Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zaaien . . . in de Geest

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zaaien . . . in de Geest

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Want die in zijn eigen vlees zaait, zal uit het vlees verderfenis maaien; maar die in de Geest zaait, zal uit de Geest het eeuwige leven maaien." (Gal. 6:8)

Misschien overkomt het u ook wel eens, dat u iets moet zaaien: op het land, in uw volkstuintje of in de bloementuin. Op twee dingen moeten we dan altijd goed letten. In de eerste plaats dat we het juiste zaad zaaien: wie straks b.v. tarwe wil oogsten moet geen gerst zaaien. Maar in de tweede plaats dat we in de juiste aarde zaaien. Er zijn stukken grond, waar een bepaald gewas niet of nauwelijks gedijt. Vooral in het oude oosten kwam dat veel voor. Daar zou een verstandige boer zijn kostbare zaad niet in zaaien. Wat een teleurstelling zou dat immers zijn in de tijd van de oogst: een onaanzienlijk waardeloos gewas! We moeten er dus altijd goed op letten waarin we zaaien.
Maar dat is ook geestelijk zo. Paulus brengt in Gal. 6 deze beeldspraak over op ons geestelijk bezig zijn. We kunnen zaaien „in het vlees" en „in de Geest". Hij vergelijkt de Geest hier dus niet met het zaad, wat we eerder zouden verwachten, maar met de grond. De Geest van Pinksteren is een vruchtbare voedingsbodem, waarin we moeten en mogen zaaien.
Wat bedoelt Paulus hier precies? Hij heeft het in dit gedeelte over het geven van onze gaven voor de dienst des Heeren: dat allen die in het onderwijzen van het Woord werkzaam zijn, onderhouden worden (vs. 6); dat we wel zullen doen aan allen en het meest aan de huisgenoten des geloofs (vs. 10). De Geest is dus de akker Gods, waarop ons geld, onze tijd, onze gaven uitgroeien tot iets groots: het eeuwige leven. Hij roept ons op om maar veel in de Geest te zaaien. Dat lijkt soms verlies, maar het is winst. Al wat gedaan wordt uit liefde tot Jezus, dat houdt zijn waarde en zal blijven bestaan.
Zaait u in de Geest? Het is immers Pinksteren geworden. Vertrouwt u veel toe aan deze akker? Of vindt u het vaak zonde van de tijd en zonde van het geld als u bezig bent voor Gods Koninkrijk?
Wat besteed jij, jongen of meisje, aan de Heilige Geest? Wat zaai jij op deze akker? Jij hebt zo heel wat te zaaien: geld, vrije tijd, je jonge krachten, bijbellezen, gebed, meedoen aan verenigingswerk . . .
Maar, denkt iemand, moeten we het dan verdienen? Neen, we kunnen slechts uit genade zalig worden. De Heere heeft niets van ons nodig. Hij wil ons echter wel inschakelen. En dat dóet Hij ook. Als de Heere me te sterk wordt en ik Hem leer kennen in Zijn reddende liefde, ga ik mezelf verliezen aan Hem. Dan leer ik mezelf met al mijn mogelijkheden en krachten zaaien in de Geest; dan vallen er gebeden, tranen, schuldbelijdenissen, lofzangen, maar ook ga ik voor Hem opkomen, van Hem getuigen en anderen helpen. En wie dat mag doen, zal het eeuwige leven maaien. Een „zaaiend" leven met de Heere is dus geen verloren leven.
Weet u wat wel een verloren leven is? Wanneer je „in je eigen vlees zaait". Dat is de andere mogelijkheid die Paulus hier noemt. Leven voor jezelf op een egoïstische manier. Leven zonder de Heere. Leven voor je eigen plezier alleen, voor je eigen genot alleen. Dat alleen maar je „eigen vlees", dat is dat je aardse bestaan buiten God, aan zijn trekken komt. Dan hoef je nog niet altijd een losbandig leven te leiden. Dan kun je ook nog min of meer trouw in de kerk komen.
Wat zijn er vandaag een mensen die zo leven: voor Gods Koninkrijk is een bedrag al gauw teveel, maar voor de eigen vakantie nooit; een kerkdienst is al snel te lang, maar een favoriet programma nooit; één avond voor het verenigingswerk kan er niet af, maar méér dan één avond voor de favoriete sport of hobby moet hoe dan ook kunnen. Maar wie zo leeft, hoe kerks ook aan de buitenkant, zal straks de verderfenis maaien.
Laten we ons leven toch eens eerlijk nagaan. Waar zaait u in? Waar zaai jij in? Het is Pinksteren geweest. Zaaien buiten de Geest is werken aan een verderfelijke oogst. En dat is toch dwaas.
De zaaitijd voor de oogst van de jongste dag is met Pinksteren begonnen. En u wilt toch het eeuwige leven maaien straks? Het groeit alleen maar op de akker van de Geest.
Wat een bemoediging zit er in deze tekst voor ouderen en jongeren. Om ons heen zien we zoveel mensen in de akker van hun vlees zaaien. Ze hebben het zo goed. Ze hebben zoveel plezier. Soms zijn we er bijna jaloers op. Maar in de Geest groeit een eeuwige erfenis. Straks als het op maaien aankomt, zal Gods Kerk juichen en zal de wereld ten onder gaan. Zaaien in de Geest.
En hoe meer nu die Geest doorwerkt, hoe meer we in verlegenheid komen. Want wat heb ik nu voor waardevols te zaaien? Alles is toch ten diepste onvolkomen.
Maar het is Gods werk. Hij gebruikt ons onvolkomen zaad. Ons onvolmaakte werk. Onze gebrekkige opvoeding. Ons gebedsleven dat nog veel trouwer zou kunnen zijn . . . en daaruit groeit het eeuwige leven.
Ja, die oogst is en blijft Gods werk.
Ik wens u en jou een „zaaiend leven" toe.

Zierikzee, B. de Graaf

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 juli 1988

De Wekker | 8 Pagina's

Zaaien . . . in de Geest

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 juli 1988

De Wekker | 8 Pagina's