Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ambtsdragersconferentie: Gij geheel anders

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ambtsdragersconferentie: Gij geheel anders

De gemeente van Christus in de wereld van nu

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ontmoeting
Op zaterdag 29 oktober 1988 waren weer vele ambtsdragers uit onze kerken met belangstellenden naar Amersfoort getrokken om met elkaar een stuk vorming en gemeenschap te beleven.
Het onderwerp, waarover de conferentie ging, staat hierboven vermeld. Het comité had een aantal weken geleden in ons blad al een paginagrote aankondiging laten plaatsen, waarin het belang, ja de noodzaak van de bespreking van dit onderwerp werd aangegeven en onderstreept.
Wat houdt het precies in, als we spreken over: „Wel in, maar niet van deze wereld"?
Men spreekt wel van het christelijk getuigenis in woord en daad, maar:
- Is er nog wel een spreken in de menselijke samenleving vanuit de kracht van het Woord van God? En wordt er nog een persoonlijk getuigenis gehoord?
- Daden van humaniteit behoeven toch niet noodzakelijk christelijk te zijn?
Hoe moeten we vandaag staan tegenover de culturele genoegens, komen sexuele deraillementen onder ons niet voor, houden wij ons ver van het zwart-geld-circuit, kennen we nog iets van de christelijke soberheid, komen echtscheidingen bij ons niet voor, hoe staat het met de omgang met het Woord van God?
Aan drs. W. Steenbergen uit Den Haag-Rijswijk was gevraagd om het onderwerp in te leiden. En zoals gezegd, velen waren gekomen. Hoewel, de kerk zat deze keer niet zo stampvol als ook wel eens was voorgekomen. Zoals onze lezers weten, heeft het comité ook wel eens onderwerpen laten behandelen, waarover onder ons erg verschillend gedacht wordt. Er werden dan nog al eens twee sprekers gehoord, die een onderwerp van verschillende kanten belichtten. Dat geeft meer spanning en roept meer mensen naar een vergadering.
Het is een goede zaak, dat ook teruggekeerd is tot het gebruik om één spreker te vragen en een onderwerp te behandelen in een opbouwende sfeer en met een vormende bedoeling. Dat is de normale gang van zaken en daarvoor bestond dan ook, denk ik, de normale belangstelling.
Hoewel tien uur niet te vroeg is om te beginnen, viel het toch niet voor alle aanwezigen mee om op tijd aanwezig te zijn. Toch was het maar kort na tienen, dat de voorzitter, br. D. Koole, kon openen. De Schriftlezing, zo voor de hand liggend voor dit onderwerp, was Ef. 4:17-5:21. In zijn openingswoord wees de voorzitter op de vele calamiteiten, die ook deze week weer waren gebeurd in binnen- en buitenland, die ònze deur waren voorbijgegaan, maar waarmee we toch intens te maken hebben.
Veel vragen komen op en blijven bestaan. We moeten een besef hebben van een verbondenheid tussen rampen en moeiten èn onze schuld, ook onze persoonlijke schuld. Juist ons staan midden in de vaak angstwekkende wereld roept ons op om uit het Woord te leven.
Een klein gedeelte van de morgenbijeenkomst was gewijd aan het afscheid van br. A. Pothof, die het na vele jaren arbeid in het comité tijd vond worden om zijn plaats beschikbaar te stellen. Broeders die aan het begin een vrouw aan de bestuurstafel zagen zitten mogen gedacht hebben: Wat nu? Zusters die datzelfde zagen mogen gedacht hebben: Hé, kijk eens! Maar ieder werd spoedig uit de droom geholpen: het was mevrouw Pothof, die bij het afscheid van haar man aanwezig was.
De voorzitter onderstreepte, dat we niet met vreugde maar wel met dankbaarheid afscheid namen. Br. Pothof heeft veel voor het vormingswerk van onze ambtsdragers gedaan. De dank werd met een cadeau en bloemen onderstreept. Br. Pothof sprak nog treffende woorden.
De plaats van br. Pothof bleek te kunnen worden ingenomen door br. W.J. Wensink uit Dordrecht, die werd welkom geheten.

