Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn?

8 minuten leestijd

Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn? Romeinen 8 : 31b.

Wat kan het leven meer dan eens ingrijpend moeilijk zijn! Wat al spanningen bestaan er in de wereld, in ons land, in de kerken, in onze gezinnen èn mogelijk ook in uw eigen leven!
Terwijl anderen om u heen druk bezet zijn met allerlei vakantie-voorbereidingen - of misschien al met vakantie zijn - bent u door ziekte of invaliditeit aan huis of bed gebonden. Terwijl anderen vreugde en voorspoed hebben, wordt u geconfronteerd met verdriet en tegenspoed.
Hoe gemakkelijk kunnen er dan vragen in u opkomen, zoals: Bestaat er wel een God, Die alles ziet. Die alles weet en alles bestuurt? Waarom heb ik het dan zo moeilijk? Waarom overviel mij die ziekte? Waarom overkwam mij dat ongeluk, dat een streep haalt door al mijn berekeningen? Waarom moet ik zoveel pijn lijden? Waarom mag ik geen uitzicht hebben op genezing? Is mijn weg dan voor de Heere verborgen en gaat mijn recht aan God voorbij?
Maar. . . met al deze vragen, al die „waaroms", komt u geen stap verder. Zeker, u bidt wel tot God, maar het lijkt of de hemel van koper is. U leest wel in uw Bijbel, maar dat doet u niets! En u klaagt - misschien heel opstandig-: Alles zit mij ook altijd tegen!
Hoe komt dat? Zou het antwoord op deze vraag niet mede hierin gelegen zijn, dat wij in dagen van ogenschijnlijke voorspoed en welvaart, de Heere eigenlijk niet nodig hebben? Dat we dan zo gemakkelijk buiten Hem en Zijn Woord kunnen! Gebruiken we, eerlijk gezegd. God vaak alleen maar als een soort „Noodrem" in dagen van ziekte en tegenspoed? Dan moeten we ook niet verwachten, dat de Heere op stel en sprong uitkomst geeft. Nee, het komt er op aan, dat we God in héél ons leven leren nodig hebben. Niet alleen in droeve, maar ook in blijde omstandigheden. Niet alleen, zoals het doorgaans menselijk uitgedrukt wordt, als het méé-zit in het leven, maar ook, als het tégen zit. Inderdaad, de Heere heeft recht op uw en mijn gehele leven. Als we dit door genade leren, komen we ook anders tegenover God en Zijn leiding in ons leven te staan. Nee, dat betekent niet, dat dan opeens het ons opgelegde kruis verdwijnt, maar wel, dat we dan van God kracht ontvangen om ook het zwaarste kruis in ons leven te dragen. Dan leren we biddend-afhankelijk onze weg gaan, achter Hem aan. En dan komen we er ook achter, dat de Heere voor de Zijnen alle dingen doet medewerken ten goede. Alle dingen, niet alleen gezondheid, maar ook ziekte; voorspoed, maar ook tégenspoed. Zeker, dit is een moeilijke les, waarin de mens hier op aarde nooit uitgeleerd raakt. Maar ook. . . een uiterst leerzame les.
Welnu, als er één geweest is, die deze les goed geleerd heeft, dan is het wel de apostel Paulus. Zijn leven was ook ver van gemakkelijk, maar. . . hij wist, dat het door Jezus Christus verzoend was met God. Vandaar dat hij het in ons tekstvers uitroept: „Zo God vóór ons is, wie zal tégen ons zijn?" Aan deze uitroep willen we enkele nadere gedachten ontlenen.
Paulus staat in Romeinen 8 niet naast, maar midden in het leven. Hij ervaart, net als andere mensen, ook het moeilijke en verdrietelijke ervan. Maar weet u wat Paulus boven die moeilijkheden uit tilt? Het geloof, het oprechte geloof, dat hem houvast geeft midden in dé levensgrote problemen van elke dag. Paulus kent hèt Adres, waar hij met al zijn moeiten, zorgen en vragen terecht kan! Dat is voor hem: God de Heere, de Beschikker van ons aller lot en leven.
Vandaar dat hij het in Romeinen 8 zichzelf, maar ook alle ware volgelingen van Christus vóórhoudt, dat het lijden van deze tegenwoordige tijd niet is te waarderen tegen de heerlijkheid, die aan hen geopenbaard zal worden.
Waarin bestaat die heerlijkheid? In de door en in Christus gewaarborgde zekerheid van de erfenis, die al Gods kinderen wacht en waarvan zij, hier op aarde, vooral in moeite en zorgvolle dagen, reeds mogen genieten.
Als Paulus het leven mèt en uit God getekend heeft, vraagt hij: „Wat zullen wij dan tot deze dingen zeggen?" En dan is er maar één conclusie, de geloofs-conclusie: „Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn?"
