Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Pecunia

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Pecunia

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Je hebt je waarschijnlijk niet vaak afgevraagd, wat er eigenlijk gebeurt met het geld, dat jij 's zondags in de collecte doet. Als het niet een bijzondere rondgang is voor hulpverlening in de derde wereld, zoals begin februari of een speciale inzameling bij een ramp (Armenië, Bangladesh), dan wordt er alleen maar gezegd: „voor de diakonie" of „voor de kerk". Dat is zo vaag, dat er wel eens mensen kwaad worden. Ze vinden dat we niet altijd voor onszelf moeten collecteren. Als je niet toevallig iemand uit je familie in de Commissie van Beheer hebt zitten, dan heb je meestal weinig inzicht in de kerkelijke inkomsten en uitgaven. Toch gaat het ook in de kerk om grote bedragen. Dat hangt uiteraard af van de grootte van de gemeente, maar groot of klein, ook dit stukje kerkewerk is heel belangrijk.
Er wordt in de kerk nogal wat uitgegeven. Het traktement (= salaris) van de dominee is het eerste waar je aan denkt. Maar er zijn nog veel meer dingen die als vaste lasten terugkomen. In gemeenten waar een vrij nieuw kerkgebouw staat, zijn dat de hypotheekrente en de aflossing van de lening bij de bank. Zo'n gebouw vraagt nogal wat onderhoud. En wat dacht je van de vergoeding van de koster, de energierekening, de verzekering, de telefoonkosten, de kopjes koffie voor al die vergaderheren en -dames, de preek- en reisgelden voor de dominees uit een andere gemeente, enz. enz. In een gemiddelde gemeente gaat het toch al gauw om enkele honderdduizenden guldens. Op die lijst van uitgaven staat ook een post „Afdracht kerkelijke kassen". Dat betekent, dat we onderling hebben afgesproken, dat elke gemeente per lid, d.w.z. per doop- èn belijdend lid, in totaal ruim ƒ 60, - per jaar betaalt aan de zaken die landelijk geregeld worden. Dan moet je denken aan de emeritikas (een bijdrage aan de dominees, die van hun welverdiende rust genieten), de Theologische Hogeschool, het werk in Israël, de evangelisatie, geestelijke verzorging van gehandicapten en ziekenhuispastoraat, het Fonds Steun Kerkbouw (= hulp bij bouwplannen in gemeenten, die dat zelf niet kunnen opbrengen). Daar komt nog bij, wat via de diakonie en de zendingscommissie wordt ingezameld. Je ziet, het komt neer op een paar gulden voor dit en een paar rijksdaalders voor dat fonds, maar met elkaar wordt het nog een heel bedrag.
Je zou aan de Commissie van Beheer eens moeten vragen hoe zo'n begroting in elkaar zit. Ik weet van predikanten, die op catechisatie ook aan dit deel van het kerkelijk leven aandacht geven. Er komt dan iemand van de C.v.B, tekst en uitleg geven. Juist in deze maand (of in elk geval kort geleden) zijn door de deskundigen de cijfers weer opgeteld en afgetrokken. De begroting voor 1989 is ingediend en nu maar hopen, dat ook financieel alles volgens de plannen verloopt.
Het zou je tegenvallen als je dacht dat dit geld alleen maar binnenkwam via de collecten. De meeste kerkleden betalen een vast bedrag per jaar. Dat is natuurlijk geweldig fijn, want dat betekent, dat tegenover de vaste lasten ook vaste inkomsten staan. Er bestaat een tabel, waarop je kunt zien hoeveel er van je gevraagd wordt te betalen, uiteraard naar je inkomen. Die z.g. „vaste vrijwillige bijdragen" vormen meestal het grootste deel van de inkomsten van de gemeente. Maar - en dat moet je goed bedenken - dat gaat wel per dooplid. Van grotere gezinnen wordt ook meer verwacht. Meer uiteraard, dan van een alleenstaande.
Nu is dit stukje natuurlijk niet zomaar wat informatie over het financiële wel en wee van de kerk. Jij hebt daar rechtstreeks mee te maken. Ook voor jou wordt immers betaald, zolang je zelf geen inkomen hebt. Hoe dat bij jou thuis is geregeld weet ik niet. Ligt het kerkgeld 's zondagsmorgens klaar (of de collectebonnen) of is er een afspraak, dat je van je zakgeld wat in de collecte doet?
En als je zelf verdient, mag de kerk daar dan ook wat van verwachten? Er zijn heel wat doopleden die een eigen inkomen hebben. Het zij dat je een baan hebt of via de studiefinanciering. Ook wanneer je onverhoopt geen werk hebt, mag je binnen onze welvaartsstaat rekenen op een uitkering. Daarom vraag ik je: mag de kerk wat van je verwachten? Ik bedoel niet, dat je na het lezen van dit artikeltje (stel je voor!) een rijksdaalder extra in de collectezak doet. Het gaat er mij om, dat je beseft, dat de kerk voor jou en namens jou geld uitgeeft. Kom jij van jouw kant dan ook eens over de brug!
In een radiotoespraak over de gelijkenis van de „rijke dwaas" zei prof. Versteeg het volgende:
„Wat we als bezit ontvangen, ontvangen we niet voor onszelf. We ontvangen het om er anderen mee te dienen en om er zo God mee te dienen. Rijk zijn we niet wanneer we veel hebben. Rijk zijn we, wanneer we wat we hebben - veel of weinig - hebben om daarmee te dienen. Veel rijken zijn voor God niet anders dan armen met geld. Het geheim van de rijkdom ligt niet in de hoeveelheid van ons geld en goed, maar in het gebruik dat we van ons geld en goed maken" (Hoger Onderwijs, blz. 52, 53). Als je zó tegen je geld aankijkt, zoals de Here Jezus het bedoelt, dan kan het niet anders of je gaat het delen. Laat de kerk ook meedelen in jouw rijkdom. Het is echt nodig.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 maart 1989

De Wekker | 8 Pagina's

Pecunia

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 maart 1989

De Wekker | 8 Pagina's