Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een gebed om vruchtbaarheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een gebed om vruchtbaarheid

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

„... bad zij tot den HERE... "

Het komt in de beste families voor, zeggen we: strubbelingen, meningsverschillen, ruzies tussen leden van één gezin. Maar soms gaat dat wel érg ver. Ontstaan er kloven, zelfs breuken.
Zoiets is erg. Je doet elkaar verdriet. Je berokkent de ander pijn. Je kunt zelfs elkaar het leven „tot een hel maken", zoals dat heet. Ruzie binnen het gezin, het is zonde.
En het gaat nog een stuk dieper ook. Hier dreigt namelijk onvruchtbaarheid. Weinig vruchten dragen, of helemaal zonder vrucht voor God en zijn Rijk. Dat moet in ons leven doorbroken worden. Dan is een gebed om vruchtbaarheid op zijn plaats.
Dat vind je in 1 Samuël 1. Een hoofdstuk, dat bepaald niet plezierig begint. De ellende druipt er aan alle kanten van af. Je treft er mensen aan, die niet opgewassen zijn tegen de situatie van hun leven. Die situatie is er dan ook naar! Twee vrouwen en één man, die aan elkaar verbonden zijn. Mensen, die elkaar niet kunnen helpen - en soms willen ze dat ook niet echt.
Neem nou Peninna. Ze tergt Hanna. Ze haalt haar mededingster het bloed onder de nagels vandaan. Nou ja, wat kun je verwachten, als de ander je rivale is! Maar het is wél het geval, zie je!
Peninna tergt Hanna. En doet daarmee ook Elkana verdriet.
Maar Elkana geeft daar ook wel wat aanleiding voor. Hij heeft Hanna lief. Maar hij tóónt dat ook, onverbloemd en ontaktisch. En dat nog wel tijdens de jaarlijkse offermaaltijd - door Hanna een dubbele portie te geven. Hanna, Elkana's eerste vrouw.
Waarschijnlijk moeten we ons de situatie zo voorstellen: Elkana was getrouwd met Hanna. Maar ze kregen geen kinderen. Daarom had de man later nog een tweede vrouw genomen, Peninna. Daarmee lijkt het probleem van Hanna's onvruchtbaarheid opgelost, zo met Peninna en „al haar zonen en dochters" (vs. 4 ).
Intussen zit dat fout, handelt Elkana in strijd met Gods bedoeling. En de gevolgen blijven niet uit. Want liefde kan hij eigenlijk voor Peninna niet opbrengen. De harmonie is verre te zoeken. Hij laat het toe, dat Peninna de zaak verziekt.
En de duivel speelt het klaar, dat dat nu juist op hoogtijdagen gebeurt, tijdens dat jaarlijkse verblijf in Silo, waar het heiligdom is. Het broeit al tijdens het bidden. En het komt tot een uitbarsting aan de offermaaltijd.
Verschrikkelijk! Een maaltijd, waarbij de HERE zélf Gastheer is. En dat dan de gasten zó met elkaar omgaan! Dan is de zegen weg. En wordt God diep gesmaad.
Hanna, ze heeft een grote achterstand opgelopen ten opzichte van Peninna. Ze heeft een liefhebbende man. Maar ze kan geen kinderen geven.
Kinderloosheid, dat betekent verdriet. Onvruchtbaarheid, het brengt smaad met zich mee. Hanna, ze hoort er eigenlijk niet echt bij. Wanneer het heil van Gods beloften in de toekomst gerealiseerd zal worden, dan zal zij daar niet in haar nageslacht bij zijn.
Dat is al erg genoeg. En daar dan ook nog venijnig aan herinnerd te worden, is het niet om bitter bedroefd te worden?
En Elkana, hij zit er wat hulpeloos bij. Hij kan de situatie niet aan. Blijkbaar durft hij Peninna niet tot de orde te roepen. Hij is haar immers dank verschuldigd, nu ze hem zonen en dochters gaf. Hanna probeert hij te troosten. Maar hij doet dat op een erg onbeholpen manier.
