Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Synode van Groningen 1989 (XI)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Synode van Groningen 1989 (XI)

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

De rondvaart in Groningen
In de eerste zittingsweek van de Synode „trakteerde" de kerkeraad van Groningen de leden van de Synode op een rondvaart door de grachten en een gedeelte van de kanalen in en bij Groningen. Alle leden van de Synode zagen er naar uit, behalve... enkelen die nog energie hadden om in plaats daarvan een lezing van prof. dr. J. Douma bij te wonen. Zij wisten niet van ophouden!
De rondvaart werd ook meegemaakt door een lid van een deputaatschap dat die donderdagmorgen uit het (vrij verre) westen was gekomen voor de bespreking van het rapport van zijn deputaatschap. Soms lopen de dingen echter uit de hand: pas de volgende morgen, vrijdag, kon hij plaats nemen aan de moderamentafel. De rondvaart werd hem tot troost geschonken...
Bij zo'n rondvaart zie en hoor je erg veel. Zo kwamen we bijna langs de plek waar eertijds Hendrik de Cock gevangen had gezeten in de tijd van de Afscheiding; en we zagen in een brugleuning ergens in de stad een prachtig ornament, voorstellend Johannes de Doper die met zijn vinger naar de Martinikerk wijst - en zo de weg wijst naar het heil dat daar gepredikt wordt.
Maar (en dat wisten we nog niet, ook niet uit de openingstoespraak van ds. Soeters) de stuurman van de rondvaartboot vertelde ook dat Groningen vroeger niet minder dan 70 bierbrouwerijen rijk was geweest!
Voor goed begrip: dit getal moet nu letterlijk, niet bijbels-symbolisch worden opgevat...

Financiële zaken
Donderdag 12 oktober werden ook de financiën van de Kerken onder de loep genomen. We hebben verschillende deputaatschappen in de Kerken. Sommige zijn zo klein dat ze geen eigen kas beheren; zij declareren de gemaakte onkosten rechtstreeks bij de quaestor (penningmeester) van de Gen. Synode. Maar andere deputaatschappen hebben een zo omvangrijk werk dat zij een eigen kas beheren. De Kerken collecteren jaarlijks een vastgesteld bedrag voor deze deputaatschappen. Zo moest er bijvoorbeeld voor de verzorging van de varenden in de afgelopen periode per lid en dooplid jaarlijks ƒ 1,- geofferd worden, opdat dit deputaatschap aan zijn verplichtingen (o.a. de schipperspredikant) zou kunnen voldoen.
Het deputaatschap Financiële Zaken nu heeft o.a. tot taak de kassen van al deze „kashoudende" deputaatschappen te controleren en adviezen uit te brengen over de begrotingen van de komende jaren. Verder hebben zij de bevoegdheid om een kleine verhoging van de omslag per lid en dooplid toe te staan tussen twee Generale Synoden in wanneer een deputaatschap in financiële nood komt.
Ook geven deputaten Financiële Zaken jaarlijks aan de kerkeraden adviezen over de minimum-traktementen van de predikanten; daar ging nu meer werk in zitten dan eerder het geval was, onder andere in verband met de bekende operatie „Oort".
De leden van de Synode hadden niet veel tijd gekregen om het rapport (waarin heel veel cijfermateriaal) van deputaten te bestuderen; het waren dan ook „werken der duisternis" geworden; maar dat komt meer voor in deze weken!
Het (interessante) rapport werd deze keer (in tegenstelling tot 1986) in comité besproken. Ik mag u alleen vast wel vertellen dat aan het eind van de bespreking br. J. Bijleveld, die na 12 jaar aan het eind van zijn zittingsperiode was gekomen, de hartelijke dank kreeg van de praeses voor al zijn werk in deze jaren.

Nogmaals: het jeugdwerk
U zult zich herinneren dat in de eerste zittingsweek de bespreking van het rapport van deputaten voor het contact met de kerkjeugd was opgeschort. Er was in de eerste bespreking veel zorg geuit over de gang van zaken rond de CGJO. Donderdagmiddag 12 oktober kwam deze zaak opnieuw aan de orde. Deputaten, in de personen van ds. G. Bijkerk en ds. G.P.M. van der Linden, werden welkom geheten.
Uit het rapport van de commissie bleek dat het moderamen van de Synode het initiatief had genomen om een commissie ad hoc te vormen (twee leden uit het moderamen, uit jeugddeputaten en uit de synodale commissie) om een gesprek te hebben met een vertegenwoordiging van het CGJO met het doel de ontstane impasse te doorbreken. Dit omdat bij de eerste bespreking veel stemmen waren opgegaan om een commissie te vormen om de problemen uit de weg te ruimen.
Strikt genomen was het moderamen door dit initiatief iets verder gegaan dan haar mogelijk was: het had daartoe geen opdracht van de Synode; maar voor de Synode was geheel duidelijk dat dit gedaan was om de zaak waarvoor we allen staan te dienen. En de signalen van degenen die aan de eerste bespreking hadden deelgenomen en voorstellen hadden ingediend, wezen veelszins in deze richting.
Commissie 5 van de Generale Synode (die de zaak van het jeugdwerk in deze tijd heeft toevertrouwd gekregen) kwam met een nieuw voorstel ter vergadering, daarmee de eerder gedane voorstellen zoveel mogelijk verwerkend; belangrijke elementen daaruit waren:
- een signaal naar de CGJO om haar formele opstelling te laten varen;
- benadrukking van het recht en de taak van jeugddeputaten om o.a. kerkelijke begeleiding aan het werk van de jeugdorganisaties te geven met inachtneming van de eigen verantwoordelijkheid ervan;
- benadrukking van het gegeven dat dit betekent dat zij niet zonder meer gesprekspartner van de jeugdorganisaties zijn, maar de stem van de kerk om de jeugdorganisaties te stimuleren en te corrigeren;
- voorstellen om de deputaten o.a. op te dragen te spreken met de CGJO over de bezwaren die in de kerken leven t.a.v. hun principieel beleid en ook gesprekken tussen CGJO en LCJ op gang te brengen, en daarbij de verschilpunten te taxeren en zo mogelijk weg te nemen;
- een voorstel om twee adviseurs toe te voegen aan deputaten om in deze zaak bijstand te verlenen.
In de bespreking op de vergadering van de Synode legde de rapporteur van de commissie nog eens duidelijk uit in hoeverre de jeugdorganisatie vrij is en in hoeverre niet: de vrijheid betekent dat zij geen rechtstreekse binding heeft aan de Synode (net zo min bijvoorbeeld als de „vrouwenbond", D.Q.). De CGJO is een organisatie van jeugdverenigingen die dan ook aan deze verantwoording schuldig is. In die zin is het jeugdwerk niet vrij, namelijk dat het zich gebonden weet aan Schrift en belijdenis van onze Kerken.
Na de bespreking kwamen er enkele voorstellen tot wijziging van de commissievoorstellen. O.a. vond een aantal leden van de Synode het niet juist dat sommige zaken nogal „aangescherpt" waren voor het geval de beoogde gesprekken zouden mislukken: „we moeten er toch in de kerk met elkaar van uitgaan dat gesprekken zo aangegaan en gehouden worden dat Gods zegen er op kan rusten?"
De commissie kwam laat in de avond, na intern beraad, met nadere voorstellen die door de Synode werden aanvaard. Daarmee was de bespreking hiervan afgerond. Maar op deputaten, CGJO en LCJ rust een heel verantwoordelijke taak om na de Synode op een goede wijze elkaar te willen ontmoeten en „van hart tot hart" met elkaar te spreken.
Overigens nam de Synode ook nog het besluit om goed te keuren dat IFES-Nederland (een evangelisch/reformatorische studentenorganisatie) een subsidie ontvangt om daarmee bij te dragen aan de kosten voor het studentenwerk.

Voorbereiding Centraal Bureau
Verschillende deputaatschappen werken met behulp van een kantoor, waar één of meer medewerkers aan verbonden zijn en waar schriftelijke stukken, inclusief archieven worden bewaard. Men denke aan het Zendingshuis in Hilversum, aan het Kerkelijk Bureau en bureau ADMA, beide in Veenendaal, maar ook aan het kantoor van de evangelisatiepredikant in Nieuw-Balinge en aan de Theol. Universiteit in Apeldoorn.
Een deputaatschap, ingesteld ter voorbereiding van een besluit inzake het Centraal Bureau (waar verschillende kantoren bijeen gebracht kunnen worden, en waar dus ook uitwisseling kan plaatsvinden van menskracht, materialen en kantoorinventaris) rapporteerde aan de Synode.
Evangelisatie en Theol. Universiteit komen niet in aanmerking voor een dergelijk bureau, gezien de binding aan persoon en instituut. Maar Buitenlandse Zending, ADMA, Kerk en Bedrijfsleven en Kerkelijk Adm. Bureau dienen in de toekomst in één gezamenlijke huisvesting ondergebracht te worden.
De Synode was het hiermee eens en zal een werkgroep (laten) installeren om e.e.a. verder uit te werken in een definitief voorstel, medio 1992!

