Hemelboodschap aan Maria

Het was een hele boodschap die Maria uit de mond van de engel Gabriël te horen kreeg. Ze zou een Zoon baren die ze de naam Jezus zou moeten geven. Deze boodschap kreeg Maria niet als getrouwde, maar als ongetrouwde jonge vrouw. Ze stond op dat moment in ondertrouw met Jozef. Binnen afzienbare tijd zou ze zijn bruid worden.
In het licht daarvan kunnen we wel begrijpen, dat deze boodschap een hele boodschap voor haar was. Hierdoor zou haar verhouding met Jozef onder spanning komen te staan. Wat zou hij wel niet denken als ze hem vertelde dat ze in verwachting was? Wellicht zou hij haar gaan verlaten, en op zoek gaan naar een meisje dat in zijn ogen wel trouw was en gehoorzaam aan de geboden van de Heere. In Matth. 1 lezen we dat Jozef inderdaad van plan was om Maria te verlaten toen hij vernomen had dat ze zwanger was. Dat het zover niet kwam, was te danken aan de engel des Heeren die aan hem in een droom verscheen en hem bekend maakte hoe de zaken lagen. Maria was niet ontrouw geweest, maar hetgeen in haar ontvangen was, dat was uit de Heilige Geest, zo zei hij.
Het was inderdaad een hele boodschap die Maria van Gabriël te horen kreeg, en dat niet alleen vanwege de gevolgen die deze boodschap met zich meebracht, maar zeker ook vanwege de eigenlijke inhoud daarvan! Want wat zei Gabriël eigenlijk tegen haar?
Dit: ze zou een heel bijzondere Zoon gaan baren. Nu is zeker waar, dat ieder kind een bijzonder kind is omdat niet wij, maar Gods Scheppershanden dat hebben gemaakt.
Maar Maria's Zoon zou wel een heel bijzondere Zoon zijn! Want Hij zou groot zijn, en de Zoon des Allerhoogsten genaamd worden. En God de Heere zou Hem de troon van Zijn vader David geven. Maria's Zoon zou niemand minder dan Gods Eniggeboren Zoon zijn! Hij, Die God uit God en Licht uit Licht was, en ver voor de grondlegging van de wereld door de Vader was gegenereerd, zou uit Maria worden geboren! Hij zou uit haar het menselijke vlees gaan aannemen. O, wie kan dit bevatten? Heeft er ooit wel eens een naar zijn inhoud diepere boodschap geklonken dan deze?
Volgens deze woorden van Gabriël had God dus Maria uitverkoren om moeder te worden van Zijn Eniggeboren Zoon. Nu vragen wij ons af: was er dan enige kwaliteit in Maria waarom juist zij voor die hoge taak in aanmerking kwam? Het antwoord luidt: nee. O, zeker: ze stamde uit het geslacht van David. Maar van koninklijke heerlijkheid was bij haar niets te zien. Ze woonde ook niet in Jeruzalem, de stad Davids, maar in Nazareth, een onaanzienlijke plaats in Galilea. Een plaats, waarvan iedereen in Israël zei: „Kan daaruit iets goeds zijn?" En ook had ze geen bijzondere verdiensten in zichzelf. Rome mag dan haar onbevlekte ontvangenis leren, zelf wist ze wel anders.
In haar lofzang horen we haar zingen over haar Zaligmaker. Ze wist dus dat ze verloren was in zichzelf en een Zaligmaker nodig had. Nee, God heeft haar niet uitverkoren tot deze taak vanwege iets uit haar, maar enkel uit welbehagen. En wat het eerbewijs betreft, dat we haar brengen: we eren haar alleen als moeder van de Zoon van God. We vereren haar niet als medeverlosseres, zoals Rome doet.
Nu is het zo, dat op grond van deze woorden en soortgelijke in Matth. 1, door de Kerk in het derde van de twaalf artikelen wordt beleden dat Gods Zoon ontvangen is van de Heilige Geest en geboren uit de maagd Maria. Volgens velen is dit geloofsartikel voor de moderne mens het grote struikelblok in het chr. geloof. Voor de moderne mens is het onmogelijk, dat een maagd een kind zou baren. Wetenschappelijke bewijzen staven zijn stelling, zo beweert hij.
Zoals we zopas ook al zeiden, staan we bij de maagdelijke geboorte van de Zoon van God inderdaad voor een door ons niet te vatten wonder.
