Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vragen van een jongen (Vragen van een jongere I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragen van een jongen (Vragen van een jongere I)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vragen die ouderen misschien verdringen of die bij hen eenvoudig niet opkomen, worden door jongeren van vandaag recht-toe-recht-aan gesteld. De wereld waarin zij leven dringt die vragen aan hen op, niet in de laatste plaats door de omstandigheid dat alles wat op de wereld tot in de verste uithoeken gebeurt, dagelijks en heel direct binnen hun waarneming is. Veel jongeren toetsen eigen positie en levensomstandigheden waarin en waaronder zij hier in het vrije en welvarende westen leven, aan het leven van al die medemensen in landen en gebieden onder de meest erbarmelijke omstandigheden, in situaties van politieke druk, van grote economische beperkingen en sociale onrust, van desastreus natuurgeweld, van honger, van epidemische ziekten zonder adequate medische zorg, kortom van een leven met marginale levensomstandigheden.

Vanuit onze leef- en denkwereld
Hierover kennelijk nadenkend, stelde een jongen die zich op de rand van het kerkelijk leven beweegt, mij dezer dagen de vraag hoe hij die schrijnende tegenstelling tussen ons welvarende leven hier en alle ellende in een groot deel van de wereld ver weg en dichterbij, moet zien in het licht van het geloof, vanuit zijn door het christelijk geloof bijgebrachte overtuiging dat voor God alle mensen gelijk zijn, dat voor God elk mensenleven waardevol is en dat in elk mensenleven niets gebeurt dat buiten zijn wil en macht omgaat. Dat te geloven, terwijl miljoenen kreperen van honger en een verschrikkelijke dood sterven of hun dagen slijten onder de druk van macht en geweld, viel hem moeilijk. Terwijl het leven van miljoenen medemensen slechts wordt beheerst door één vraag, namelijk hoe men zou kunnen overleven, terwijl in een groot deel van de wereld mensen alleen maar een geschiedenis van bloed, zweet en tranen schrijven, baden wij in weelde en verkeren wij in de gelegenheid om ons leven in vrijheid inhoud te geven op de wijze zoals we dat doen, ook in godsdienstig opzicht. Moet ik dat nu als een soort verkiezing, als een bijzondere genade van God zien, vroeg de jongen zich af. Het christelijk geloof, in leer en leven, was en is nog altijd een wezenlijk en invloedrijk element in onze cultuur. We hebben er een hele wetenschap omheen gebouwd, knappe theologieën ontwikkeld, analyses van allerlei schakeringen in de geloofsbeleving gemaakt, vanuit de Heilige Schrift en de belijdenissen van de Kerk tot in detail aangegeven hoe de dingen van het geloof in elkaar zitten, maar dat alles wel - aldus de jongen - vanuit onze leef- en denkwereld, die een heel andere is dan die van mensen uit andere culturen. Zijn wij door God in bijzondere mate begunstigd, doordat wij op bijzondere en intensieve wijze inzicht in de dingen van het christelijk geloof kregen of lag het cultuur-historisch gezien in de ontwikkeling der dingen besloten dat het christelijk geloof in onze cultuurkring die opgang maakte, die het in kennis en in praktische invloed op het maatschappelijk bestel heeft gehad en nog heeft? Als dit door ons als een bijzondere zegen moet worden gezien, is dat door ons dan niet tot een vloek gemaakt, doordat de theologie als wetenschap en de kerken in haar lange geschiedenis van onvruchtbare discussies rond allerlei geloofsvragen en leerstukken, het geloof hebben gesystematiseerd en gerationaliseerd? En dat niet alleen. Moet - aldus nog steeds mijn jongere gesprekspartner - ook niet worden geconcludeerd dat wij met het geloof omgaan, er stellingen omheen hebben gebouwd op een manier, die eigen is aan ònze leef- en denkwereld maar die in andere cultuurkringen geen of andere geldigheid heeft. Hij hekelde de vanzelfsprekendheid waarmee wij de vragen en de antwoorden van het geloof op ons „riante" leven in het rijke en vrije westen betrekken als zouden wij op heel bijzondere manier in Gods gunst delen, terwijl de waarheden waaruit wij leven, weersproken lijken te worden in de levens van miljoenen medemensen elders in de wereld, die de beleving van de gedachte aan een God, op wiens Vaderlijke bijstand men in het leven van stap tot stap mag hopen en rekenen, moeten ontberen.
Het ergste en met het laatste samenhangend vond hij dat het christendom onder ons een puur beschouwend christendom is geworden. Er wordt niet meer gecelebreerd maar geredeneerd. Geloofsgeheimenissen worden niet meer echt gevierd maar zijn in allerlei variaties op formule gebracht en daardoor ontdaan van het element van verwondering en bewondering, van die spirituele ervaringen, die men nog wel tegenkomt in de onbevangenheid van mensen uit andere culturen, die voor het eerst met het Evangelie van Jezus Christus en met het christelijk geloof in aanraking komen. Hij had ook moeite met de gedachte dat het geloof overal ter wereld wordt beleefd respectievelijk zou moeten worden beleefd op de wijze en met dezelfde kenmerken als onder ons het geval is.

Verwondert u zich niet - merkte hij op - dat zoveel jongeren de kerk verlaten. Dat gaat echt niet alleen terug op de geest van de tijd die van het geloof zou aftrekken of op een hang naar een los en werelds leven. Veel jongeren - al zijn ze zich dat niet altijd even sterk bewust en al spreken ze dat niet allemaal even duidelijk uit - zijn vast- en doodgelopen in de eindeloze en vele godsdienstige beschouwingen die het westerse christendom kenmerken, beschouwingen die dikwijls maar ten dele de volle waarheid weergeven en soms antwoorden geven, die men vanuit de eigen levenservaring en vanuit de indrukken die men uit het brede leven van mens en wereld opdoet, weersproken voelt.

In het verdere van het gesprek heb ik een poging tot antwoord ondernomen. Daarover in het volgende „nader bekeken".

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 februari 1990

De Wekker | 8 Pagina's

Vragen van een jongen (Vragen van een jongere I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 februari 1990

De Wekker | 8 Pagina's