ADMA
De letters ADMA staan voor „Algemene Diakonale en Maatschappelijke Aangelegenheden". De secretaris van deputaten, ds. J. Brons, kwam ter vergadering. Deze deputaten hebben de afgelopen drie jaar een zware taak gehad: in 1986 kwam het tot een totaal nieuwe personele bezetting van dit deputaatschap. Er was dus veel tijd nodig om zich in te werken in alle zaken die hier dienen. Gelukkig wisten deputaten zich daarbij verzekerd van de hulp van het bureau van ADMA, dat in Veenendaal naast het Kerkelijk Bureau „zetelt" en waar brs. drs. J.N. Noorlandt en H.H. van Well, bijgestaan door zr. Ina Wubs, een belangrijke taak hebben. De deputaten hebben het werk onderling verdeeld:
commissie A bekijkt de toerusting van diakenen in de gemeenten, de zorg voor de gemeenten om diakonale gemeente te zijn, het instrueren van de classicale diakonale commissies en de publiciteit;
commissie B let op groepen in de samenleving als bejaarden, gehandicapten, jeugdzorg;
commissie C idem voor de gezondheidszorg in het algemeen, psychiatrie, maatschappelijk werk en moeilijke gezinssituaties;
commissie D moet zich richten op het welzijnsbeleid van de landelijke Overheid.
Er was in de Synode waardering voor het werk van de deputaten, vooral voor de principiële, bijbelse bezinning die in het rapport op het werk was gegeven.
Kerkelijk is in het rapport als knelpunt gesignaleerd de plaats van de diakenen in de meerdere vergaderingen. Komen zij wel voldoende tot hun recht? Wellicht dat op de komende Synode, via de weg van instructies, daar iets van zal blijken.
De meeste aandacht ging echter uit naar het werk van De Poort in Schiedam, een landelijke gereformeerde instelling voor ambulante geestelijke gezondheidszorg (GLIAGG). Deze Stichting is wat haar werk betreft te vergelijken met de RIAGG's, maar wil in haar werk de grondslag van Schrift en belijdenis ten volle honoreren. Deputaten participeren in het bestuur. De vragen op de Synode gingen vooral over de verhouding tussen „De Brug" (onze „eigen" Vereniging voor Jeugdwelzijn, met uitlopers voor problemen in huwelijkssituaties, waarvoor „Het Anker" in het leven is geroepen) en „De Poort". Lopen de twee organisaties elkaar niet voor de voeten? Deze vraag was vooral van belang omdat deputaten voorstelden een kerkelijke bijdrage voor het werk aan De Poort te gaan geven. Een andere vraag was: hoe is de verdere (principiële) verhouding tussen beide instanties? Is er wederzijds vertrouwen in elkaar? Deze laatste vraag werd vooral opgeroepen door een krantenverslag van de Gen. Synode van de Gereformeerde Gemeenten waarin e.e.a. ter discussie leek te staan.
De secretaris van deputaten legde e.e.a. uit; De Brug en De Poort bijten elkaar niet wat de hulpvraag betreft: de eerste werkt op de „eerste lijn", de ander op de „tweede lijn" (het verschil tussen deze twee is te vergelijken met het verschil tussen een huisarts en een specialist). Overigens is er ook nog een „derde lijn", op welk gebied het onlangs geopende Gereformeerd Psychiatrisch Ziekenhuis (GPZ) werkzaam is. Binnenkort zal dit alles in Ambtelijk Contact haarfijn worden uitgelegd. De verhouding tussen beide instanties is goed te noemen; oorspronkelijk waren er enkele problemen, maar we lijken deze te boven te zijn! Het werk van deputaten werd na de bespreking goedgekeurd. Ook zij kunnen weer een nieuwe periode in!