Maar geldt dat eigenlijk niet van alles wat we lezen in de Schrift? Wie kan begrijpen Wie God is? Wie kan begrijpen dat God door één daad de schuld van Zijn volk uit Zijn boek uitwist? In dit verband schreef iemand eens: „Wie struikelen wil, moet over heel andere dingen struikelen dan over de maagdelijke geboorte van de Zoon van God." En daar moeten we het maar hartelijk mee eens zijn en vasthouden aan de maagdelijke geboorte van Gods Zoon. Al is het voor ons dan een onmogelijkheid, zei Gabriël niet dat er geen ding bij God onmogelijk zal zijn? En daarbij: zullen wij er maar niet anders dan gelovig amen op zeggen, omdat de Schrift het ons openbaart? Misschien zit u niet zozeer met het feit van de maagdelijke geboorte op zich, maar meer met de vraag naar het waarom. Waarom moest Gods Eniggeboren Zoon eigenlijk uit een maagd geboren worden, zo luidt de vraag die u wellicht bezig houdt. Nu is het niet gemakkelijk, daarop een eenvoudig antwoord te geven. Laat ik het proberen. Het geboren worden uit de maagd Maria heeft alles te maken met de erfzonde, zo moet u weten. Als Hij geboren zou zijn uit de verhouding tussen een man en een vrouw, dan zou Hij belast zijn geweest met erfzonde. En als dat het geval zou zijn geweest, dan zou Hij voor Zijn eigen schuld hebben moeten lijden en sterven. Hij zou dan niet Borg en Middelaar hebben kunnen zijn voor Zijn volk. Maar nu Hij geboren is uit de maagd Maria, nu heeft die erfzonde Hem niet belast! Nu kon Hij vrijwillig alle zonden van Zijn volk op Zijn Middelaarsschouders nemen! Ziet u hoe diep de zaken liggen?
Gabriël boodschapte dus aan Maria dat uit haar de Zoon van God zou worden geboren. Hij gaf meteen ook aan, welke naam Hij zou moeten dragen en wel de naam Jezus. Die naam bevat een hele prediking. Weet u wat die naam Jezus betekent? Dit: Hij, Die ruimte maakt. Hij, Die Zijn volk zalig maakt van hun zonden. Hij, Die Zijn volk verlost van het grootste kwaad en brengt tot het hoogste goed. Deze naam laat zien, dat Hij kwam om Zijn leven te stellen voor de schapen. Of zoals Hij later Zelf gezegd heeft: „de Zoon des Mensen is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen, en Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor velen." Die naam Jezus: die laat zien dat het kind dat uit Maria geboren zou worden knecht zou worden. Lijdende Knecht, om Zijn volk te verlossen van schuld en vloek, van zonde en ellende, van dood en eeuwig verderf. Ziet u wat een heerlijke prediking er ligt in deze Naam? Merkt u trouwens ook op, hoe deze Naam onze naam onthult? Als Zijn Naam is: Zaligmaker, dan is mijn naam: zondaar. Als Zijn Naam is: Verlosser, dan is mijn naam: gebondene.
Hoe staat u eigenlijk tegenover Zijn Naam?
Heeft u leren zien en belijden dat er in u geen enkele grond is waarop u zalig zou kunnen worden, en heeft u Zijn Naam lief gekregen? Niet? U denkt toch niet dat u in uzelf rein bent voor God, terwijl Hij het nodig achtte om Zijn Zoon te doen lijden en sterven voor de zonden van Zijn volk? O, laat u toch met God verzoenen. Neem als een arme in uzelf de toevlucht tot Hem, pleitende op de naam van Jezus.
Is het met u misschien zo gesteld, dat u verlangt naar de vergeving van uw zonden, maar die maar niet kunt vinden? Laat ik u erop mogen wijzen, dat de naam Jezus betekent: Hij, Die ruimte maakt. U mag de ruimte voor uw ziel zoeken bij Hem. Dan zal Hij u geven sieraad voor as, vreugdeolie voor treurigheid, en het gewaad des lofs voor uw benauwde geest.
U mag in de naam Jezus uw zaligheid vinden? Blijf in Hem. Laat uw oude mens, de wereld en satan niet de ruimte. Wees een zoutend zout en een lichtend licht. En zwijgt niet stil, want deze dag is een dag van goede boodschap. Opdat zo de blinde heiden, nu van God gescheiden, eens Zijn heil erkennen mag!

Bennekom, D. van der Zwaag

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen