Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een ogenblik in Zijn toorn

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een ogenblik in Zijn toorn

7 minuten leestijd

Want een ogenblik is er in Zijn toorn, maar een leven in Zijn goedgunstigheid; des avonds vernacht het geween, maar des morgens is er gejuich. Psalm 30:6

Wordt hier gemakkelijk gesproken over de toorn van God? Is die toorn maar van korte duur en van weinig betekenis? Nee, deze psalmdichter heeft iets van die toorn ervaren. Hij weet, wat dit voor een toorn is. Daar valt niet mee te spotten. „Want wij vergaan door Uw toorn; en door Uw grimmigheid worden wij verschrikt".
Nu zijn er mensen, die gemakkelijk en snel toornig worden. Soms weten ze zelf niet waarom. Maar zo is God niet. Hij wordt beslist niet zomaar toornig. Wel kan Hij geducht toornen en dan is daar altijd alle reden voor. Zijn toorn is steeds een heilige toorn. Deze is niet wisselvallig. Lees maar psalm dertig. Het is allemaal begonnen met voorspoed. Dat was een vrije gave van de Heere. Maar daar had de dichter geen erg in. Het ging hem goed, al te goed. Zijn welvaart bracht hem tot overmoed, en deze overmoed werd hoogmoed. Luister maar, hoe de dichter toen sprak. „Ik zal niet wankelen in eeuwigheid". De klemtoon legde hij op dat eerste woordje „ik". „Ik zal niet wankelen. . ."
Zulke woorden passen niet in de mond van een mens. In eigen kracht blijven wij echt niet staan. Wie in eigen kracht staat, die valt zeker. Standvastigheid is er, en komt er alleen door het geloof; alleen uit genade. Alleen in diepe afhankelijkheid van de Heere.
Maar deze dichter sprak hoogmoedig. Dat is zonde voor God. Dat is het, waar de Heere Zich over vertoornt: over hoogmoed, eigendunk, zonde. God wederstaat de hovaardigen, maar de nederige geeft Hij genade. Als wij hier horen van Gods toorn, dan is er reden voor. Dat is verdiend. De Heere toornt vanwege de hoogmoed.
Als de Heere toornt, is dat een heilige toorn en een verdiende toorn. De Heere is en blijft heilig, ook in Zijn toornen of straffen. Hij doet zeker geen onrecht; ook niet tegenover de dichter; tegenover niemand.
En God kàn toornen. Dat heeft de dichter ervaren. Hij zegt het: Toen Gij toornde, toen Gij Uw aangezicht verborg, werd ik verschrikt. Gods toorn is een ontzaglijke werkelijkheid. Hierdoor zat hij in de put. Hij kreeg het benauwd. Ja, het was of hij in de kuil neder daalde (vers tien).
Gelukkig werd de psalmdichter niet alleen verschrikt. We lezen ook, dat hij riep en smeekte tot God. Uit de diepte roept hij: Wees mij genadig; HEERE! en wees mij een Helper.
Hier gebeurt een wonder. Er is alle reden voor Gods toorn. De psalmdichter zit diep in de put. Maar de Heere haalt hem eruit! Uit de diepste diepte trekt Hij hem op. De dichter zingt ervan: HEERE, mijn God! ik heb tot U geroepen, en Gij hebt mij genezen. HEERE! Gij hebt mijn ziel uit het graf opgevoerd; Gij hebt mij bij het leven behouden, dat ik in de kuil niet ben nedergedaald.
Dat heeft de Heere gedaan; Hij alleen. Daarom looft en prijst de psalmist Zijn heilige Naam. „Ik zal U verhogen. . ." Hij roept alle vromen te hulp, om samen met hem de Heere groot te maken. „Psalmzingt de HEERE, gij Zijn gunstgenoten!"

Een ogenblik is er in Zijn toorn, maar een leven in Zijn goedgunstigheid. Gods toorn is er, en hij is ontzettend. Geen mens kan hem verdragen. Maar deze toorn gaat voorbij. Hij is slechts van korte duur. Omdat Christus de toorn Gods heeft gedragen.
Het avondmaalsformulier zegt zo treffend, dat Hij de toorn Gods (onder welke wij eeuwig hadden moeten verzinken) van het begin Zijner menswording tot het einde Zijns levens op de aarde voor ons gedragen, en alle gehoorzaamheid en gerechtigheid der Goddelijke wet voor ons vervuld heeft; voornamelijk, toen Hem de last van onze zonden, en van de toorn Gods, het bloedige zweet in de hof uitgedrukt heeft; waar Hij gebonden werd, opdat Hij ons zou ontbinden. . .
Daarom kan God mensen, die alleen toorn en straf waard zijn, genade betonen. Hij vergeeft hun zonden. Hij zegent hen. Hij geeft hun het eeuwige leven. Dat kan alleen om Christus' wil. Alleen om de Borg en Zaligmaker.
Dat is een wonder van genade. Hier hebben we de oorzaak van de vreugde van de dichter. God zal niet altoos twisten, noch eeuwiglijk de toorn behouden (Psalm 103).
Zelf hebben we dat wel verdiend, dat Hij toornig blijft. Wij mogen wel zeggen:

