Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ambtsdragersconferentie najaar 1987 (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ambtsdragersconferentie najaar 1987 (I)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Conferentie met de lange naam
De ambtsdragersconferentie van het najaar van 1987, zaterdag 24 oktober, besprak een onderwerp met een lange naam: „Het spreken van de kerk rond ethische vragen en de individuele verantwoordelijkheid van de gelovigen".
De ambtsdragersconferenties binnen onze kerken mogen zich steeds in een zeer goede belangstelling verheugen. De Ichthuskerk in Amersfoort zit de laatste jaren echt vol, en dat was ook deze keer zo.
Het comité, dat de ambtsdragersconferenties tweemaal per jaar belegt, zoekt steeds onderwerpen die voor het functioneren van de ouderlingen en diakenen van betekenis zijn. Al een aantal jaren zijn dat onderwerpen, waarover binnen onze kerken niet gelijk wordt gedacht. Komt het daardoor, dat de conferenties zo veel belangstelling trekken?
Het is opmerkelijk, dat we heel vaak dezelfde gezichten zien. Maar ook veel jonge ambtsdragers komen er en dat is een goede en nodige zaak.

Opening
Het begin was een half uur eerder gesteld dan traditie was: nu tien uur, en dat zal voortaan wel zo zijn. Dus een half uur vroeger op de zaterdagmiddag naar huis, of een half uur langer gelegenheid om te confereren? Het tweede bleek het geval. Door de mist begonnen we tien minuten later. De kerk zat weer vol.
We zongen psalm 113:1, 2, 3 en 4. Gij 's HEREN knechten, looft de HEER. Wie is aan onze God gelijk? Op verzoek van de voorzitter, br. D. Koole, werd het openingsgebed verricht door uw verslaggever. In de vorige conferentie was de ziekte van zr. G.H. den Butter-Ippel juist bekend geworden. Toen was voor haar gebeden. In de afgelopen week is zij begraven. De voorbede was nu voor de familie.
De voorzitter las 1 Petr. 1:13-25, in dit jaar van de herdenking van de uitgave van de Statenbijbel ook in die vertaling. We zongen daarop psalm 119:12, 14 en 30. Ik klem mij vast aan uw getuigenis. Immers uw knecht is tot uw dienst genegen.
In het openingswoord werd een verantwoording van de inhoud van deze dag gegeven. Een kerkeraad had gevraagd: Waarom moest dit zo nodig? Waarom nu juist deze inleiders? Waarom altijd controversiële onderwerpen?
Het comité wil echter geen denkwijzen naar voren schuiven. We willen ieders keuze respecteren maar wel vrijheid hebben.
Met bescheidenheid mogen we toch wel zeggen, dat onze conferenties van de laatste jaren een matigende invloed hebben gehad op de spanningen binnen de kerken.
En wat de onderwerpen betreft: wat is er tegenwoordig eigenlijk niet controversieel? In grote of in kleine dingen, naar binnen of naar buiten, over prediking en liturgie, over persoonlijke ethiek of over wereldvragen als apartheid, kernbewapening, verhouding rijk en arm, geloof en natuurwetenschappen, geldbesteding (denk aan de feiten op de beurs van deze week), de vrouw in de kerk, fundamentalistisch bijbelgebruik, voorkeuren of aarzelingen bij beroepingswerk, waarover wordt eigenlijk nog gelijk gedacht? Er zijn ook moeilijke vragen.
Er is ook veel dat verbindt: we hebben het Woord; we hebben een theologische bezinning, er zijn praktische studies, er is een groeiend besef van kleinheid. We zijn aangewezen op de kracht van Gods Woord en beloften: volgens 2 Petr. 1 zijn wij begiftigd met grote en zeer kostbare beloften. Daarmee proberen we het weer samen.
En we zongen ps. 33:1, 7 en 11. Uit zijn vaste woning, waar Hij heerst als Koning, zien zijn godd'lijke ogen op al 't mensdom neer. Goedertieren Vader, stel uw vriend'lijk hart eeuwig voor ons open.

