Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nooit eens aanvechting gevoeld . . .?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nooit eens aanvechting gevoeld . . .?

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Graag wil ik ingaan op enkele reacties die het artikel „Ik zegde alle psalmen op die ik uit het hoofd kende" opleverde. Voor hen die misschien net Wekker-lezer zijn geworden of die het niet of maar vluchtig lazen: het ging in dit artikel over het nut van het uit het hoofd kennen van psalmen, andere Schriftgedeelten en geestelijke liederen in het algemeen, om er in situaties waarin we de bron waarin alles te vinden is, niet (meer) binnen handbereik hebben, op terug te kunnen vallen. Parate kennis van Gods Woord en van de berijmde psalmen is menig christen in het verleden goed van pas gekomen. Je bent - zo werd gesteld - er ook beter mee toegerust in je ontmoeting en gesprek met buitenkerkelijken/niet-gelovigen. En wat is nu mooier dan dat je in de eredienst vol lof- en boetepsalmen uit het hoofd kunt meezingen.
Allemaal prachtig, zo laat een lezer weten, maar mag ik als 61-jarige eens laten weten hoe het op dit punt met mij is gesteld? Op de zondagsschool heb ik destijds heel veel psalmen moeten leren. Thuis werd daarop vrij streng toegezien, zòzeer dat ik later in de eredienst heel veel psalmen uit het hoofd kon meezingen. Dat was dan natuurlijk in een gemeente waar de oude berijming werd gezongen. En dat is lange tijd zo gebleven. Toen we zo'n tien jaar geleden lid werden van een gemeente waar men uit de nieuwe berijming zingt, waren we weer sterk aan ons psalmboek gebonden. In de plaatselijke gemeente waartoe wij, nà opnieuw te zijn verhuisd, nu behoren, wordt tot op de dag van vandaag uit de oude berijming gezongen. En dat betekent dat we, na een aantal jaren uitsluitend uit de nieuwe berijming te hebben gezongen, nu weer wat meer in het (oude) boekje moeten kijken, op gevaar af anders een mixture van berijmingen te zingen. Verder wijst de schrijver dan nog op kinderen uit onze kerken die door hun ouders, uit overweging van de noodzaak van verantwoord christelijk onderwijs, naar gereformeerd-vrijgemaakte scholen worden gestuurd en daar een nòg weer andere berijming moeten leren. Schrijft u hierover ook nog eens iets, zo luidt de vraag.

Waarde van de oude berijming en aantrekkelijkheid van de nieuwe
Ja, wat hierop te antwoorden. Minder verhuizen, zou men schertsenderwijs kunnen adviseren, maar daarmee mag ik de vraag natuurlijk niet afdoen. Onze kerken kennen voor het gebruik in de eredienst twee berijmingen. In een groot deel van die kerken wordt (nog) uitsluitend uit de oude berijming gezongen, in een relatief klein deel uitsluitend uit de nieuwe, terwijl in een flink aantal gemeenten zowel uit de oude als uit de nieuwe berijming wordt gezongen.
Zelf behoor ik tot zo'n gemeente. Men erkent daar de waarde van de oude berijming en het recht van veel ouderen om zich met die berijming verbonden te blijven voelen en men onderkent de aantrekkelijkheid van de nieuwe berijming, waarmee onze kinderen inmiddels min of meer vertrouwd zijn geraakt. Van sommige mensen in de gemeente is bekend dat zij met ingegrifte kennis van de oude berijming, al hun best doen om zich zoveel mogelijk kennis van de psalmen in de nieuwe berijming eigen te maken. Dat is een goede zaak. Onze kerken hebben zich destijds in haar breedste vergadering voor de aanvaardbaarheid van deze berijming uitgesproken, weliswaar beseffend dat van een algemeen gebruik in de erediensten geen sprake zou kunnen zijn, anderzijds zich realiserend dat met name onze jonge mensen zich door deze berijming sterk aangesproken zouden kunnen voelen.
Het ware te wensen dat veel méér kerkmensen, jongeren en ouderen, zich de moeite zouden getroosten om zich de psalmen in de oude zowel als in de nieuwe berijming, vergelijkenderwijze en met de onberijmde bijbeltekst erbij, in directe kennis eigen te maken. Op de manier van een vrouw uit mijn eigen gemeente die zich tot wekelijkse taak stelde een psalm uit de nieuwe berijming uit het hoofd te leren, te vergelijken met de oude berijming en zo inzicht te krijgen in de Schriftuurlijke schatten (en de menselijke toevoegsels) die zowel in de oude als in de nieuwe berijming vervat zijn.