Kerk en Bedrijfsleven
Een ander deputaatschap dat „midden in de maatschappij" staat, is dat van Kerk en Bedrijfsleven. Deze deputaten hadden op verzoek van de Synode van 1986 zich bezonnen op de zondagsarbeid, en het resultaat daarvan neergelegd in een pastorale handreiking. Juist op dit gedeelte van het rapport was nogal wat synodale kritiek: de commissie vond dat men zich teveel dreigde neer te leggen bij de situatie; is er wel voldoende rekening gehouden met „wat God van ons vraagt en wat tot heil van het persoonlijk geloof, de gemeente en de samenleving dient"? Men moet vasthouden aan de gedachte dat men op zondag niet behoort te werken, behalve daar waar het gaat om „werken van noodzakelijkheid en barmhartigheid".
In de vergadering werden deze gedachten door verschillende afgevaardigden onderstreept; anderen uitten hun waardering voor het door deputaten aangedragene: zij willen heel duidelijk in onze economische orde de keus tussen God en de Mammon stellen; hun inzet is dezelfde als die bij de tien geboden: wegroepen uit menselijke wetmatigheden tot dienst aan de Here God.

De eerste vrouw aan het woord...
Het woord was aan deputaten; de voorzitter van deputaten drs. T. Drent uit Veldhoven, nam het woord. En daarmee sprak de eerste vrouw (officieel) op deze Synode; een moment om even bij stil te staan!
Zij wees erop dat in de pastorale handreiking wordt voortgebouwd op het rapport van deputaten uit 1971, waar het vierde gebod centraal staat. Dat is ook nu niet gewijzigd. Het is geldig voor alle tijden! Maar het blijkt moeilijk te zijn om criteria als „barmhartigheid en noodzakelijkheid" concreet te verdisconteren. Dat is trouwens niet alleen óns probleem: in contacten met de Reformatorische Maatschappelijke Unie (RMU - een reformatorisch „alternatief" voor werkgevers/werknemersorganisaties) en Gereformeerd Maatschappelijk Verbond (GMV - idem van Vrijgemaakten huize) wordt datzelfde dilemma gevoeld. Er is een duidelijk spanningsveld tussen doperse wereldmijding en kritiekloze aanvaarding van de situatie. Dat spanningsveld hebben deputaten willen aangeven en daarin richting willen geven, naar eer en geweten.
De deputaten kregen als opdracht mee het geheel nog eens te bezien, daarbij serieus rekening houdend met datgene dat in de commissie en ter Synode is gezegd.

Geestelijke verzorging gehandicapten en ziekenhuispastoraat
Nog één deputatie van een deputaatschap wachtte op een sein van de praeses: de brs. B.R. Steenbergen en W. Bijleveld mochten hogerop komen. Hun deputaatschap was - zeer laat op de donderdagavond - aan de beurt. In de bespreking werd duidelijk dat deputaten niet zélf allerlei instanties af kunnen gaan als het problemen rond de integratie van gehandicapten betreft; dat behoort niet tot hun opdracht. Men stelt het probleem aan de orde bij de kerken en stimuleert bijvoorbeeld de aanleg van ringleiding voor slechthorenden. Er komt een bezinningsdag over ethische vragen, speciaal over euthanasie binnenkort. Hartelijk dank aan de aftredende deputaten br. A. van der Kruk en zr. C.C. Hakkenberg-van Kooten Niekerk, die beiden heel veel werk hebben verzet!

In november weer verder
Inmiddels was het half elf in de avond geworden. Daar stond tegenover dat niet op vrijdag vergaderd behoefde te worden: de overblijvende agendapunten moeten (opnieuw) worden voorbereid door de commissies; dat betekent dat de Synode in ieder geval nog zal vergaderen op 14 en 15 november D.V. De zittingsweek werd afgesloten; prof. dr. W.H. Velema ging voor in dank- en smeekgebed.
Er was nog „fris en warm" voor vertrekkende Synodeleden; zelfs een kroket! En toen gingen velen nog huiswaarts, naar Zuid of West door de donkere nacht. Sommigen met een beklemd gevoel vanwege de komende vrijdag... maar gelukkig: de personal computers bleken het de volgende dag nog te doen!

Hoogeveen, D. Quant

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 november 1989

De Wekker | 12 Pagina's

De Synode van Groningen 1989 (XI)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 november 1989

De Wekker | 12 Pagina's