht is één en ander symbolisch voor de agenda van de Synode van 1986, en naar we hopen en bidden ook voor de besprekingen die tijdens deze Synode gehouden zullen worden.
Wanneer de laatste woorden van dit verslag geschreven zullen worden zullen we weten of het vurige verlangen dat in veler harten leeft vervuld zal zijn. Wanneer ieder zich realiseert dat we niet „zo maar" ruim 100 jaar afgescheiden kerk zijn en zich tevens bewust is dat de „ruimte" waarin we leven in die honderd jaar aanmerkelijk veranderd is kan onder Gods zegen die verwachting vervuld worden.

Constituering
Wanneer alle afgevaardigden van de vier Particuliere Synoden hun plaats in de kerkzaal - die nu het beeld van een vergaderruimte vertoont - hebben ingenomen „bestaat" de Synode nog niet. Wij kennen in onze kerken geen voortdurend bestaande Synode. Gelukkig niet. In opdracht van de vorige Generale Synode opent de praeses van de roepende kerk de vergadering. Drs. W.P. de Groot laat zingen ps. 100:2, 3 en 4 en leest met ons het Woord van de Here uit 1 Cor. 3:1-4:5. Daarna gaat hij ons voor in gebed en houdt de openingsrede. Daarover hier niet meer omdat deze rede - gedeeltelijk in extenso, gedeeltelijk in samenvatting - in ons blad wordt opgenomen.
Om dezelfde reden vindt u in dit verslag ook niets over de bidstond die de avond tevoren in de overvolle kerk van 's-Gravenhage-West was gehouden door de praeses van de vorige Generale Synode, ds. M.C. Tanis. De redactiesecretaris zorgde voor een snelle berichtgeving daarover in ons blad van 29 augustus en de preek zal zoals u daaruit ook weet in de vorm van een meditatie worden opgenomen. Na de openingsrede zingen we samen ps. 90:1 en 8.
Het blijkt dat de afgevaardigden allen aanwezig zijn. Ds. A.W. Drechsler, die zoals u weet ernstig ziek is en voor wie zowel tijdens de bidstond als in het gebed voor de opening ernstig gebeden is, is vervangen door ds. T.M. Hofman.
Helaas was ook ouderling S. Pieper afwezig door ziekte. Hij hoopt in de septembervergadering wel aanwezig te zijn maar is nu vervangen door ouderling J.O. Schouten.
Nu rest nog de verkiezing van het moderamen, de broeders die ditmaal leiding zullen geven aan de Synode.
Als praeses wordt gekozen ds. J.H. Velema, als eerste scriba ds. P. den Butter, als tweede scriba drs. J.C.L. Starreveld en als assessor de praeses van de vorige synode ds. M.C. Tanis. De verkiezing is vlot verlopen. Voor elke functie was slechts één stemming nodig.
In de pauze wordt wel de verwondering uitgesproken over het feit dat ook nu niemand uit de Part. Syn. van het Westen zitting heeft in het moderamen. Voorschrift is het niet dat uit elke P.S. iemand in het moderamen gekozen wordt. Het was wel gebruikelijk en daarom verwonderlijk dat dit sinds de Synode van 1977 niet meer is gebeurd. Omdat uw verslaggever zelf een „Westerling" is en opdat niemand zou menen dat persoonlijke ambities achter deze opmerking schuil gaan (hetgeen in genendele het geval is) laten we het bij het weergeven van het gehoorde in de wandelgangen. Bovendien: weergeven van het gebeurde op en rondom de Synode is ook slechts de taak van de verslaggever.

