Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ambtsdragersconferentie over geloof en gevoel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ambtsdragersconferentie over geloof en gevoel

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Saamhorigheid
We geven graag een paar indrukken weer van de laatste ambtsdragersconferentie. Een tweemaal-jaarlijks gebeuren, dat altijd een goede belangstelling heeft, is deze bijeenkomst van de broeders, waaraan de laatste jaren ook steeds meer een niet gering aantal zusters deelneemt. De sfeer is er meestentijds bijzonder goed. Het gevoel, broeders te zijn van hetzelfde huis, versterkt de saamhorigheid. De bedoeling bij te dragen aan de eenheid en opbouw van de gemeenten, geeft aan het geheel een blij en positief karakter. Het is altijd goed toeven, daar waar mensen met blijde gezichten elkander de hand reiken.
Het openingswoord van de voorzitter, br. D. Koole draagt immer het duidelijke teken van degelijke voorbereiding. Het bepaalt veelal de toonsoort, waarin de stukken van de dag worden gespeeld. Ditmaal was het gewijd aan de uitdrukking: „een stil en gerust leven", een begripsaanduiding uit ver verleden tijden. De maatschappij is vol onrust. Opgejaagd door de media kan slechts een enkeling het geheel behappen. In het wereldgebeuren is sprake van verharding, concentratie, zorg. Ook in de samenleving heerst gejaagdheid. Maakt de kerk een uitzondering? Is zij een oase van rust? De roomse kerk is in beweging. Ook de protestantse wereld verkeert in grote onzekerheid. Belangen botsen op elkaar. Engkerkelijk denken is er en klein-burgerlijkheid. Geleerdheid stuit op geleerdheid. Is er geen sprake van een gevoelloze mens, die de samenhang niet meer bespeurt tussen geloof en gevoel? Een ervaring die br. Koole tijdens een vakantie had, gaf hij door aan de vergadering. In een kapel ergens in Portugal op de Goede Vrijdag, waar een eenvoudige gelovige vrouw het beeld van de lijdende Christus naderde om de hand ervan te strelen met zichtbare liefde. Dat straalde rust, toewijding en gevoel uit. Zijn wij die niet kwijt? Er werd daar een gebeuren zichtbaar van de diepste rust die een mens kan ten deel vallen. In Christus is de rust geschonken.
Het zingen is een punt apart op de conferenties. Een stem als van vele wateren, een groot massief zingen, dit mannenkoor, waar niemand de lippen gesloten kan houden. Voordat de eigenlijke zaak aan de orde kwam, het onderwerp, ingeleid door prof. W.H. Velema, was er een afscheid van drie broeders die elk op eigen manier de zaak van de ambtsdragers en hun blad hebben voorgestaan en gediend. Br. J.C. van Beveren, H.W. van der Brink en prof. dr. J. van Genderen traden tijdens deze vergadering terug. Hun echtgenotes vergezelden hen, voorzover zij daartoe in de gelegenheid waren. Ieder van de broeders werd getypeerd door de voorzitter met een enkel woord, dat naar de beginletters van hun achternaam gemakkelijk te onthouden viel. Van Beveren: bedaard en bedachtzaam. Zo tekende de voorzitter hem. Van der Brink: belijnd en bezonken. Van Genderen: gedegen, gefundeerd, gelijkmatig. Br. Van Beveren vertolkte de dank die in zijn hart was, om zo veel goeds dat hij in een kring van broeders had mogen meemaken. Hij liet ons even iets proeven van de sfeer die in de jarenlange verbondenheid van broeders onderling was gegroeid. Twintig jaar samen dienen is niet gering. Van der Brink trad uit de redactie van Ambtelijk Contact terug, waar hij via het Diakonaal Contact in was gekomen en 28 jaar had mogen werken. Hij sprak mede namens prof. Van Genderen, die eveneens terugtrad, na jarenlange actieve redactionele arbeid. Bloemen voor de dames, een geschenkenbon en/of een boek voor de heren en een hartelijk welkom voor degenen, die hun plaats innemen, dat was een apart agendapunt.

