Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gereformeerde spiritualiteit

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gereformeerde spiritualiteit

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In een uitvoerige studie van 208 bladzijden heeft prof. Velema aandacht gegeven aan het thema van de gereformeerde spiritualiteit. Het laatste woord is een begrip geworden, dat ook onder ons meer en meer gebruikt wordt. Voorheen werd het woord voornamelijk gehanteerd ter aanduiding van een specifieke vorm van geestelijk leven, zoals dat zich voornamelijk achter de kloostermuren afspeelde. Spiritualiteit rook naar wierook. Het droeg de sfeer aan van een geschoren kruin. Maar, zoals het met woorden wel meer gaat, het werd algemeen gangbaar in een bredere zin en men hoort het nu alom wanneer het geestelijke leven van de mens bedoeld wordt.
Prof. Velema heeft zich van de keuze voor het begrip uitvoerig rekenschap gegeven. Hij deed dit door het woord te plaatsen tegen de achtergrond van de recente ontwikkelingen. Ook hij vroeg zich af, hoe het komt dat dit woord in betrekkelijk korte tijd zo populair is geworden. Hij verwijst in dit verband naar het pluralisme van de huidige samenleving: een grote verscheidenheid van opvattingen, die niet gemakkelijk met elkaar in overeenstemming zijn te brengen (blz. 19). Ook wijst hij op het functionele denken, dat van betekenis is bij de omvorming van begrippen.

Inhoud
In het tweede hoofdstuk duikt Velema de literatuur in. Een verkenning van het woordgebruik daar duidt op een veelheid van opvattingen, waarin men nauwelijks een weg ziet. Het derde hoofdstuk zet deze grote verscheidenheid in verband met de contextualiteit, waarmee gedoeld is op het verschijnsel dat de spiritualiteit de eeuwen door verschillende vormen aannam. Vervolgens tekent Velema ter typering van de verschillende stromingen vijf modellen of typen, die het veld beheersen: een historisch-confessionele opvatting, een oecumenisch-pluralistische opvatting, een religieus- antropologische stroming, die van het ethisch engagement en de synthetische opvatting. De term spiritualiteit wordt graag gebruikt (hoofdstuk 5). Maar is zij wel bruikbaar? Kan men wel spreken van gereformeerde spiritualiteit? En wat betekent in dit verband de aanduiding „gereformeerd"? Ook hier geeft Velema vijf karakteristieken, of liever gezichtspunten (blz. 81), die wezenlijk zijn voor het thema: soevereiniteit van God; de relatie van openbaring en geloof; zonde en genade; heilsverwerkelijking door deelachtigmaking van de weldaden van Christus; verwachting van de wederkomst. Tegen de achtergrond van het bijbelse spreken merkt prof. Velema op dat er consonantie is met wat de Schrift zegt. In een breder hoofdstuk tekent hij vervolgens wat het geloof is, gezien als relatie en ook wat het geloof betekent, naar de geloofsinhoud. Hier komen de trekken van de bevinding aan de orde: het werk van de Geest in ons. Sprak men vroeger dikwijls over de oefeningen in de godzaligheid (exercitia pietatis), ook onze tijd vraagt om oefening, namelijk als middel en als vrucht. Nu krijgen de middelen der genade een plaats: bijbel, kerkdienst en gebed, meditatie, eredienst in het gezin enz. In het voorlaatste hoofdstuk bepleit Velema de invoering van een apart vak op de rooster van het theologisch onderwijs: spiritualistiek. In het laatste hoofdstuk gaat hij dan ten slotte in op de betekenis van de gereformeerde spiritualiteit voor de vraag omtrent de godsverduistering, een thema, dat vooral de laatste tijd velen boeit. Een zeer uitvoerige literatuurlijst geeft blijk van de belezenheid van de schrijver en zij helpt de lezer die zich verder wil oriënteren.

Levensbelang voor school en kerk
Deze studie van prof. Velema raakt een thema dat van levensbelang is voor de kerken en voor de opleiding. De schrijver heeft de kerken er mee willen dienen in het jaar waarin de naam van de theologische hogeschool veranderd werd in die van theologische universiteit. Het lijkt allemaal zo wetenschappelijk aan de universiteit. Komt de vroomheid niet in gedrang? Juist met het oog daarop herinnert de schrijver aan de noodzaak om het onderwijs te laten doortrekken met de vroomheid. Zijn gehele boek is een hartelijk en krachtig pleit daarvoor. Inderdaad, indien de vroomheid verloren zou gaan, dan raakt het onderwijs in de theologie een levenselement kwijt. De vaderen waren daarvan overtuigd. Voetius leverde een krachtig pleit voor het samengaan van wetenschap en vroomheid. Hij gaf zelf colleges over de praktijk der godzaligheid. Naar Voetius wordt bij meer dan één gelegenheid verwezen door prof. Velema. En terecht. Immers in de theologie gaat het om de wetenschap, de kennis van God, om de vreze des Heren, om die kennis die leven, die waarheid, die tevens bevinding is. Daarin geoefend te worden is voor ieder noodzakelijk. En met name geldt dit de student, die gemakkelijk gevaar loopt, om te verdwalen binnen het uitgestrekte gebied van het theologisch onderzoek. Laat de vroomheid mij behoeden! Die vroomheid weet, dat de leerstoel in de hemel staat. Zij draagt ook kennis ervan dat er oefening noodzakelijk is.