De leiding aanvaard
De taak van de roepende kerk, die bijgestaan door een commissie van voorbereiding vele maanden gewerkt heeft om alles wat nodig is voor de vergadering van een synode gereed te maken, is nu beëindigd. Nadat ds. De Groot de gekozen moderamenleden gefeliciteerd en hun Gods zegen toegewenst heeft maken de kerkeraadsleden van 's-Gravenhage-Centrum plaats voor het moderamen. De praeses die nu voor de vijfde maal een vergadering van een synode mag leiden neemt de hamer over en dankt - zichtbaar ontroerd - de synode voor het vertrouwen dat het moderamen geschonken is. „Moge de eenstemmigheid waarmee u het moderamen hebt gekozen prototype zijn van de eenstemmigheid van de komende vergaderingen", aldus ds. Velema. Hij verwelkomt de aanwezige hoogleraren (prof. Van 't Spijker is wegens een congres in Hongarije afwezig) en verzoekt hen als prae-adviseurs achter de moderamentafel plaats te nemen. Woorden van dank worden gesproken aan het adres van de roepende kerk (waarbij de praeses kort herinnert aan de synode van 1950, gehouden in de „Snoekstraatkerk") en aan ds. Tanis voor het „ontdekkend, profetisch en priesterlijk woord" gesproken tijdens de bidstond.
Zich richtend tot de vergadering zegt de praeses dat ons past schuldbelijdenis, ootmoed en verwachting zoals er was bij de dichter van ps. 69, die zeide: „O, God! Gij weet van mijn dwaasheid en mijn zondeschulden zijn voor U niet verborgen, maar ook: Maar mij aangaande, mijn gebed is tot U o, Heere!"
Vervolgens leest de praeses de verklaring naar art. 50 K.O. Een belangrijk ogenblik bij elke synodevergadering.
Door staande deze „Openlijke Verklaring" aan te horen betuigen alle synodeleden en prae-adviseurs hun instemming met de belijdenisgeschriften van de Christelijke Gereformeerde Kerken.
Zo iets mee te maken stemt altijd weer tot dankbaarheid en hoop. We mogen weten dat deze verklaring in onze kerken geen formaliteit is. Wanneer we steeds voor ogen houden dat de ware kerkelijke eenheid dan ook gelegen is in de binding aan Gods Woord en de Belijdenis kan het ondanks alle gevarieerdheid en verschil van inzicht toch een goede vergadering worden.
Daar wordt ook om gebeden.
Na het zingen van ps. 86:3 gaat de praeses ons voor in het gebed om Gods zegen over de arbeid van de synode af te smeken.
Na het amen klinkt ps. 122:3, het gebed om de vrede voor Jeruzalem.

Aan de arbeid
Er was grote belangstelling vanuit de kerken voor de opening van de synode, maar bij sommigen, naar ik - al weer in de wandelgangen - vernam, ook een klein gevoel van teleurstelling. Zij hadden gedacht nu meteen naar een aantal sprekers te kunnen luisteren.
Daarom voor de lezers van ons blad nog eens in het kort een paar opmerkingen over de werkwijze van een synode.
Synodeleden hebben in zekere zin weinig te zeggen. Niemand van hen kan vragen - wat b.v. op een kerkeraad wél kan - dat een bepaald onderwerp aan de orde gesteld wordt. Wanneer de synode begint ligt de agenda a.h.w. al vast. De synodeleden hebben de meeste stukken al maanden in hun bezit. Over het geheel genomen gaan die stukken over zaken die door de kerken (via classis en part. syn.) op de tafel van de synode zijn gelegd of over zaken die ons samen aangaan zoals zending, evangelisatie e.d. De meeste zaken lenen er zich niet voor direct in plenaire zitting (een vergadering waar dus allen het woord voeren kunnen) behandeld te worden. Bij zulk een werkwijze zou de synode veel te lang duren. Daarom worden er na de opening een aantal kleine commissies gevormd, die ieder een aantal stukken te bespreken krijgen. Van die commissies wordt verwacht dat ze ook voorstellen zullen doen t.a.v. de zaken die ze hebben besproken. Het samenstellen van die commissies is dan ook het eerste werk van het nieuwe moderamen, daarbij geholpen door de prae-adviseurs en de voorzitter van de roepende kerk. Deze kerk heeft immers alle stukken in ontvangst genomen en weet precies wat er al zo aan de orde moet komen.
Voor het beraad over die samenstelling schorst de praeses dan ook de vergadering. Het was inmiddels ook al bijna tijd geworden voor de broodmaaltijd die we konden gebruiken in de aula van de Van Hoogstratenschool tegenover de kerk.

P.N.R.

Wordt vervolgd

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 september 1986

De Wekker | 8 Pagina's

Generale Synode 1986 in de Hofstad (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 september 1986

De Wekker | 8 Pagina's