En wat hij dan zegt, „ben ik u niet meer waard dan tien zonen?" - je móet er wel vraagtekens bij zetten. Want wat heeft hij zélf gedaan? Toen Hanna hem geen zonen gaf, was zij hem blijkbaar toch niet genoeg waard!
Wat een ellende! Beter gezegd: wat een zónden! En daar komt bij, dat het gebed pas echt als láátste redmiddel gezien wordt.
Elk is met zichzelf en met zijn eigen kleine kringetje bezig. Terwijl de situatie van Gods volk op datzelfde moment verre van ideaal is. Maar wie denkt dáár nu aan? Wie komt er aan toe, iets te betekenen voor Gods Rijk?
Ja, en dan zijn de kinderen er ook nog. Kleine potjes, die ook oren hebben! Ze groeien op in een verziekte sfeer: ruzie, rivaliteit. Wat moet er van hen terecht komen! Leren ze bidden? Leren ze naar God zien? Krijgen ze onderwijs in het belang van Gods volk en de voortgang van zijn Rijk? Je zou zeggen: ze leren alléén maar, te denken aan zichzelf. Onvruchtbaarheid, alom!
De gevolgen van ruzie, gebrek aan liefde in het gezin, ze zijn erger dan we aan de oppervlakte waarnemen. Naast leed en nood, dreigt onvruchtbaarheid.
Beseffen we dat? Zien we, dat in zo'n situatie Gods eer in het geding is en in het gedrang komt? Het is een smaad voor Hem, dat Hij en zijn Koninkrijk buiten ons gezichtsveld vallen. Dat we daar niet aan denken, omdat we totaal vervuld zijn van eigen problemen, eigen wraakgevoelens, eigen verdriet.
Onvruchtbaarheid, een gevaar om tegen in het geweer te komen. Maar dat kan alleen in het geloof, door Gods genade.
Hanna beseft dat uiteindelijk.
Ze vraagt om een wonder: een kind.
Ze vraagt zelfs vrijmoedig om een nóg groter wonder: een zoon.
Het gaat haar derhalve om vruchtbaarheid, allereerst voor haarzelf en haar man. Maar uit haar gebed blijkt, dat zij, nú wél, aan God en zijn dienst denkt.
En de Here gééft vruchtbaarheid. Het wordt een zoon, voor Hanna en Elkana. Maar ook een zoon, die er zal zijn voor de HERE. Die dienstbaar zal zijn aan Gods volk en zijn dienst. Want het is Samuël, die geboren wordt.
En die heeft het volk naar de koning gebracht.
Het volk om de troon van David, de door God gegeven koning, verenigd. Die dienst bewijst Hanna's zoon Gods volk. Zo is hij vruchtbaar, voor Gods Koninkrijk!
Het is dan ook mede door de dienst van Samuël, dat wij om de troon van Koning Jezus kunnen komen te staan. Die Koning wil u en mij de dienst bewijzen, dat wij Hem gaan dienen, levend uit de verzoening, die Hij tot stand bracht.
En daar, om die troon, mogen we dienen. God wil, dat we vruchten dragen voor Hem.
Er is echter zoveel, dat dat vruchtbaar zijn belemmert - ook soms situaties in het gezin.
Daarom past ons een gebed om vruchtbaarheid. Dat is een gebed om genade en geloof. Want alleen in verbinding met Christus zullen we veel vrucht dragen.
Dat is een vragen om vergeving - voor de zonden in ons omgaan met elkaar binnen de kring van het gezin.
Dat is een gebed om bekwaamheid tot dienst.
En een gebed om de vruchten van de Geest.

J. Dol

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 februari 1987

De Wekker | 8 Pagina's

Een gebed om vruchtbaarheid

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 februari 1987

De Wekker | 8 Pagina's