Het referaat
Na deze wisseling in de wacht kreeg prof. Velema de gelegenheid om zijn referaat te houden over de samenhang tussen geloof en gevoel. Een enkele forse lijn diende om het vraagstuk confessioneel te funderen. De Catechismus zowel als de Leerregels wijden aandacht aan de gevoelskant van het geloofsleven. De trend van de tijd is er naar om grote aandacht te vragen voor het gevoel, dat jarenlang een karige plaats toebedeeld kreeg. Men verdrong emoties. Vandaag spreekt men er vrijer over. De publicatie van drs. A(leid) Schilder bracht nog al wat commotie in de gereformeerde wereld. Het geloof zou depressief maken en een blokkade betekenen voor het gevoel. Tegen deze achtergrond kwamen drie vragen aan de orde. Wat is het gevoel eigenlijk? Betekent het een belemmering voor het geloof? Hoe is de samenhang te omschrijven? Dan ook: hoe gaan ambtsdragers om met het gevoel in hun ambtelijke werk? En ten slotte: hoe bevorderen wij het uiten van gevoelens?
We moeten hier volstaan met het aanwijzen van de hoofdlijnen van het betoog van prof. Velema. De ambtsdragers krijgen het hele referaat keurig in Ambtelijk Contact en belangstellende gemeenteleden kunnen er langs die weg ook wel kennis van nemen. Van belang waren de omschrijving en de plaatsbepaling van het gevoel. Het is een reactie op hetgeen wij gewaarworden en het betekent iets eigens ten opzichte van het verstand en de wil. Wat wij gevoelen gaat niet vooraf door de zeef van het verstand, 't gevoel is een afzonderlijk vermogen naast verstand en wil. Het gevoel speelt ook wezenlijk mee. Wat zou het geloof zijn zonder gevoel. Gevoel en ervaringen zijn niet hetzelfde. De ervaring is breder dan het gevoel. Het vertrouwen is ook niet aan te duiden als de gevoelsfactor in het geloof.
Het materiaal in de Schriften is niet te overzien. Er is sprake van hooggestemde blijdschap, maar ook van bittere droefheid. De gevoelens van de gelovigen worden er onder woorden gebracht, ook tekent het evangelie ons het gevoel van angst en benauwdheid, dat over Christus kwam. Nader is te zeggen, dat het gevoel zich heeft mee te bewegen met het geloof. In de relatie tot God spreekt het gevoel ook mee, het is als gevoel ook een bevestiging van het geloof. Toch mag het gevoel als zodanig niet verzelfstandigd worden ten opzichte van het geloof. De volgorde is en moet blijven: geloof en daarna gevoel. Ook moet het gevoel in de pas lopen met het geloof. Het geloof wordt gewerkt door het Woord van God. Daaraan moet het gevoel ook getoetst worden. Immers het gevoel gaat soms ook tegen het geloof in, en alle zonden hebben hun gevoelsaspecten. Het gevoel kan zelfs een invalspoort worden voor de zonde. Daarom komt de prioriteit toe aan het geloof, d.w.z. aan het Woord Gods.
De vraag, hoe wij met onze gevoelens hebben om te gaan wordt bepaald door die naar het geloofsgehalte van het gevoel. Wij moeten in alles, ook in het gevoel, maat houden, de maat van het geloof. Dat voorkomt, dat men aan neurotische schuldgevoelens mateloos toegeeft en men deze koestert. De Schrift moet hier spreken, zoals b.v. geschiedt in Ps. 142. Men moet de gevoelens niet blokkeren, men mag ze ook losroepen, hetgeen van betekenis kan zijn in het proces van rouwverwerking. Men mag elkaar ook de gevoelens laten merken. Maar bij alles moet er gerichtheid zijn op de Here Jezus Christus.

