Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gezegend in Christus (In Christus II)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gezegend in Christus (In Christus II)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het thema dat Paulus in het eerste hoofdstuk van Efese ontvouwt, raakt, wanneer we de verzen goed gelezen hebben vooral drie weldaden. Het eerste is: verkiezing in Christus. Het tweede spreekt over verlossing in Christus. En het derde raakt de verzegeling in Christus.
In Hem uitverkoren!
In Hem hebben wij de verlossing door zijn bloed!
In Hem zijn wij ook verzegeld met de Geest der belofte!
Deze drievoudige zegen wordt door Paulus omschreven in vs. 3 van Ef. 1: God heeft ons met allerlei geestelijke zegen in de hemelse gewesten gezegend in Christus. Het is de moeite waard, om een enkel woord te onderstrepen:
1. Allerlei zegen. Dat ziet op een volheid van zegen, die vooral in de gevarieerdheid bestaat. God heeft meer dan één zegen. Er is een zegen van verkiezing, en een zegen van verlossing. Daarbij komt de onuitsprekelijke zegen nog van de verzegeling. Over elk van deze drie wordt in het vervolg gesproken. Eerst over de vrije en souvereine verkiezing waarmee God, zoals er staat, ons te voren bestemd heeft tot zonen van Hem te worden aangenomen. Daar staan we voor de bron van alle heil, Gods genade, die - hoe men haar ook benoemt -, altijd en overal onverdiend is. Naast deze verkiezende genade is er sprake van verlossende genade: verlossing in het bloed van Christus. Daar staat de verzoening centraal, het kruis van Golgotha, het werk van de Zoon, die tot in de verlatenheid van het kruis gehoorzaam is geweest aan de Vader. Onze theologie is theologie van het kruis. En na en naast deze verzoening is er dan de verzegeling met de Geest waardoor Gods kinderen niet alleen verlost worden, maar waardoor ze er ook zekere en onwrikbare kennis van dragen, dat ze verlost zijn.
Men ziet, dat de velerlei zegening samenhangt met, of ook ontvangen wordt van de drieenige God: Vader, Zoon en Heilige Geest. De gevarieerdheid, die er in de volheid van goddelijke zegeningen is op te merken, is die van de trinitarische zegen.
We belijden niet voor niets, dat het in de Schriften gaat om de openbaring van de drieenige God. Die belijdenis raakt het hart van het christelijk geloof. De Islamiet kent deze belijdenis niet, de jood evenmin. De volheid van het christelijk belijden komt hier openbaar.
Maar niet alleen openbaart God zich zo in zijn Woord, ook in de ervaringen, de bevindingen, die in het leven van het geloof een plaats krijgen, zijn het deze onderscheiden zegeningen, die gekend worden. En het maakt de rijkdom van het geloofsleven uit, wanneer het zich naar de Schriften kan ontwikkelen en ook wanneer het uit de Schriften gevoed wordt, dat we de zegen Gods leren kennen als die van de drieënige, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
2. Er is in vs. 3 sprake van een zegen, die geestelijk wordt genoemd. Allerlei geestelijke zegen. Ongetwijfeld wordt daarmee de rijkdom van de nieuwtestamentische gemeente aangeduid. In het Oude Testament is sprake van een zegen, die vooral aardse aspecten vertoont. Het land der belofte was rijk aan aardse tekenen van de gunst van de Here. Aardse voorspoed was veelal een bewijs van Gods goedheid. De aartsvaderlijke zegen sprak van een lang leven in het land, van voorspoed en rijkdom. Men kan niet zeggen, dat deze aspecten in het Nieuwe Testament zijn verdwenen. Maar zij zijn toch voornamelijk in de veel diepere kleuren van geestelijke zegen aangegeven. Een nadere aanduiding daarvan hebben we in de woorden, die volgen. Er is sprake van een geestelijke zegen, in de hemelse gewesten. Daarmee wordt niet alleen de oorsprong, maar ook de aard en het karakter van de geestelijke zegen beschreven. De zegen, die de drieënige God aan zijn kinderen geeft is niet van aardse oorsprong. Zo aardsgezind als wij zijn kunnen wij haar niet ontvangen. Vlees en bloed beërft het koninkrijk niet. Wij moeten veranderd worden. Van burgers van deze wereld moeten we burgers worden van het koninkrijk der hemelen. Ons domicilie moet verplaatst worden. En wij moeten gaan zoeken de dingen, die boven zijn, waar Christus is. Niet die op de aarde zijn. Waar de schat is, daar zal ook het hart zijn.
Het is opmerkelijk, dat de uitdrukking, die hier vertaald is met hemelse gewesten, in deze Efesebrief enkele malen voorkomt: 1:20; 2:6; 3:10; 6:12. Hemels is deze geestelijke zegen: zij wordt ook in de hemelen bewaard, totdat zij in haar volle rijkdom eenmaal ten volle geopenbaard zal worden.
3. Opmerkelijk is in dit derde vers vooral, dat er drie maal sprake is van een zelfde woordstam. Gezegend . . . Zo is deze vertaald. De drieënige God is het die ons gezegend heeft met allerlei geestelijke zegen. Zijn zegen is het, die ons werkelijk rijk maakt. En waar deze rijkdom verstaan en beleefd wordt, daar komt het tot een zegenen van God door de gelovigen. Hij zegent ons. Dat is het eerste. En waar deze zegen doorkomt, daar zegenen wij Hem. Wat een verschil!
Oneindig verschil tussen Gods zegenen van ons, en ons zegenen van God! Wanneer Hij het goede over ons spreekt (want zo zou men letterlijk het woord kunnen vertalen), dan is er zegen, in rijke schakering. Dan zijn we werkelijk gezegend. Zijn spreken volbrengt de zegen. Zijn Woord wordt altoos trouw volbracht.
Hoe geheel anders staat het met ons zegenen. Wanneer wij goed spreken van God (Hem zegenen, of loven en prijzen), hoe gebrekkig en onvolmaakt is dit, hoe onvolkomen! Wat een verschil is er dus! En toch: het is één woord. Het is ook één werk. Wanneer God ons werkelijk zegent, zodat we er klein onder worden en onze geringheid gevoelen en belijden, zie dan klimt die zegen tot God zelf weer omhoog. Dan is het uit Hem, en door Hem en tot Hem. Dan eindigt het kind van God in Hem, van Wie het alleen maar goed kan spreken. Zo keren de zegeningen die God ons geeft, de geestelijke zegeningen, tot Hem zelf terug in de vorm van de lofprijzing van de gemeente. Geloofd zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus!
4. Merkwaardig die uitdrukking: De God en Vader van onze Here Jezus Christus. Zij herinnert ons er aan, dat het heil, het geestelijke heil dat zulk een hemels karakter draagt, een zaak is, die zich allereerst afspeelt tussen de Vader en de Zoon. Is het te hoog gegrepen, wanneer we hier denken aan de Raad des Vredes, het goddelijk overleg, waarin over ons beslist werd?

