Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een doorgaand appèl op onze kerken (II)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een doorgaand appèl op onze kerken (II)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onder bovengenoemde titel schreef ik een „Nader bekeken" met het oog op een aantal publikaties van Vrijgemaakte Gereformeerde zijde, vooral officieel-kerkelijke.
Deze keer wil ik nog een paar beschouwingen vastknopen aan enige andere belangwekkende geschriften.

Het zijn de volgende:
- „Doleantie - Wederkeer", opstellen over de Doleantie van 1886 onder redactie van D. Deddens en J. Kamphuis, uitgave van Vijlbrief in Haarlem, prachtig uitgevoerd en geïllustreerd, prijs ƒ 45,50. In dezelfde uitvoering als „Afscheiding - Wederkeer", waarvan reeds de derde druk verscheen voor de prijs van ƒ 39,50.
In dit boek trof mij vooral het schitterende opstel van drs. D. Deddens over het Doleantiekerkrecht en de Afgescheidenen. Deze verzuimt niet, de bespreking over de Doleantie te waarderen, die vele jaren geleden prof. J.J. van der Schuit gaf van het Doleantiestandpunt in zijn boek „Afscheiding en Doleantie, getoetst aan het Handboek van het kerkrecht der Doleantie".
Zeker, over de Doleantie hebben wij sinds 1892, eigenlijk sinds 1886, altijd anders gedacht dan de Gereformeerden, dus ook dan de Vrijgemaakten. Dat neemt niet weg, dat het geen verhindering mag zijn, als we vandaag elkaar verstaan. Dat is ook al eerder uitgesproken.
- „Een uitgemaakte zaak", een keuze uit artikelen van prof. J. Kamphuis aangeboden bij zijn afscheid als hoogleraar door het Studentencorps „Fides Quadrat Intellectum", uitgave van Van den Berg in Kampen, prijs ƒ 22,- .
- „Met open vizier". Peter Bergwerff en Tjerk S. de Vries in gesprek met prof. J. Kamphuis, uitgave van De Vuurbaak, prijs ƒ 19,90.
- „Dogma's - wat doe je ermee?", door prof. J. Kamphuis, 39 blz., ƒ 10.- .
- „Prof. dr. K. Schilder in historisch perspectief", rede uitgesproken voor de Gereformeerde Studentenvereniging Groningen, door dr. G. Puchinger, 30 blz., prijs ƒ 10,- . Beide laatste uitgaven zijn van Vijlbrief in Haarlem.
- „Hoe depressief is de blijmoedige christen?", door de psychiater drs. P. Los en ds. A. Kooij, referaten voor het Gereformeerd Sociaal en Economisch Verband, prijs ƒ 5,- .
- „In goede banen", over leiding geven, door dr. ir. J.S. v.d. Berg e.a., in het kader van het G.S.E.V., prijs ƒ 21,75. Beide uitgaven zijn van De Vuurbaak.
- „Gods liedboek voor zijn volk", over het lezen en zingen van de Psalmen, door drs. G. Kwakkel en drs. B. Vuijk, prijs ƒ 9,90, uitgave De Vuurbaak.

Wie mijn vorige stukje heeft willen lezen, zal zich herinneren dat ik mijn verbazing en bewondering uitsprak voor de menigte publikaties, die in de kring van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) mogelijk is. Daarom waag ik het ook om bovengenoemde lijst bij elkaar te nemen, hoewel ik daarmee niet aan alle schrijvers recht doe. Maar helaas had ik het anders vanwege het vele dat toegestuurd wordt, toch bij een aankondiging moeten laten.
Eén van de geschriften hierboven zal voor mijn vrijgemaakte lezers niet door dezelfde beugel kunnen, nl. het werkje van Puchinger over Schilder. In „De Reformatie" is het gecritiseerd, omdat het in zekere zin Schilder in één perspectief met Karl Barth ziet. Puchinger is al vrij lange tijd niet meer vrijgemaakt. Toch noem ik het maar in de rij geschriften.