Bespreking
Aan de bespreking werd deelgenomen door velen, die hun vragen eerst hadden ingeleverd, maar ook door hen, die zich tijdens de discussie naar voren begaven. Na de pauze had zich een klein forum gevormd, waarvan deel uitmaakten naast de referent, drs. A. Baars en mevr. drs. J. van Dijk, klinisch psychologe van het Gereformeerd Psychiatrisch Ziekenhuis in Bosch en Duin. Onder leiding van de voorzitter bewoog de discussie zich rond de vragen van prediking en gevoel, pastoraat en gevoel, theologie en psychologie. Is er geen tekort aan mogelijkheden in onze erediensten om onze gevoelens te uiten? Kunnen ambtsdragers zich wel voldoende inleven in de gevoelens van anderen? Weten zij te onderscheiden tussen heilige verontwaardiging en onheilige boosheid van de oude mens? Is er wel voldoende oog voor de noodzaak van psychologische scholing voor ambtsdragers? Weet men tijdig professionele hulp in te schakelen? Heeft een flegmaticus (iemand die gelijkmatig en onverstoorbaar kalm is) minder gevoelsleven dan een ander? Hoe is de verhouding van gevoel en bevinding? Weten wij voldoende hoe we de mensen kunnen laten praten, zodat zij gelegenheid hebben ook hun gevoelens te uiten?
Wat is de plaats van gevoelens in de prediking? Kunnen we wel voldoen aan wat de mensen vragen, omdat zij luisteren vanuit verschillende gevoelens; zij zijn zo verschillend! Is er geen duidelijk verschil te maken tussen gevoel en gevoelen en gevoeligheden?
Kortom, een grote en lange reeks van belangrijke vragen, op gevoelige manier vertolkt en op heldere wijze nu eens door de een en dan weer door de ander beantwoord, ziedaar wat zich voornamelijk na de pauze afspeelde. Boeiend, leerzaam, soms voorspelbaar, die vraag en dat antwoord. Een kerk vol mensen met eigen gevoeligheden, eigen gevoelens en ook eigen gevoel. En dat alles moet niet te lang onder spanning gehouden worden. Nu, dat gebeurde ook niet. Het was goed om in Amersfoort te zijn. En het is best een goed idee, om het referaat van prof. Velema straks eens in kleinere groepen in de gemeente hier en daar te bespreken. Het kan geen kwaad om elkaar zo te ontmoeten.
Werden alle vragen gesteld? Natuurlijk niet.
Werden alle vragen helemaal uitputtend behandeld? Evenmin. Maar het was heel goed om samen te zijn in het weten, dat deze bijeenkomsten de vaste wil versterken om elkaar te helpen. Zo'n gevoel kan een mens op zo'n bijeenkomst krijgen. Helemaal samen in onze kerken. Tegen vier uur was alles afgelopen. Op maandag was hier en daar al te lezen wat men er van vond. Trouw: een beroerde verslaggeving. Wie zit daar wel, die permanent zo isegrimmig tegen onze kerken moet doen? Van die kant is weinig tot in het geheel geen begrip voor ons te verwachten. Het RD: luisterend met een eigen oor, afgestemd niet op wat er te horen viel, maar op wat de lezers graag zouden willen vernemen, als gezegd door die dominee uit deze, of door die dominee uit die andere hoek, aldus de objectiviteit van de verslaggeving missend. Waarom moet het RD altijd mikken op de vleugels in plaats van op het lichaam van onze kerken? Het ND, door velen vanwege het dunne papier geen echte krant gevonden, dit keer als vele malen eerder: een objectief verslag, waarvan men kan zeggen, dat het zo ongeveer wel geweest is. En hier in De Wekker? Geen verslag, maar een hoorindruk. En die was zeer positief, althans dat gevoel heb ik er van over gehouden. Jammer, dat er niet meer predikanten waren van rechts en links. Ze hadden in dit gevoel kunnen delen. Maar ja, misschien waren ze bezig hun preek op papier te zetten. En dat staat als een opdracht in hun beroepsbrief. Hoewel, er valt soms wat te regelen voordat het zaterdag is. De volgende keer, laten we afspreken.

W. van 't S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 mei 1990

De Wekker | 8 Pagina's

Ambtsdragersconferentie over geloof en gevoel

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 mei 1990

De Wekker | 8 Pagina's