Terecht, het „God-vóór-ons" is beslissend' voor het tijdelijke, maar bovenal voor het eeuwige leven. We hebben alleen werkelijk toekomst, we zijn alleen echt geborgen - voor heden en morgen, ja, tot in eeuwigheid - als God vóór ons is. Hierbij dringt zich direct de vraag aan ons op: Is dit voor u persoonlijk al werkelijkheid geworden? Staat God centraal in uw leven en geeft dat u zekerheid en kracht, zodat u uw weg, hoe moeilijk misschien ook, vertrouwend kunt gaan, achter Hem aan? Als we eerlijk zijn, moeten we erkennen, dat wij vaak meer leven bij wat we zien, grijpen en genieten kunnen. Als alles naar onze wens gaat, dan is het ons goed. Maar als het tegenloopt, dan weten we het vaak niet meer. Daarom is het zo nodig te leren leven uit Gods hand, in vóór-, maar ook in tégenspoed. We moeten leren vertrouwen in Gods leiding in ons. leven. Niet twijfelen aan Zijn liefde, niet bang zijn als het donker wordt.
Wat ligt er in het besef van Gods gunst voor de Zijnen een enorme kracht. Wat een sterk vertrouwen, dat de Heere de Zijnen niet zal begeven noch verlaten. Wat is Zijn liefde een schild, dat hen aan alle kanten dekt. Wat hen ook bedreigt, in de Heere kunnen zij gerust zijn. Nee, als God vóór ons is, betekent dit niet, dat Hij nu ook al onze wensen gaat vervullen. Immers, door de zonde is ons verstand verduisterd, ons inzicht beperkt en onze begeerte vaak zo verkeerd. Wij verlangen dikwijls naar dingen, die eerder schade dan winst opleveren. Maar de Heere weet wat goed voor ons is. Vandaar dat Hij ons soms dingen onthoudt, waar wij zo intens naar kunnen verlangen. Vandaar dat Hij in Zijn wijsheid met ons ook meermalen een moeilijke weg gaat, opdat wij ons des temeer zullen richten op (Hem. Daardoor wil Hij ons oefenen in het geloof, dat ook ziekte en tegenspoed ons uit Zijn Vaderlijke hand toekomen. Het geloof, dat ons leert: „Heere, wat U doet, is goed. Leer mij slechts het heden dragen, met een rustig, kalme moed."
God-vóór-ons! Die geloofswetenschap is het voornaamste, het enige, dat afdoende helpt. Zonder deze wetenschap kunnen wij, mensen, het vaak zo gecompliceerde, moeilijke en gejaagde leven, vooral in onze tijd, niet aan. Maar. . . als God vóór ons is, dan gaat het wel. Nee, dit is geen vanzelfsprekende zaak. Dit gaat niet automatisch. Niet zonder slag of stoot. Immers, door onze zondeval in Adam moet God tégen ons zijn. Wij, u en ik, hebben God op 't hoogst misdaan. Daardoor staan wij van nature vijandig tegenover God en Zijn bestuur. Dan willen we zélf de dienst uitmaken en proberen we van ons leven zonder God nog iets positiefs te maken. Echter, vroeg of laat moeten we dan tot het inzicht komen, dat al die pogingen buiten God om, mislukken. Gelukkig dan de mens, die het eens leert worden met de Heere en het belijdt: „Heere, naar recht moet U tégen mij zijn. Als U met mij doet naar mijn zonden, dan is het een verloren zaak."
Evenwel... als u zó voor God leert capituleren, wil Hij ook Zijn genade bewijzen. Hoe dit kan? Alleen door en in Jezus Christus. Hij heeft de zware last van Gods toorn tegen de zonde gedragen, wéggedragen. Voor wie? Voor hen, die oprecht in Hem leren geloven en het in alle levensomstandigheden van Hem leren verwachten. Dan is God niet langer tégen u, maar vóór u. Dat is vol troost bij alles wat hier beneden teleurstelt en verdriet doet. Dan geldt terecht: „Ik zal geen kwaad vrezen, want Gij, Heere, zijt met mij!" Er is geen macht of kracht ter wereld, die God kan weerstaan. Hij heeft in Christus zelfs de dood overwonnen en de satan verslagen. En in Christus' overwinning en zegen mogen al de Zijnen delen.
Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn? Als u dit gelovig beamen mag, vrees dan niet, maar vertrouw op de Heere met heel uw hart. Al komt alles er tegen op, al is uw leven nog zo moeilijk, uw ziekte nog zó ingrijpend, wanhoop niet! Zingt dan maar biddend-vertrouwend: „In de grootste smarten, blijven onze harten, in de Heer' gerust, 'k Zal Hem nooit vergeten. Hém mijn Helper heten. Al mijn hoop en lust!"

Veenendaal, P. den Hartog

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 juli 1987

De Wekker | 8 Pagina's

Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 juli 1987

De Wekker | 8 Pagina's