Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De man tussen de mirten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De man tussen de mirten

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Dezen nacht heb ik een gezicht gehad: zie, een man, gezeten op een rood paard, en staande tussen de mirten in de diepte, en achter hem rode, voskleurige en witte paarden." Zacharia 1:8

Stelt u zich eens voor! 't Is donker. Midden in de nacht. Plotseling schuift het gordijn van het duister open. U hoort stemmen. U ziet beelden. En net als in een film . . . ziet u wat er staat te gebeuren. In de toekomst. In Gods toekomst.
Dat overkomt Zacharia, de profeet, in het jaar 520 voor Christus. Midden in de nacht ziet Zacharia. Nee, niet in een droom. Maar klaar wakker ziet Zacharia zijn acht nachtgezichten. Acht nachtgezichten, waarin God spreekt tot zijn profeet en tot zijn volk. Waarin God de toekomst voor ons open legt.

Het eerste nachtgezicht: De man tussen de mirten. Wat ziet Zacharia? Een man op een rood paard gezeten. En achter hem: rode, voskleurige en witte paarden. Een hemelse legermacht. Ze komen zojuist terug van een inspectietocht over de gehele aarde en brengen verslag uit aan hun aanvoerder.
Dit zijn zij, die de HERE heeft gezonden om de aarde te doorkruisen."
De ruiters zijn dus engelen, die behoren tot het leger van de HERE der heerscharen.
Zoals een koning - voor zijn komst - zijn dienaren op inspectie stuurt, zo zendt de HERE zijn engelen uit om een onderzoek in te stellen. Ze moeten daartoe de aarde doorkruisen en alles nauwkeurig nagaan.
Maar wat is hun verslag . . . 520 jaar voor de geboorte van Christus?
Zie, de gehele aarde verkeert in volkomen rust."
Dat is teleurstellend. Weet u waarom?
Omdat zowel Haggaï als Zacharia hebben geprofeteerd, dat de tijd van de Messias, de messiaanse heilstijd, niet zou komen, vóórdat er een geweldige beweging in de volkerenwereld gezien zou zijn.
De HERE zou eerst de hemelen en de aarde bewegen (Haggaï 2:22), opdat daaruit . . . het Rijk van God, het Koninkrijk der hemelen . . . te voorschijn zou komen. Dat is een teleurstelling.
Zie, de gehele aarde verkeert in volkomen rust" is het verslag van de hemelse ruiters. Hoe zou hun verslag in het jaar onzes HEREN 1988 zijn?
Voor Zacharia is het verslag van de engelen . . . teleurstellend.
Maar aan de andere kant ook . . . hoopgevend.
Want wie neemt vervolgens het woord?
Het is de aanvoerder van de hemelse legermacht:
De Engel des HEREN, die tussen de mirten stond."
De man op het rode paard.
Wat Zacharia, 520 jaar voor Christus' geboorte, hier ziet is niemand minder dan de Zoon van God. Hij is de ruiter op het rode paard. Aan Hem wordt verslag gedaan door de engelen, die de aarde hebben doorkruist. Hij is de man . . . tussen de mirten.
In de Bijbel is de mirt het teken van het komende rijk van God (Jesaja 41:19 en 55:13).
In de schaduw, tussen de mirten van het eerste nachtgezicht, staat de Engel des HEREN. Midden in het Rijk van God.
Het is misschien nog in de schaduwen verborgen. Maar, Zacharia heeft het mogen zien: Het is er nu reeds. En . . . het is er nog niet. Daartussen ligt de spanning van wat we . . . het geloof noemen.
Ja, . . . want 520 jaar voor Christus' geboorte ligt Jeruzalem nog in puin. De steden van Juda zijn nog niet weer opgebouwd. Ook waren nog lang niet alle ballingen naar het beloofde land terug gekeerd.
Gods toorn was nog niet van Juda afgewend. Maar dan, . . . dan is er de Engel des HEREN, de Here Jezus, die voor zijn volk bij zijn Vader bidt en pleit: „Hoe lang nog . . . ?" Houdt Gods toorn dan nooit meer op?
Het verwondert niet, dat het antwoord terstond uit de hemel komt. Het antwoord van de HERE op de voorbede van de Engel des HEREN bestaat uit goede en troostrijke woorden.
We lezen ze in vers 16 en 17: „Daarom, zo zegt de HERE: Ik keer in erbarming tot Jeruzalem weder; mijn huis zal daarin gebouwd worden . . . Wederom zullen mijn steden overvloeien van het goede; nog zal de HERE Sion troosten, Jeruzalem nog verkiezen."
Deze woorden van God worden vervuld onder Ezra en Nehemia.
Jeruzalem is herbouwd. De tempel in haar luister hersteld.
Het volk tot nieuwe bloei gekomen.
God woont weer in het midden van zijn volk. Maar nog rijker komt deze profetie tot vervulling in . . . Jezus Christus!
Hij staat daar in het eerste nachtgezicht als de Engel des HEREN tussen de mirten van het Koninkrijk van God. Dat Rijk komt. Wis en waarachtig. Wie burger van dat Rijk wil zijn, zal moeten knielen voor deze Ruiter op het rode paard.
Rood . . . de kleur van het bloed. Hij gaf zijn leven in de strijd om ons bestaan. Hij gaf zijn bloed als een volkomen plengoffer voor onze zonden.
En nog steeds staat de ruiter op het rode paard tussen de mirten van Gods Koninkrijk te wachten.
Te wachten op het moment dat Hij toestemming zal krijgen om Zich aan de mensen te openbaren.
En Hij vraagt ook vandaag aan zijn Vader in de hemel: „Hoe lang nog . . .? Hoe lang nog. . .? "

J.K.C. Kronenberg, Stadskanaal

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 januari 1988

De Wekker | 8 Pagina's

De man tussen de mirten

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 januari 1988

De Wekker | 8 Pagina's