Een apart vak?
Een vraag die prof. Velema voor zichzelf duidelijk beantwoordt, is die van de wenselijkheid om voor de vroomheid een apart vak te stichten. Voetius gaf een soort privatissimum in het vak. Maar we weten van vele collega's uit zijn dagen die er niet direct zo voor waren, om het als een afzonderlijke theologische discipline op de rooster te zetten. Men vreesde, dat op die manier wellicht het bestand der vroomheid zou verdwijnen bij de uitleg van de Schrift of bij het verklaren van de leerstukken van de kerk. Het is bekend dat de professoren uit Leiden bij meer dan één gelegenheid doof bleven voor het verzoek van de synodes van Noord- en Zuid-Holland, om een aparte leerstoel te stichten voor de „praktische theologie", zoals de „spiritualistiek" in die dagen werd genoemd. Het onderwijs op zichzelf moest praktisch zijn en op de praktijk gericht Men vreesde dat het onderwijs in zijn totaliteit aan geestelijk gehalte zou inboeten. Niet een gebrek aan spiritualiteit, maar juist een niet verkeerd inzicht in het wezen ervan deden hen zo adviseren. Ik bedoel maar, dat er voor beide standpunten argumenten zijn aan te dragen, die ook wel de moeite van het overwegen waard zijn. In ieder geval is het zo, dat een theologische opleiding onder wat voor naam dan ook, nimmer een goede en innige verbinding met de vroomheid kan missen. Hoofd en hart behoren bijeen. En dit blijkt duidelijk uit deze studie.

Godsverduistering?
Een ander belangrijk punt is gelegen in de mogelijkheid die goede gereformeerde vroomheid biedt om niet ten offer te vallen aan het modieuze spreken over godsverduistering. Ik vind het een eng, een weinig schriftuurlijk woord. Het stamt uit de wijsbegeerte, en vraag niet uit welke. De kerk spreekt anders krachtens openbaring. Wij zouden niet eens weten hoe donker het wel is, als God over zijn verberging zich niet had geopenbaard. God is geen natuur gegeven als de zon en de maan, die in de schaduw kunnen komen. God is licht. En er is gans geen duisternis in Hem. Terecht gaat prof. Velema het gesprek aan met hen, die menen dat godsverduistering een goed woord is om de situatie van de moderne mens aan te geven. Zijn gesprek met prof. Graafland is op dit punt verhelderend. Het kan ons er aan herinneren, dat de kerk, dat het hart, dat het geloof geheel leeg wordt, wanneer de echte vroomheid gaat ontbreken. Dan wordt het donker. Niet omdat God zich niet geopenbaard heeft. Maar omdat wij de duisternis liever hebben dan het licht.
De ware vroomheid zoekt het licht: ook het licht in de gemeenschap der heiligen. De kerk hoort er in de gereformeerde vroomheid wezenlijk bij. Een geestelijk mens is een kerkelijk mens. En er zijn geen echte gaven van vroomheid, dan die ons door de kerk als Moeder worden geschonken. Dat element komt misschien niet zo heel duidelijk uit in dit boek, maar het ontbreekt ook niet geheel. En dat is van betekenis. Want moderne spiritualiteit maakt graag een ommetje als de kerk in het vizier komt. Gereformeerde vroomheid wordt in de kerk geboren. Zij wordt er staande gehouden en van haar zijde houdt zij de kerk gaande.
Kortom een veelzijdig boek, dat zijn weg wel vindt en zijn uitwerking wel zal hebben: onder de onmisbare zegen van de HERE.
N.a.v. dr. W. H. Velema, Nieuw zicht op gereformeerde spiritualiteit, Uitgeverij Kok Voorhoeve Kampen, 208 blz., prijs ƒ 29,50.

W. van 't S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 februari 1991

De Wekker | 8 Pagina's

Gereformeerde spiritualiteit

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 februari 1991

De Wekker | 8 Pagina's