Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een nieuw Christelijk Sociaal Congres

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een nieuw Christelijk Sociaal Congres

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nieuw
Ik had er eigenlijk van tevoren weinig of niets van gehoord of gelezen.
Misschien had ik niet goed opgelet. Maar opeens word ik attent gemaakt op het Christelijk Sociaal Congres, dat in liet najaar D.V. in ons land gehouden gaat worden.
Het is het tweede congres van die naam. Het wordt gehouden precies honderd jaar na het eerste Christelijk Sociaal Congres. Denk u in, 1891. Een enkeling onder ons heeft het nog beleefd, maar een herinnering eraan zal wel niemand hebben.
Het was de bloeitijd van het optreden van de grote Abraham Kuyper. Het was één jaar voor de Vereniging van de Christelijke Gereformeerde Kerk en de Nederduits Gereformeerde Kerken (Dolerende). Een tijd van grote christelijke activiteit. Een tijd ook van het opgekomen socialisme, dat toen veel meer dan nu de klassenstrijd predikte. Communisme en socialisme lagen nog niet zo ver uit elkaar.

Als je bedenkt dat in die tijd het socialisme de haat tegen geloof en kerk onder de mensen bracht, zou je kunnen denken, dat leidende kerkelijke figuren de christenmensen veiligheidshalve maar liever van „dat sociale" afgehouden zouden hebben. Maar dat was niet zo. Later, in 1918, zou Pieter Jelles Troelstra zich inspannen om het koningshuis te laten vertrekken en Nederland, naar buitenlands voorbeeld, een socialistische republiek te laten worden. Maar het Oranjegezinde volk zong: Weg met de socialen, leve de Willemien, Oranje boven. Oranje boven, leve de Willemien.

Terecht is toen gezien, dat socialisme wel een in wezen verkeerd stelsel is, omdat het niet uit Gods Woord wil leven, uitgaat van de goedheid en maakbaarheid van de mens, omdat het één kant van het mens-zijn, de sociale kant, tot het één en het al maakte en omdat het de klassenstrijd propageerde, maar dat daarmee niet alles is gezegd.
Een christelijke politieke partij moet naar Gods normen voor het openbare leven zoeken en die ook nog in praktijk brengen; een christelijke vakbeweging zal geen socialistische worden, mag werken aan de normen en de uitvoering daarvan in het maatschappelijke leven voor werkgevers, werknemers en middenstand, met alles wat ermee samenhangt, zoals dat in onze tegenwoordige moderne samenleving niet meer weg te denken is.

Honderd jaar geleden, toen nog niet iedereen evenveel politieke rechten had en de sociale en economische omstandigheden zo moeilijk waren, is er door ons voorgeslacht hard aan gewerkt, juist vanuit christelijke waarden, vanuit de Schrift.
Het was tijdens dat eerste christelijk-sociale congres, dat Kuyper de sindsdien niet meer vergeten woorden sprak, dat vanuit de Schrift „architectonische kritiek" op de maatschappelijke samenleving moest worden gemaakt; dat betekent dus niet wat men tegenwoordig wel „kosmetische verbeteringen" noemt, maar fundamentele. Er moest geheel nieuw worden nagedacht over de wil van God voor het publieke leven.

Het was niet alleen in Dolerende kring, dat dit leefde. Het is zeker waar, dat er in Afgescheiden kring veel kritiek was op de theologische bijzonderheden van Abraham Kuyper. Even zeker is het waar, dat er bijzonder veel belangstelling bestond voor zijn politiek en sociaal werk. Mensen als Bavinck en Lindeboom gaven blijk van grote sociale bewogenheid. Neen, het christelijk-sociaal congres van 1891 ging hun ook wel degelijk aan.
En nu komt er een nieuw congres. Het is niet voor niets, dat het honderd jaar na het eerste komt. Het kan en mag niet beschouwd worden als een uitgebreide herdenkingsbijeenkomst. Wat dan wèl?

Vragen
Men kan er allerlei vragen bij stellen. Aan dit congres werken protestanten en rooms-katholieken mee. Anders dan voor honderd jaar.
In het vernieuwde CNV-blad „Opinie" krijgen verschillende scribenten de gelegenheid om er hun mening over te zeggen. De heer Peter Cammaert, secretaris van de Stichting 1991, wijst erop, dat men niet alleen aandacht moet vragen voor speciale dingen, hoe nodig en belangrijk ook, als b.v. de nood van de laagstbetaalden, de honger in de wereld, de leefbaarheid van de aarde, maar dat men verder moet zien te komen. Waarom houden we ons als christenen bezig met de zaken om ons heen en op welke wijze moeten we daarmee aan de slag? Een belangrijke vraag. Maar verderop geeft hij niet veel meer dan een geïnspireerd zijn door de evangelische boodschap van naastenliefde en gerechtigheid. Dat is toch erg mager. De belangrijkste energiebron voor actie en verandering in de mensen en organisaties zit in hen zelf. Is dat waar?