Wij hebben God op 't hoogst misdaan;
Wij zijn van 't heilspoor afgegaan;
Ja, wij en onze vad'ren tevens.
Verzuimend' alle trouw en plicht.
Vergramden God, den God des
levens.
Die zoveel wond'ren had verricht.

Als het van ons afhing, zou de Heere altijd toornig blijven, en nooit meer vriendelijk, genadig en goedgunstig worden. Maar nu staat er: een ogenblik is er in Zijn toorn. De Heere zal niet lang Zijn aangezicht verbergen.
Hij heeft met Zijn toorn en met het verbergen van Zijn aangezicht een bedóéling. Ook met Zijn straffen en kastijdingen heeft Hij een bedoeling. Hij wil niet, dat u in de kuil neder daalt. Integendeel, Hij toornt om te genezen en om terecht te brengen.
Even, een ogenblik is Hij toornig en straft Hij, om een lange tijd, ja een léven lang te geven in Zijn gunst! Met Zijn toorn en met Zijn straf heeft Hij alleen uw behoud op het oog.
Vaders en moeders straffen ook weleens. Ze doen dat niet voor niets, maar dat is nodig. En als het dan maar helpt!
God straft ook; en niet te streng. Hij straft ons, maar naar onze zonden niet (Psalm 103). In die straf heeft Hij het beste met u voor. Helpt het? Hoe zwaar moet Hij straffen, en hoe lang moet Hij toornig zijn, voordat het helpt?
De psalmdichter heeft Gods toorn gevoeld. Als de Heere Zijn aangezicht verbergt, krimpt de dichter ineen. Hij buigt. Hij smeekt om genade.
De Heere ontfermt Zich op het gebed. Want een ogenblik is er in Zijn toorn, maar een leven in Zijn goedgunstigheid. Er is niet slechts een ogenblik in Zijn goedgunstigheid, niet een langere tijd, maar een léven in Zijn goedgunstigheid. Des avonds vernacht het geween, maar des morgens is er gejuich.

God moet wel eens toornen. Wij maken het er zelfs vaak naar! Hij moet wel eens straffen. En straf is straf. Daar mogen wij niet gering over denken.
Mogelijk weet u ervan. U verkeert in het donker (voor uw gevoel). U gaat een donkere nacht in. Dan heeft deze psalm een boodschap voor u. Buig voor de Heere. Verootmoedig u voor Hem. Roep tot God! Houd aan bij Hem. Want de Heere zal niet verstoten in eeuwigheid. Maar als Hij bedroefd heeft, zo zal Hij Zich ontfermen, naar de grootheid Zijner goedertierenheden. Want Hij plaagt of bedroeft des mensen kinderen niet van harte. Om Christus' wil is er slechts een ogenblik in Zijn toorn, en wel een leven in Zijn goedgunstigheid.

Nauw rijst des morgens vroeg de dag,
Of God verleent, in plaats van lijden,
Weer stof tot juichen en verblijden.

Een ogenblik is er in Zijn toorn, maar een léven in Zijn goedgunstigheid. Dat leven is ongedacht; het is genade van God. Hij schenkt dat, opdat u nooit meer zult zeggen: ik, ik zal niet wankelen in eeuwigheid. Opdat u altijd voor Zijn aangezicht zult leven, uit Zijn hand en tot Zijn eer. In diepe afhankelijkheid van Hem. Niet maar een ogenblik, maar uw leven lang. Opdat u erkent, beleeft, belijdt en bezingt, dat Hij een leven schenkt in Zijn goedgunstigheid. „HEERE, mijn God! in eeuwigheid zal ik U loven."
Deze God hóórt uw roep om hulp. En dezelfde God geeft veel stof tot verwondering, tot dank, tot aanbidding en tot psalmgezang; zelfs in de nacht. Psalmzingt den HEERE, gij Zijn gunstgenoten!

Zuidland, H. van der Ham

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 maart 1991

De Wekker | 8 Pagina's

Een ogenblik in Zijn toorn

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 maart 1991

De Wekker | 8 Pagina's