Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geest en Leven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geest en Leven

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Talloze malen is in de gereformeerde traditie al geprobeerd te beschrijven hoe de Heilige Geest werkt in het leven van de gelovigen. Daarbij bleek telkens weer dat dit geen eenvoudige zaak is. Het werk van de Geest heeft namelijk iets ondoorgrondelijks. Heel duidelijk heeft de Heere Jezus dat laten zien in zijn gesprek met Nicodemus: „De wind blaast waarheen hij wil, en gij hoort zijn geluid; maar gij weet niet vanwaar hij komt en waar hij heengaat; alzo is een ieder die uit de Geest geboren is" (Joh. 3:8). De gang die de Heilige Geest in een mensenleven gaat is net zo onnaspeurlijk als de weg waarlangs de wind waait! Bovendien is er ook nogal wat onderscheid in de manier waarop het werk van de Geest zichtbaar wordt in de levens van verschillende mensen. De omstandigheden waaronder Paulus tot bekering kwam waren heel anders dan die waaronder Lydia of Timotheus het geloof leerden kennen. En het geestelijke leven van Petrus laat een ander beeld zien dan dat van Johannes. Blijkbaar is er nogal wat variëteit in de manier waarop de Heilige Geest werkt in de harten van mensen.
Uit het bovenstaande zouden we de indruk kunnen krijgen dat het eigenlijk niet mogelijk is een vast patroon aan te wijzen waarnaar de Geest altijd zou werken in iedere gelovige. Toch is dat niet waar. De gereformeerde theologie heeft altijd wél tenvolle willen erkennen dat de Geest ondoorgrondelijk werkt en dat er in Zijn werk een rijke schakering te vinden is. Maar tegelijkertijd houdt zij ook staande dat er karakteristieke kenmerken zijn waaraan Zijn werk steeds weer te herkennen is en die in ieder kind van God aanwezig zijn. Deze „vaste punten" leest zij af uit de Schrift.

De vijf punten van Ryle
Nu geven heel wat schrijvers opsommingen van deze vaste punten die kenmerkend zijn voor het werk van de Geest. Dit keer kiezen we een schrijver die vermoedelijk onder ons niet zo bekend is. Het is de Engelse bisschop J.C. Ryle die leefde van 1816-1900. Hoewel hij bisschop was in de Anglicaanse Kerk, wilde hij zeer bewust staan in de traditie van de reformatie en het Engelse puritanisme. Niet zonder reden noemde de bekende baptistenpredikant C.H. Spurgeon - die een tijdgenoot van hem was - hem „de beste man in de kerk van Engeland". Ryle is vooral bekend geworden door zijn korte, helder geschreven tractaten waarin hij de bijbels-reformatorische leer heel praktisch ontvouwde. Bundels met deze tractaten worden nog steeds herdrukt en vinden overal in de engelstalige wereld aftrek. In zijn tractaat over de Heilige Geest noemt hij vijf kenmerken waaraan de aanwezigheid van de Heilige Geest in het hart van een mens gekend kan worden. Ik wil deze punten in eigen woorden weergeven en er hier en daar wat kanttekeningen bij maken.

De zondekennis
Allereerst stelt Ryle dat waar de Geest werkt een diepe overtuiging van zonde is en een oprecht berouw over die zonde. In dit verband haalt hij de woorden van de Heere Jezus aan, dat de Geest zal „overtuigen van zonde" (Joh. 16:8). Dat gebeurt doordat Hij onze ogen opent voor de majesteit van God en de totale verdorvenheid van onze natuur. Ons hart wordt vervuld met droefheid en berouw over de zonde en leert die haten. Nu zouden we kunnen denken dat Ryle met de uitdrukking „een diepe overtuiging van zonde" wil aangeven dat ieder mens eerst tot een bepaalde voorgeschreven diepte van schuldbesef moet komen, voordat hij zicht krijgt op Gods genade. Niets is echter minder waar. In één van zijn geschriften stelt hij de vraag: Hoeveel overtuiging van zonde is nodig? Zijn antwoord laat aan duidelijkheid niets te wensen over: Zoveel, dat u ziet dat u Christus nodig hebt als Zaligmaker en de zonde leert haten. Daarmee heeft hij de weg afgesneden om van de kennis van zonde een bepaald systeem te maken. Tegelijkertijd houdt hij ons echter wél met nadruk voor dat het een wezenlijk aspect van het werk van de Geest is om mensen te overtuigen van hun zonde.