Toespraak prof. dr. W.H. Velema
Als eerste sprak nu professor Velema. Hij knoopte aan bij zijn rectorale rede van enige jaren terug over „Het spreken en preken van de kerk". Maar nu komt de vraag: In hoeverre moet men in prediking en pastoraat ingaan op actuele vragen, eventueel voorschrijvend en gebiedend?
In onze kerken is de persoonlijke verantwoordelijkheid altijd beklemtoond. Kan men de wel gegeven voorlichting ook anders interpreteren? Er is ook onder ons een (begrensd) pluralisme. Wat, als men tegenover elkaar staat?
Hoe komt een beslissing tot stand en is daar eventueel tucht aan verbonden? Het gaat om niet eenvoudige vragen. Het gaat er vanmorgen niet om, bepaalde uitspraken te evalueren of te kritiseren. Er is ook in onderling overleg afgesproken om niet op allerlei details in te gaan.
Een vaste regel onder ons is, dat de heiliging van het leven onlosmakelijk aan de rechtvaardiging verbonden is. De Here Jezus gaf de grote regel in Matth. 28: Alle volken tot zijn discipelen maken, hen dopen en hen leren te onderhouden al wat Hij geboden heeft. De Catechismus gaat in het derde deel uitvoerig op de geboden in. In de brieven vindt men algemene aanwijzingen en concrete zonden.
Men kan spreken van drie concentrische cirkels.
De binnenste betreft de blijvende betekenis van de Tien Geboden, vervuld door de liefde.
De volgende kring gaat over de concretisering; men vindt dit in vele brieven; het gaat om algemene toepassingen.
De buitenste cirkel gaat over datgene waarover Filipp. 1 en Col. 1 spreken: overvloedig te mogen zijn in helder inzicht en alle fijngevoeligheid, om te onderscheiden waarop het aankomt. Een uitstraling vanuit de kern in liefde en toewijding. Hier is een stimuleren zonder detailleren, een concreet maken van het leven naar het liefdegebod.
Er zijn tegenwoordig medisch-ethische en andere ethische vragen waarvoor men in de bijbelse tijd niet stond, vragen van macro- en van micro-ethiek.
Geldt Gods Woord hier ook? Ja, maar dat vraagt méér dan een citeren van teksten. Er is een ethisch beraad nodig. Probleemstellingen moeten verduidelijkt worden, kennis van zaken is nodig.
Waar heeft de kerk hier een taak? In de preek, maar vooral in pastoraal gesprek, en in een voortgezette catechese voor belijdende leden! Dat zou onder ons veel meer systematisch en ambtelijk gestructureerd gedaan moeten worden. In die ingewikkelde vragen van vandaag (kernbewapening, dienstplicht, kleinschaligheid, milieuzorg, medisch-technische problemen) is er een lange weg nodig.
Want: hoe langer de weg, hoe omslachtiger de afleiding uit de Schrift. Er zal verschil in gevoelen zijn. In goede discussies moet men elkaar dienen en soms elkaar dragen. Dat betekent duidelijk niet een ingaan tegen het gebod, geen goedkeuren van of medewerken aan het kwaad.
Met prof. Trimp kan men leer (doctrine) en tucht (disciplina) in verband zien, maar men moet niet meteen met tuchtmaatregelen aan komen dragen.
Mag de kerk verder gaan dan algemene regels? Leerzaam zijn in dit opzicht Acta van provinciale synoden van 1572-1620. In die jaren kwamen vele vragen op de tafels van de kerk. Het was een chaotische tijd, waarin de doorwerking van de Reformatie nog moest komen. Wij leven in een verwarde tijd, grotendeels ná het Christendom. Het is moeilijk om tegen de richtingen van de samenleving in te gaan. Ook vandaag moet de kerk zich met de concrete vragen wèl bezig houden.
We hebben een voorbeeld in de bespreking van echtscheidingsvragen op onze synode van 1959, toen uitgesproken is, dat de kerk ten opzichte van de overheid een eigen verantwoordelijkheid behoudt. Dat geldt vandaag in meer dan één opzicht. Wat moet een echtpaar met verwachting van een gehandicapt kind, als dokters op abortus aandringen? Zal een ziekenfonds in de toekomst financiële hulp weigeren? Wat moet men in een gemeentebestuur, in een medisch-ethische commissie van een ziekenhuisbestuur, in bestuur of medezeggenschapsraad van scholen, in woningbouwverenigingen?
Een gemeente-ethiek is nodig vanuit het Woord. Er is geen gebied dat buiten Gods Woord valt, dus ook niet buiten de aandacht van de kerk. Treffend was, dat tijdens de herdenking van de Statenvertaling enkele weken geleden prof. A.Th. van Deursen zei: Calvinisten zijn mensen die zichzelf èn aan elkaar vertellen wat ze moeten doen. Daartussen is geen wezenlijk verschil.
Op onze laatste generale synode was er een verrassende eenstemmigheid over de inhoud van de daar aangeboden rapporten over abortus en homofilie. Niet alle vragen waren daarin beantwoord, er werd wel een richting in gegeven. Daar mag men toch wel dankbaar voor zijn.
Buiten onze kerken wordt er veel aangeboden als in naam van Christus. Daar moeten wij niet aan meedoen. Het is wèl nodig om met elkaar wegen te zoeken in liefdevolle gebondenheid aan het Woord. En dan moeten gemeenteleden niet alles als betuttelend ervaren en zo bestempelen. Het is nodig, met elkaar door te spreken. Het is immers mogelijk om af te dwalen. Daarvoor moeten we elkaar behoeden. Ik bedoel niet met maatregelen te zwaaien. Die zijn maar het uiterste en laatste.
De kerkorde zegt, dat een meerdere vergadering niet zal doen wat op een mindere vergadering afgedaan kan worden. Maar ook, dat er dingen zijn die de kerken in het algemeen aangaan. Er zijn vandaag onderwerpen die een breder belang hebben.
Er heeft enige tijd onder ons een deputaatschap Kerk en Samenleving bestaan, dat twee rapporten gegeven heeft. Ik betreur het nog, dat dat deputaatschap in 1977 op de synode van Hoogeveen een zachte dood gestorven is.
Ik pleit voor voorzichtigheid en duidelijkheid, maar ook voor grenzen. We moeten elkaar onderwijzen, steunen en raad geven. Komt daar niet veel van terecht? Het is wel nodig. Er zijn werken der duisternis. Er is ook een bewaring van het Woord.
De Here Jezus leerde ons te dopen èn zijn geboden te onderhouden.

Intermezzo
Professor Velema kreeg een voorlopig dankwoord. Blijkens uw woorden deed u niet aan speculatieve geldbelegging. Een moderne vraag zou zijn: Mag een christen aan zoiets doen? De dichter van Psalm 15 waarschuwde er ook al voor. Wie wordt er in uw huis geëerd? Wiens hart niet overlegt ten kwade. Hij breekt zijn eden nimmermeer, hij woekert niet met zijn vermogen.
We zongen nu die psalm.

K. Boersma

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 november 1987

De Wekker | 12 Pagina's

Ambtsdragersconferentie najaar 1987 (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 november 1987

De Wekker | 12 Pagina's