Onderwerp
Daarna kreeg drs. Steenbergen het woord, die vanuit de hem gegeven opdracht kwam tot een aantal aandachtspunten. Ze luidden alsvolgt:
I Terecht werd in de aankondiging van de conferentie bezorgdheid uitgesproken over de huidige beleving van het „wel in, maar niet van de wereld".
II Om niet vast te lopen in moedeloosheid daarover moeten we het „Gij geheel anders" in Efeze 4 goed lezen: niet in de eerste plaats als wet, maar als genade die in Christus geschonken wordt (vers 20).
III Vanuit Christus, als de Bron van ons „anderszijn" is er hoop: Hij leeft en werkt, ook nu; tegelijk wordt zo ons leven onder de diepst mogelijke kritiek gesteld: zijn we in Hem? leven we uit Hem?
IV De opdracht (die het „anders-zijn" dan de wereld wel degelijk óók inhoudt) wordt in Efeze 4:25 (en verder) concreet onder woorden gebracht; maar wel telkens gefundeerd in de nieuwe werkelijkheid van Christus; die is a.h.w. het kompas waarbij we de weg moeten vinden: „Gij zijt licht in de Here, wandelt als kinderen van het licht" (Ef. 5:8).
V Om bij dat kompas de weg te vinden hebben we de hulp van elkaar, als leden van de gemeente, nodig: de moeilijkheid om in dit opzicht als gemeente te functioneren ligt (behalve in de aard van de vragen waarvoor het leven ons stelt) vooral ook in de huidige neiging tot individualisme.
VI Wat we - naast beslistheid en duidelijkheid - nodig hebben is een grote mate van geduld ten aanzien van de onvolkomenheden in het „niet van de wereld zijn" die we bij elkaar ontdekken; en een grote mate van ootmoed wanneer we ontdekken hoe weinig we nog in staat zijn tot een goed antwoord op wat in deze tijd in dit opzicht van ons gevraagd wordt. Toch mag de hoop het laatste woord hebben!
Als ambtsdragers zou je heen en weer geslingerd kunnen worden tussen een gevoel van moedeloosheid en flinkheid. Beide schieten tekort. Wat zo'n moed geeft is, dat in Ef. 4 niet gesproken wordt vanuit de eis maar vanuit de gave van Gods genade in Christus.
De vertaling „gij geheel anders" is wat vrij. De Statenvertaling zegt terecht: Gij hebt Christus alzo niet geleerd. Het is zoals wij zeggen: Daar ben ik niet bij grootgebracht. Het anders zijn ligt als een geschenk voor ons klaar en wordt werkelijkheid in de gemeenschap met Christus. Dan zal het zich in de levenspraktijk openbaren.
Bij alle vragen die we over onze plaats in kerk en wereld hebben zal dit de vraag zijn: Neemt Christus de centrale plaats in?
Is er verootmoediging over onszelf, ook in de omgang met elkaar in de kerkelijke vergaderingen? Werkt de vreze des Heren?
Wat is het belangrijk om te zien hoe de apostel er in heel dit Schriftgedeelte over spreekt! Hoe hij het afleggen van de oude mens en het aandoen van de nieuwe mens uitwerkt, tot in alle levensverbanden! Er zijn gevallen, waarin het heel gemakkelijk is om goed en kwaad te onderscheiden.
Er zijn ook situaties waarin dat moeilijk is. Er kunnen drogredenen zijn. Tracht dan te verstaan wat de wil des Heren is.
Wat is het nodig om elkaar van dienst te zijn in de gemeente. Moderne vragen moeten we samen doordenken. Ook als de problemen in wóórden duidelijk zijn, komt de werkelijkheid toch tot ons in de verpakking van onze eigen levenssituatie. Dus worden we tòch weer gemakkelijk ingepakt. Nodig is een kritische doorlichting. Wat we nodig hebben is kennis van de Schrift èn van onze tijd. Samen hebben we een ethisch beraad nodig.
Daarbij hebben we ook in dit opzicht de wind tegen, dat we zo'n last hebben van het individualisme. Doe ik alleen mee, voorzover ik er zelf behoefte aan heb, word ik afwerend zodra de gemeente of de ambtsdrager te veel beslag op mij legt? Dit is een tijd van zelf beslissen. „U moet nu maar niet op bezoek komen; ik heb tijd nodig om tot mijzelf te komen." Kunnen we raad geven, correctie geven of accepteren? Kan er concreetheid zijn? Of alleen maar, voorzover dat allemaal spoort met eigen inzicht?
Duidelijkheid is nodig, maar ook geduld. Een regel als deze lijkt juist: zolang je merkt, dat de ander niet los van Christus is, zul je geduld hebben ook met meningen of belevingen die naar je overtuiging niet goed zijn.
We willen en moeten een missionaire gemeente zijn. Maar aanvaard dan, dat we wel eens mensen binnenkrijgen, die onze kluts en koers niet gewend zijn. Vriendelijk en barmhartig leiding geven.
Bovendien, waar zijn we zèlf zwak? Hebben we dat zelf leren zien? De vraagstellingen vanuit het comité laten het al zien.
Er zijn ook situaties tegenwoordig, waarop niet een gemakkelijk antwoord is te geven. Misschien mag je dan denken aan het antwoord dat Elisa aan Naäman gaf over zijn plicht om nog de tempel van Rimmon binnen te gaan: Ga in vrede.
Bovendien zijn de problemen van vandaag boven het persoonlijke uitgerezen: wat doen we aan de vervuiling, aan de problemen van rijk en arm? Maar ook dan liggen er aanzetten in Ef. 4 en 5: iets meedelen, of gewoon: meedelen. Niet stelen maar delen. En: niet delen van wat we hebben maar van wat we zijn.
Geen moedeloosheid maar ootmoed, en dan: hoop. Bij stukjes en beetjes tekenen van licht geven, want het licht zal overwinnen.

