Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Petrus Dathenus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Petrus Dathenus

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op 17 maart 1588 overleed in Elbing, een stad in het huidige Polen op de leeftijd van ruim 57 jaar, Petrus Datheen, een man, die met recht een van de belangrijkste figuren uit onze vaderlandse kerkgeschiedenis kan worden genoemd.
Men kan zich de reformatie in Nederland, en de stichting van de Gereformeerde kerken in deze streken niet voorstellen zonder deze bijzonder krachtige leidsman. Er is in de jaren van de grote vrijheidsoorlog tegen Spanje niemand geweest, die zozeer invloed heeft uitgeoefend op de kerkelijke gang van zaken, maar evenzeer op de politieke ontwikkelingen.
Twee namen waren enkele jaren aaneen op veler lippen: die van Prins Willem van Oranje en die van Petrus Datheen. Samen hebben ze gewerkt aan hun ideaal van de vrijheid voor het vaderland. Maar aan hun samenwerking kwam een einde, door een conflict, dat geleid heeft tot de gevangenschap van Datheen en tot zijn verblijf buitenslands.
Het is nauwelijks mogelijk ons de Nederlandse Gereformeerde Kerken voor te stellen zonder de activiteiten van Datheen. Hij was het, die aan deze kerken een psalmboek gaf, met daarachter de vertaling van de Heidelbergse Catechismus.
Zó is met zijn psalmen het boek van de enige troost het eigendom geworden van een kerk die werkelijk wel troost nodig had. Datheen was het ook, die aan deze kerk een aantal formulieren verschafte, waarmee haar liturgie enkele eeuwen aaneen een weg heeft gezocht naar de harten van de gelovigen. Zo had hij welbeschouwd de hand in al die dingen, die voor een eenvoudige gelovige al gauw het eigenlijke uitmaken van wat kerk is: een kerkboek, dat gebruikt wordt.
Toch reikt zijn betekenis verder. Uit volle overtuiging was hij overgegaan tot de Reformatie. In 1531 werd hij in het rooms-katholieke Zuiden geboren, hij kwam in een klooster te Ieperen, waar hij met evangelische denkbeelden op de hoogte kwam. Zijn breuk met de kerk werd definitief, toen hij dit klooster verliet en in Engeland in de Nederlandstalige vluchtelingengemeente een plaats ontving. Daar wenste men van zijn diensten gebruik te maken en zo werd aan zijn opleiding gewerkt: Schriftstudie en preekarbeid. Zijn keuze was niet voor de doperse opvattingen, ook niet voor de Lutherse manier van prediken, maar hij vond aansluiting bij het Calvinisme, waarvan hij een overtuigde aanhanger werd.
En dit betekende, dat hij, toen hij met een groot deel van de Nederlandse vluchtelingen Engeland moest verlaten, omdat daar „bloedige Mary" aan het bewind kwam, aansluiting zocht en vond bij die gereformeerde kerken in Duitsland, waar Calvijns invloed zich reeds had laten gelden: Frankfort en daarna Heidelberg. In deze laatste plaats verkreeg hij toegang tot invloedrijke kringen, die zich oriënteerden op Genève. En dit zou grote gevolgen hebben voor de Nederlandse kerken. In Heidelberg behoorde Datheen tot de overtuigde aanhangers van de gereformeerde opvatting, dat elke kerk haar eigen kerkeraad moest hebben. Ook al was de overheid tot de Reformatie overgegaan, dan betekende dit nog niet, dat er geen zelfstandige kerkelijke leiding noodzakelijk zou zijn! Integendeel, de kerk had haar eigen organen en op plaatselijk niveau was dat de kerkeraad.