Het geloof
Het tweede hoofdpunt dat Ryle ter sprake brengt is het levend geloof in Jezus Christus, als de enige Zaligmaker. In verband daarmee spreekt hij vooral over „het ambt" dat de Geest heeft om Christus te verheerlijken en wat Christus verworven heeft te verkondigen en uit te delen. Wat bij het lezen van Ryle altijd weer opvalt is dat hij het geloof zo nadrukkelijk omschrijft als een levend geloof in Christus. Daarin staat hij uiteraard niet alleen: Ook bij de meeste puriteinen treffen we deze nauwe verbinding tussen het geloof en Christus aan. Toch vinden we in deze kringen ook wel andere accenten. Er zouden bijvoorbeeld puriteinse schrijvers te noemen zijn die veel sterker hun uitgangspunt kiezen in de verschillende gestalten van het geloof. Uiteraard weet ook Ryle van die gestalten. Hij erkent ten volle dat er niet alleen een krachtig geloof is, maar ook een zwak geloof. Hij weet ook terdege dat Christus voor het oog van het geloof verhuld of verborgen kan zijn. Toch spreekt hij over het geloof altijd heel sterk vanuit Christus. Dat is ook hier het geval, wanneer hij zegt dat de Heilige Geest de mens die zijn zonde beseft naar Christus leidt. De Geest geeft zo iemand oog voor de schoonheid van het volbrachte werk van de Heere Jezus; Hij leert hem afzien van eigen werken en op niets anders te zien, op niets anders te vertrouwen dan Christus en Christus alleen.

De heiliging
Een heel belangrijke kant van het werk van de Heilige Geest is voor Ryle dat Hij de gelovigen heiligt. Ook daarin staat hij voluit in de traditie van de puriteinen, want zij hebben steeds grote nadruk gelegd op de heiliging van het leven. Aan dit onderwerp heeft Ryle trouwens in zijn latere jaren een heel boek gewijd. Daarin staat centraal wat hij ook hier met veel klem benadrukt. Bij het werk van de Heilige Geest moeten we nadrukkelijk met twee woorden spreken: Niet alleen rechtvaardiging, maar ook heiliging; niet alleen vergeving van zonden maar ook de praktijk der godzaligheid. We geven een karakteristiek citaat:

Nogmaals vraag ik mijn lezers de gedachte uit te bannen, dat mannen en vrouwen niets anders dan vergeving en vrijspraak nodig hebben om God te kunnen ontmoeten. Deze verkeerde gedachte is wijd verbreid. Toch wil ik dat u ervoor op uw hoede bent. Het is niet genoeg - zoals menig onwetend christen op zijn sterfbed denkt - dat God onze zonden wegneemt en ons in Zijn heerlijkheid opneemt. Ik zeg nog eens met nadruk: het is niet genoeg. De liefde tot de zonde moet worden weggenomen precies zoals de schuld van de zonde van ons moet worden weggedaan; het verlangen om God te behagen moet ingeplant worden precies zoals de vrees voor het gericht moet worden weggenomen; een liefde tot heiligheid moet worden ingebracht precies zoals de angst voor de straf moet worden weggenomen. (. . .) Of men het nu wil horen of niet, om in de hemel te komen moet iemand zowel de heiligmaking van de Geest hebben als de besprenging met het bloed van Christus''.

Het gebed
De Heilige Geest wordt in de Schrift ook de Geest der gebeden genoemd (Zach. 12:10). Waar de Geest werkt is dus ook altijd het ernstig persoonlijk gebed. Ryle zegt dan dat de Geest ervoor zorgt dat het voor iemand die genade leert kennen even natuurlijk wordt om te bidden als het voor een baby is om adem te halen. Alleen is er wel dit verschil: Een gezonde baby haalt moeiteloos adem, terwijl iemand die wedergeboren is bidt onder veel strijd en worstelingen. Maar juist ook in de aanvechtingen rond het gebedsleven brengt de Schrift de Geest ter sprake: Hij komt onze zwakheden te hulp, „want wij weten niet wat wij bidden zullen, gelijk het behoort, maar de Geest Zelf bidt voor ons met onuitsprekelijke zuchtingen" (Rom. 8:26).

Het Woord
Waar de Heilige Geest is ontstaat ook liefde en eerbied voor het Woord. Ryle kan hier met name wijzen op de psalmen waarin de liefde voor Gods Woord bezongen wordt. De Geest laat zien dat in de Schriften een diepte van wijsheid, heil en genade te vinden is die voor natuurlijke ogen geheel verborgen is. We zouden dus kunnen zeggen dat de Heilige Geest het Woord verheerlijkt dat Hij aan ons mensen gegeven heeft. Maar dat is niet het enige. Diezelfde Geest zet ook harten van mensen in brand voor het Woord. Hij drijft mensen tot lezen. „Als iemand niet lezen kan, maakt Hij dat zo iemand graag luistert. Kan hij niet luisteren, dan geeft Hij lust tot mediteren. Maar de Geest leidt altijd tot het Woord".

De spits
Naar mijn gedachte kunnen we van deze klare, bijbelse taal uit een vorige eeuw ook vandaag nog het één en ander leren. Daarvoor heeft Ryle het trouwens ook geschreven. Hij erkent dat er verschillen kunnen zijn in de manier waarop de Geest werkt. Maar deze vijf punten vormen de hoofdlijn die in ieder oprecht gelovige aanwezig zijn. Daarom nodigt hij al zijn lezers uit om hun leven ter toetsing naast deze punten te leggen. Waarom zouden ook wij dat niet doen?

A. Baars

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 mei 1991

De Wekker | 12 Pagina's

Geest en Leven

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 mei 1991

De Wekker | 12 Pagina's