De God en Vader van onze Here Jezus Christus. Wie zou hier niet denken aan het woord, dat Christus na zijn opstanding sprak tot Maria: Mijn God en uw God. Mijn Vader en uw Vader. Wat een oneindig verschil tussen het Vaderschap Gods over zijn eniggeboren Zoon en zijn Vaderschap over zijn kinderen. Welk een oneindig verschil eveneens tussen het kindschap van de Zoon en dat van degenen, die om zijnentwil tot kinderen uit genade zijn aangenomen. De eigenlijke beslissingen vallen in de verhouding van de Vader en de Zoon. Zie, Ik kom om uw wil te doen. Dat is het Woord, dat vlees is geworden.
Maar vergeet niet, dat er staat: de God en Vader van onze Here Jezus Christus. En leg dan de nadruk op het onze.
Luther zei eens, dat het heil van God in de kleine bezittelijke voornaamwoorden tot ons komt. Mijn Here Jezus Christus. En hier: onze Here Jezus Christus. Dat duidt er op dat het eeuwige heil slechts tot ons komt in Christus. En Christus komt tot ons in de prediking van de belofte, bekleed met het evangelie. Christus, de Middelaar. In Hem ontvangen we alle heil, d.w.z. in gemeenschap met Hem alleen. En zo heeft zich de geheiligde aandacht van ons hart te richten op Christus. Zoekt u een God en Vader? In Hem, in Christus vindt u Hem.
Zoekt u een waarachtige geestelijke zegen? In Christus is zij. Zoekt u hemelse troost? Waar anders zult ge haar vinden dan alleen in Christus.
Zoekt u de lofzang op een drieënige God, een hemels lied met iets erin van de eeuwige vreugde? Zoek het lied in Christus. En zo zal het komen tot het: Gezegend zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus!

W. van 't S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 september 1988

De Wekker | 12 Pagina's

Gezegend in Christus (In Christus II)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 september 1988

De Wekker | 12 Pagina's