Met deze gedachten bezield kon Datheen zich wijden aan de opbouw van het gereformeerde kerkelijke leven. Hij behoorde tot degenen die aan de wieg stonden van de synodale organisatie. Hij bekleedde telkens op de eerste synodes een leidinggevende functie. Hij koos positie tegen de halven van zijn dagen, de rekkelijken, die tegen overheidsinvloed niet opzagen en die over predikanten en ouderlingen laatdunkend konden spreken. Datheen werd de man, die het kerkelijke standpunt in het vizier hield en die zich niet liet afleiden van datgene wat naar zijn overtuiging behoorde tot de vrijheid van de kerk. Zo leverde hij niet alleen het materiaal dat een kerkdienst gestalte kon geven, maar zo zorgde hij niet minder voor een kerkelijke structuur, die in staat zou blijken om aan een kerk onder het vuur een werkelijke overlevingskans te bieden.
Het moet op dit punt gezocht worden, wanneer er voor het eerst tekenen zich voordoen van een verkoelende relatie tussen Prins en prediker. Datheen was in Heidelberg gaan behoren tot die leidinggevende kring, die een overzicht had over de politieke en geestelijke situatie van het protestantisme in West- Europa. Van deze kring uit geraakte hij in kennis met Willem van Oranje. Hij werd zijn vertrouweling. Hij diende hem niet alleen van advies, maar bemiddelde zelfs bij een huwelijk van de Prins. Vertrouwder kon het niet.
Datheen moet de Prins gekend hebben. Hij moet ook zijn diepste motieven hebben gepeild, die drongen tot dat „retarderen", dat altijd maar weer aarzelen en terugtreden, dat uiterst moeilijk tot een beslissing komen, dat aan zovele overtuigde Calvinisten grote moeite bezorgde om hem volledig te vertrouwen.
Waren het twee werelden? De wereld van de politiek en die van de godsdienst of kerk? Waren het twee levensbeschouwingen die botsten? Waren het slechts twee karakters die niet met elkander in harmonie waren te brengen?
Wie zal de veelheid van factoren kunnen beschrijven, die geleid hebben tot het conflict, waarin van beide kanten zulke harde woorden werden gesproken? De Prins zocht naar een politieke oplossing, waarbij grote winst scheen behaald te kunnen worden, zodat twee religies sámen de vrijheid tegenover Spanje zouden winnen. Datheen was overtuigd dat een politieke oplossing nooit mocht gaan ten koste van de gereformeerde religie. Toen in Gent een gereformeerde republiek werd uitgeroepen (1578) kwamen de zaken op scherpte staan. De Prins greep in. Datheen moest verdwijnen, maar keerde terug zodra het getij gunstig scheen. Opnieuw stonden twee mannen scherp tegenover elkaar.
Het was niet onduidelijk dat de gereformeerde synodes het belang inzagen van een verzoening tussen Datheen en de Prins. Maar deze kwam niet tot stand. In 1584 werd de Prins vermoord. Datheen werd in Utrecht gevangen gehouden en verhoord. Men liet hem gaan. Maar zijn tijd scheen voorbij. En in Elbing overleed Datheen, ver van zijn werkterrein, maar verzoend met de kerk in Nederland. Vierhonderd jaren kerkgeschiedenis hebben veel doen veranderen. Maar wat het wezen van sommige brandende kwesties betreft staan vandaag de zaken nog even gelijk er voor als toen. Religie en politiek: twee werelden? Of onafscheidelijk en blijvend verbonden?
Tolerantie is in een samenleving noodzakelijk: dat leerde Willem van Oranje. Krachtig getuigenis en als het kan: wezenlijke macht is voor een gereformeerd belijder geen schande: dat leerde Datheen.
Wij eren in de eerste de Vader des vaderlands. Wij gedenken in Datheen een mens met tekorten en gebreken, „maar anderzijds een instrument in Gods hand, om Zijn kerk hier op aarde in een tijd van vervolging en strijd, te leiden en op te bouwen" (Th. Ruys jr., Petrus Dathenus, blz. 286).

W. van 't S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 maart 1988

De Wekker | 8 Pagina's

Petrus Dathenus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 maart 1988

De Wekker | 8 Pagina's