Samenvattende blik?
Ik hoop verder, dat de overige schrijvers het mij niet kwalijk nemen, dat ik mij nu verder beperk tot wat voor mij het meest karakteristiek is, nl. het „gesprek" met prof. J. Kamphuis.
In dat boek, dat één lang interview is, met meestal korte vragen en lange verhalen en uiteenzettingen, geeft prof. Kamphuis inderdaad een openhartige inkijk in zijn levensloop en plaats en arbeid in de Gereformeerde Kerken (Vrijgemaakt). Hij vertelt over zijn jeugd en opvoeding, die invloeden heeft gehad zowel van de kant van de Afgescheiden tak als van de Dolerende tak van de Gereformeerde Kerken, zelfs zodanig, dat hij altijd een sterk besef heeft overgehouden van wat de anderen, die zich op de Afscheiding beroepen, bewoog: de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Gereformeerde Gemeenten.
Als Kamphuis vertelt over zijn manier van preken, dat zegt hij: Ik vind dat een preek Christus als middelpunt moet hebben, iedere preek. Daarnaast moet een preek trinitarisch verantwoord zijn. Woorden die we graag zullen overnemen. Verder zegt hij: Mijn intredepreek ging over psalm 45: De bruid is voor de Bruidegom. Dat is in mijn hele leven gebleven en in het leven van de kerken. Dat vind ik ook de kracht van de vrijgemaakte kerken en daarom zullen de vrijgemaakte kerken ook altijd weer beproefd worden. Altijd weer.
Onthullend is wat Kamphuis, „met open vizier", inderdaad, loslaat over het blad „De Reformatie" na de dood van Schilder in 1952, vooral zijn beoordeling van de hoogleraren Veenhof en Jager. En wat in het hoofdstuk over de hoogleraarsbenoeming in 1959 staat, een benoeming die tenslotte over hemzelf zou gaan, laat zien dat die benoeming niet zonder interne spanningen in de Vrijgemaakte Kerken tot stand kwam. „Kerkelijk en collegiaal gezien, afgedacht van enkelen dan, was het dus een heel bittere tijd. Ik heb wel eens . . . gedacht: Is dàt nou leven?. . . Dan moet je in die kille eenzaamheid opgesloten zitten." Al heeft hij het met de studenten steeds goed kunnen vinden.
Over de situatie in 1967 in Kampen: „Toen is hier in 1967 door W.C. van Dijk en D.J. Gritter de gemeente achter de meerderheid van de kerkeraad weggeroepen en zo zijn hier de eerste kerkdiensten in vrijheid weer gekomen." De jaren zeventig waren weer een tijd om te ademen. Er was in 1967 en daarna geen breuk ontstaan, neen er was een breuk ontmaskerd. De lucht was gezuiverd.
Daarentegen ziet Kamphuis in de jaren tachtig een ontwikkeling die niet zonder zorg is. Er komt een gewilligheid tot samenwerking waar dat mogelijk is, b.v. in media, in de politiek. Een geest van compromis mag niet de overhand krijgen.

En nu?
We moeten de ernst en de zorg, die prof. Kamphuis vervult om gereformeerd te blijven zeer hoog aanslaan. Dat moet ook onze zorg zijn. Maar hij ziet die weg toch meer langs fronten en door ontmaskering gaan dan wij gewend zijn. Is zijn visie ook de aangewezen weg?
De officiële contacten met onze kerken begroet ik met instemming en niet zonder hoop. Dat zal met zich mee moeten brengen een wederzijdse kennismaking en hopelijk waardering en herkenning. En we hebben in deze zo vreselijk geseculariseerde tijd elkaar bitter hard nodig.
Met genoegen lees ik, dat prof. Kamphuis niet alles over één kam scheert, zoals hem ook wel eens verweten wordt en ook een „open vizier" heeft, als hij zaken bij iemand waarderen kan. Dat is b.v. het geval, als hij, ondervraagd naar de Schriftopvatting van drs. H. de Jong uit Amsterdam, bij de kritiek op hem ook waardering heeft en zegt, dat De Jong een diep inzicht in de Schrift heeft. Ik denk ook, dat Kamphuis gelijk heeft als hij bezwaar maakt tegen een Israël-visie, die bij velen, ook in onze kerken, voorkomt en die niet in overeenstemming is met het Nieuwe Testament en daarmee in strijd met de hele Bijbel. Daar heb ik ook veel waardering voor.
Waarom heb ik nu dit boekje in het centrum gezet van een bespreking van een rij Vrijgemaakte geschriften? Omdat al deze boeken of boekjes een plaats moeten hebben in onze belangstelling en een rol moeten spelen in onze verhouding tot de Vrijgemaakte Gereformeerde Kerken.
Deze kerken hebben een zekere statuur, zo zou ik willen zeggen. Zij nemen een positie in, die in vroeger jaren de Gereformeerde Kerken in Nederland hadden, wat hun degelijkheid en studiezin aangaat, en ze kunnen zich dat tot op heden permitteren. Ik ontken de verschillen niet met de vooroorlogse situatie. Er is in allerlei opzicht veel verschoven.
Wel zeg ik: èn het bestaan van de Gereformeerde Kerken (Vrijgemaakt) èn de ontwikkeling daarin van de laatste jaren èn hetgeen er in hun kring aan literatuur verschijnt, betekent een doorgaand appèl op onze kerken. Daarvan mogen we ons niet losmaken.
Ik hoop ook, dat wij een appèl op die kerken kunnen doen. Dat ze ook naar ons willen luisteren. Als dat via de officiële wegen gebeuren moet en ook in andere contacten.

En moge het de Here behagen, er iets heel goeds uit te doen voortkomen.

K. Boersma

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 oktober 1988

De Wekker | 8 Pagina's

Een doorgaand appèl op onze kerken (II)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 oktober 1988

De Wekker | 8 Pagina's