De Islamitische jongen in lijn 6
Overigens, of het nu om oude of nieuwe berijming gaat, de teneur van het destijds geschreven artikel was dat onder christenen van meer parate kennis van de bijbel en van de berijmde psalmen sprake zou mogen zijn. Van veel christenen geldt toch dat zij aan de persoonlijke omgang met het Woord en aan de persoonlijke recitatie van de psalmen in het drukke schema van onze cultuur niet meer of maar al te weinig toekomen. Om het nog even op die psalmen te houden: als we met trein of tram op reis of naar ons werk gaan waarom zouden we dan niet in een handzaam boekje de psalmen bij ons hebben om er af en toe tijdens de rit in te lezen?
Ik moest hieraan denken toen ik mij in de voorbije week op een vrij vroeg uur met lijn 6 naar de stad verplaatste, een lijn waarin men altijd, maar vooral op dàt uur, veel medemensen uit de etnische minderheden aantreft. Het was mij al eens eerder opgevallen, maar opnieuw zag ik hoe een Islamitische jongen ijverig in zijn gebedenboekje las en zacht murmelend de tekst opzegde, af en toe met afwezige blikken kijkend naar in- en uitstappende passagiers. Zouden wij ons er niet voor generen om zò met een psalmboekje in openbare vervoermiddelen te worden aangetroffen? Al eerder in deze kolom is gesteld dat het bij de onder ons levende medemensen uit andere culturen en met andere godsdienstige achtergronden, wat hun geestelijke oefeningen betreft, misschien op dwangmatige rituelen teruggaat, maar in het praktizeren van hun geloof kunnen ze ons in menig opzicht tot voorbeeld zijn. De geesteloosheid van onze tijd, waarover alom wordt geklaagd, hangt voor een groot deel ook samen met het verschijnsel dat van oefening in deze zin binnen het christelijk geloof niet meer zo sterk sprake is. Om niet te zeggen dat het er generaal gesproken slecht mee gesteld is.

Heel veel mogelijkheden
Dat brengt mij dan op een tweede reactie. Die had betrekking op de opmerking dat parate kennis van de bijbel en van de psalmen de christen van pas komt in de ontmoeting en het gesprek met de buitenkerkelijke medemens. De briefschrijver ontkent dat niet, maar stelt dat hij niet dan met grote aarzeling een gesprek over het geloof met zijn andersdenkende medemens aangaat en het is zijn indruk dat dit bij veel medechristenen wel zo zal zijn. Behalve dat het op zichzelf al moeilijk is geschikte invalshoeken en trefzekere woorden te vinden, is men vandaag niet méér dan een van de vele stemmen die zich op godsdienstig terrein laten horen. Op de markt van het leven wordt de mens met een bonte rij van geestelijke standwerkers geconfronteerd, die allen met overtuiging hun geestelijke waar als de meest verkieslijke aanprijzen. Wat zou ik er als christen aan kunnen toevoegen dat daar bovenuit gaat en de ander op de gedachte zou kunnen brengen dat mijn visie en levensinstelling misschien toch wel eens de beste zou kunnen zijn?
Het antwoord aan deze briefschrijver moet zijn dat niet zozeer, in elk geval niet allereerst, moet worden gedacht aan het getuigen naar buiten in min of meer georganiseerde vorm maar aan de ontmoeting en het gesprek met de enkele medemens, de buurtbewoners, de collega's, kennissen, vrienden, mensen met wie men misschien min of meer toevallig in contact komt, mede-vakantiegangers bijvoorbeeld. Het leven biedt ons ontzaglijk veel mogelijkheden en aanknopingspunten om aan mensen om ons heen iets goed over God te zeggen, iets aan hen door te geven van wat we zelf aan indrukken en overtuigingen uit het Woord van God hebben mogen overhouden. Nooit eens bij een begrafenis of crematie in een situatie verkeerd waarin u voelde dat uw ongelovige collega's op uw woord wachtten om de kilte van het gebeuren, bij afwezigheid van een stukje troost uit het evangelie, te doorbreken? Nooit eens de aanvechting gevoeld om als iemand in boosheid of uit verbazing de naam van God misbruikte, duidelijk te maken dat God ook nog op andere wijze aan te roepen valt? Nooit eens geprobeerd duidelijk te maken in kringen van mensen wier leven alleen maar vervuld is van zucht naar materieel gewin, dat er een geestelijk goed is waarvan het bezit en het geluk alles overstijgt en aan alles dat we hier op aarde mogen genieten alleen maar diepere zin geeft? Nooit eens een woord van bemoediging, aanmoediging of correctie, ontleend aan Gods Woord, bij de hand willen hebben om er iets mee te mogen betekenen bij ernstige ziekte, persoonlijke verliezen, huwelijksmisère, mismoedigheid in situaties van maatschappelijke tegenslag, wanneer zich deze dingen in uw onmiddellijke omgeving voordeden? En ze doen zich veelvuldig voor.
Nee, het gaat er dan niet om bijbelteksten letterlijk te citeren, maar wel om weet te hebben van de wijze waarop het Woord van God over en in allerlei situaties van het menselijk leven spreekt. Inzicht dáárin en wetenschap daaromtrent maakt het de christen, van de eenvoudigste tot de intelligentste, mogelijk om te rechter tijd, in passende mate en op gerichte wijze in allerlei omstandigheden waarin andere mensen verkeren, iets van de boodschap van Gods Woord door te geven. We doen het met z'n allen maar al te weinig, uit onwil, gêne, onvermogen, uit de gedachte ook dat ons onbeholpen woord toch geen of maar weinig soulaas zal bieden. Toch zijn er christenen die weten hoezeer een woord in eenvoud gesproken of geschreven, ontleend aan de bijbel en misschien bevestigd in eigen leven, voor anderen door God tot zegen werd gesteld. Van die christenen zouden er meer moeten zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 juni 1988

De Wekker | 12 Pagina's

Nooit eens aanvechting gevoeld . . .?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 juni 1988

De Wekker | 12 Pagina's