Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Reactie op een bespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Reactie op een bespreking

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De bespreking van het proefschrift van dr. Loonstra gaf hem aanleiding tot het maken van een enkele opmerking. De verdediging van een proefschrift is afgesloten nadat de pedel het „Hora est" heeft laten horen. Wij beschouwden onze bespreking als een bijdrage tot de promotieplechtigheid zelf, die daardoor wat langer uitliep. Daarom stellen we ook dr. Loonstra in de gelegenheid om zijn verdediging op sommige punten voort te zetten. Nu deze regels geplaatst zijn, is daarmee een definitief „Hora est" gesproken en is de discussie beëindigd voorzover die in De Wekker plaats had.

W. van 't S.


Het is niet gebruikelijk dat een auteur publiekelijk reageert op een bespreking van zijn boek. Hij heeft zijn werk aan de openbaarheid prijsgegeven, en daarmee ter beoordeling aangeboden aan anderen. Wat hij zelf te zeggen heeft, dient duidelijk in zijn boek te staan. Dat moet voldoende zijn.
Een afwijking van deze regel is slechts dan gerechtvaardigd, wanneer de schrijver van oordeel is, dat de weergave van zijn studie onaanvaardbare misverstanden oproept. Drie van de artikelen van prof. dr. W. van 't Spijker in De Wekker over mijn promotie en proefschrift geven mij op deze grond aanleiding tot een reactie.
Weliswaar geeft het slotartikel de indruk dat sommige eerder gedane uitspraken worden afgezwakt, maar anderzijds wordt niets expliciet terug genomen van wat eerder werd gesteld. Daarmee is de duidelijkheid niet gediend. Daarom volgt nu een summiere reactie.

Eerste artikel - Tijdens de promotie werd niet een vraag gesteld over een afwijzend standpunt dat ik zou hebben ingenomen inzake het metafysisch spreken over God, maar over een vermeend afwijzend standpunt inzake het metaforische spreken over God. „Metafysisch" wil zeggen: betrekking hebbend op een zelfstandige goddelijke werkelijkheid achter onze zintuiglijk waarneembare wereld. „Metaforisch" wil zeggen: gebruik makend van beelden en analogieën ontleend aan onze zintuiglijk waarneembare wereld. De spits van de oppositie was dus niet, dat God te veel in geschiedenis werd getrokken, ten koste van zijn onafhankelijkheid, maar veeleer het omgekeerde. Tegenover de anti-metafysische tendens in veel moderne theologie is dit een punt van belang.

Derde artikel - Hier wordt gewag gemaakt van dogmatische vooringenomenheid bij de exegetische conclusie, dat de Bijbel geen rechtstreekse verwijzing naar een verbond der verlossing bevat. In werkelijkheid gaat het hier om een eenvoudige conclusie op grond van evidente exegetische overwegingen, ook van de kant van gereformeerde exegeten.
De methode en de resultaten van het historisch-kritisch onderzoek van de Bijbel worden niet zonder kritiek aanvaard. De reden daarvoor is, dat uitgegaan wordt van het openbaringskarakter van de Heilige Schrift. De mogelijkheid van verschillende teksttradities kan niet op voorhand worden afgewezen, maar zij mag pas worden overwogen, indien de tekst zelf, in vergelijking met andere teksten, daartoe aanleiding geeft. Met het zoeken naar een normatieve tekst achter de tekst, als een canon in de canon, heeft dit niets te maken. De uiteindelijke tekst presenteert zich aan ons als het gezaghebbend Woord van God. Daarvoor willen wij buigen.
In een dogmatische studie is het niet geheel te voorkomen, dat de bijbels-theologische fase van het onderzoek beïnvloed wordt door de dogmatische doelstelling. Deze opmerking in het proefschrift (blz. 193) is niet gemaakt om een dogmatische vooringenomenheid bij de exegese te rechtvaardigen, zoals prof. Van 't Spijker meent. Zij dient integendeel om ons terdege van onze dogmatische interesse bewust te maken, opdat die onder kritiek gesteld kan worden van het Woord, en juist niet, in de vorm van een vooropgezette visie, over de Schrift heen komt te liggen.

Vierde artikel - Het antwoord op de vraag, of Adam in het paradijs de heilzame wet kende, hangt af van de manier waarop wij „wet" opvatten.
Het boek beperkt zich tot de exegetische vaststelling, dat Paulus de wet niet op de paradijstoestand toepast, en dat hij „wet" opvat als de geschreven wet.
De noodzaak van verzoening door voldoening zou een ander fundament behoeven. Welk ander fundament zou in aanmerking kunnen komen dan het herstel van het geschonden recht van God?
Gerechtigheid heeft in de Bijbel inderdaad meer aspecten dan alleen dat van heelheid, heil en verlossing. Tegenover een trend in de moderne exegese heb ik verdedigd, dat als keerzijde van de heelheid-scheppende gerechtigheid ook sprake is van vergeldende, genoegdoening eisende gerechtigheid.

B. Loonstra

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 maart 1991

De Wekker | 8 Pagina's

Reactie op een bespreking

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 maart 1991

De Wekker | 8 Pagina's