Vragen en antwoorden
Er waren weer veel vragen. Voor de beantwoording stond de inleider niet alleen: hem ter zijde stonden (nog) ouderling M. den Butter uit Rotterdam-West en prof. dr. W. van 't Spijker, alhoewel de meeste vragen toch door de inleider werden beantwoord.
Onder ogen werd gezien, of er een tegenstelling kan en mag bestaan tussen een evangelisatie-houding, b.v. als „Er is hoop" en een milieu-actie als „het conciliaire proces van vrede, gerechtigheid en het behoud van de schepping". Op beide valt kritiek te maken, aandacht voor beide is nodig.
Gewaardeerd werd erg, dat het onderwerp niet behandeld was vanuit het aspect van het moeten, maar vanuit dat van de genade, vanuit Christus. Wat mag dat allesbepalend zijn en wat geeft dat een blijdschap en een perspectief bij al onze moeite en onze vragen!
Gesproken werd over het samenwonen zonder huwelijk en over het al dan niet bespuiten van landbouwgronden. Gesproken werd over het nauwe verband van rechtvaardiging en heiliging en over de noodzaak van het werk van de Heilige Geest.
Gesproken werd over de moeite bij het vinden van ambtsdragers in de gemeente en over het verhuizen van gemeenteleden naar plaatsen, waar men moeilijk naar de kerk kan gaan, kinderen naar catechisatie en vereniging sturen en goed onderwijs kan laten volgen.
Gesproken werd over de noodzaak tot participatie in school- en andere besturen en over de dreiging, aan niets meer mee te kunnen doen tenzij men het teken van het beest draagt.
Gesproken werd over het gevaar, dat de prediking ervan uitgaat, dat iedereen al anders is, en over de noodzakelijke verbinding tussen de wijnstok en de ranken.
U begrijpt, een soms brede, soms diepe bespreking.

Slotwoord
Het slotwoord was opgedragen aan prof. dr. W.H. Velema.
Hij ging uit van Openbaring 12:1-6, over de vrouw (de kerk), die na het weggerukt worden van het Kind (de hemelvaart van Christus) in de woestijn gebracht wordt om veilig te zijn tegen de aanvallen van de draak (de satan). Daar wordt ze onderhouden. De kerk leeft van het Woord, van water (de doop), de wijn en het brood (het Avondmaal). Zullen de christenen vandaag woestijngangers zijn of wereldgenieters? We zijn onderweg, we hebben Egypte achter ons en het beloofde land voor ons. We worden onderhouden. „Opdat zij (de ongenoemden, de vrijwilligers, de ambtsdragers, de zieken- en bejaardenverzorgenden) ze zullen onderhouden". God zorgt er voor, via hen, die de liefdedienst vervullen. Voor het laatste zingen (we zingen altijd erg veel op de conferenties, prachtig en krachtig), werd er nog gecollecteerd voor een doel, dat paste bij de sfeer van deze dag: hulp aan slachtoffers van overstromingen in Bangladesh.
Ambtsdragersconferentie midden in deze tijd: zo is het en zo moet het. Zo kan het ook.
Want Christus regeert en Hij overwint.
Het was een goede dag.

K. Boersma

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 november 1988

De Wekker | 8 Pagina's

Ambtsdragersconferentie: Gij geheel anders

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 november 1988

De Wekker | 8 Pagina's