In een volgend nummer schrijft dr. A. Kouwenhoven, dat de Bijbel ons voorhoudt, wat het unieke is van de mens: het staan in relatie met haar of zijn Schepper. Christenen hebben de opdracht om ook in deze tijd uitdrukking te geven aan de hoop die in hen leeft. Ook paus Johannes Paulus II had erop gewezen, dat de nieuw verworven vrijheid in de Oosteuropese landen alleen zal gedijen als zij ingebed is in de christelijke waarden en tradities.
Men kan er meer vragen bij stellen.

Zijn wij in een verzwakt christelijk Nederland er aan toe om zo'n nieuw christelijk sociaal congres te houden? Kan er iets van uitgaan? Zijn allerlei christelijke organisaties er sinds 1891 niet zozeer op achteruitgegaan, zowel getalsmatig als inhoudelijk, dat er niet veel van te verwachten is?
Zijn de christenen niet enerzijds nog veel meer verdeeld dan toen, zijn zij anderzijds niet te veel vervlakt en veruitwendigd? Er zijn wel nieuwe organisaties opgekomen sinds een aantal jaren, in evangelische en reformatorische kring, maar zullen juist die zich niet afzijdig houden? Toch doet een instelling als het Gereformeerd Maatschappelijk Verbond mee. Is er wel enige basis om samen te overleggen? Als er allerlei dingen tegenwoordig onder christenen niet meer kunnen, omdat men elkaar zo slecht verstaat, wat is er dan voor heil van te verwachten?
En ook een andere vraag kan klinken: Is het niet beter om je uit deze tegenwoordige wereld terug te trekken, die meer en meer in het boze ligt?

En toch
Of we nu zelf iets met dit komende congres te maken zullen krijgen of niet, of we er iets voor zouden voelen of niet, er is één ding heel zeker. En dat is, dat, als het christen zijn vandaag nog iets zal voorstellen, het zich zal moeten uiten in die dingen, die de tweede „tafel" van de wet ons voorhoudt: je vader en je moeder eren, niet doodslaan maar liefhebben, geen overspel of kwaadwillige verlating, trouw in het huwelijk, niet stelen maar juist iets doen waardoor je een ander kunt voorthelpen, geen fraude maar juist belasting meebetalen om noodzakelijke dingen te kunnen doen, niet liegen of allerlei valse voorwendsels of halve waarheden maar juist betrouwbaar en toegewijd zijn, geen begeerten naar hoge en belangrijke dingen maar bereidheid tot zelfverloochening, kortom zó de wet lezen als Paulus die in Ef. 4 en 5 in nieuwtestamentisch licht weergeeft in alle ernst en heerlijkheid, om zó in een wereld die God vergat iets te kunnen laten zien van Gods bedoelingen met zijn mensen en zijn wereld.

Het is niet zo, dat de bron van de energie om iets te gaan doen in onszelf ligt. Het is eerder zo, dat de Heilige Geest het ons leert om te leven naar Gods wil en tot heil van de naaste. In datzelfde hoofdstuk schrijft de apostel: En bedroeft de Heilige Geest Gods niet, door Welke gij verzegeld zijt tegen de dag der verlossing.

Het moet voor ons duidelijk zijn, dat wij, na twee wereldoorlogen, in een wereld die in al haar nood en angst onze huiskamers binnenkomt, waarin mensen bij miljoenen aan rampen ten onder gaan en tegelijk mensen bij miljoenen zich van hun Schepper helemaal niets meer aantrekken, christenen elkaar heel hard nodig hebben om zich op hun taak te bezinnen.

Paulus en Petrus hebben in hun brieven in hun tijd de mensen al met de neus op Gods roeping èn op de feiten om hen heen gedrukt. De mensen zijn er aan gaan staan, met alle gebreken en fouten van hun tijd. Ze zijn wel vaak gestruikeld, net als wij, maar ze zijn voortgegaan. De oude heidense wereld heeft het geweten. God heeft het gebruikt en gezegend.

De Here geeft ons vandaag nog een plaats. Onze jongeren moeten ons later niet behoeven te verwijten, dat wij met dichte ogen door de wereld gelopen hebben. Ze moeten ons later evenmin behoeven te verwijten, dat we met dichte ogen de Bijbel gelezen hebben.
Het jaar 1991, tweede christelijk-sociaal congres, stelt voor grote uitdagingen en grote mogelijkheden. Kennen we onze Blijbel nog?
Kennen we onze wereld wel? Hebben die twee iets met elkaar te maken? Durven we daarvoor te vragen om Gods Heilige Geest? Ontwaak, gij die slaapt, en sta op uit de dood, en Christus zal over u lichten.

K. Boersma

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 mei 1991

De Wekker | 12 Pagina's

Een nieuw Christelijk Sociaal Congres

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 mei 1991

De Wekker | 12 Pagina's