Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Noachs geloof

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Noachs geloof

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Door het geloof heeft Noach, door Goddelijke aanspraak vermaand zijnde van de dingen, die nog niet gezien werden, en bevreesd geworden zijnde, de ark toebereid tot behoudenis van zijn huisgezin; door welke ark hij de wereld heeft veroordeeld en is geworden een erfgenaam van de rechtvaardigheid die naar het geloof is". Hebr. 11:7

In Gen. 6:9-22 wordt beschreven, dat de Heere aan Noach bekend maakt dat Hij de gehele wereld door een watervloed ten onder zal brengen. De toenmalige wereld heeft zich rijp gemaakt voor het oordeel van God.
De mentaliteit van Kaïns geslacht heeft de harten der mensen veroverd, terwijl van de heilige linie uit Seths geslacht niet meer dan een dunne draad blijkt over te zijn.
Noach is in zichzelf niet beter dan andere mensen; hij is echter voorwerp van genade (Gen. 6:8). Als vrucht van die genade wordt van hem getuigd: „Noach was een rechtvaardig, oprecht man in zijn geslachten. Noach wandelde met God" (Gen. 6:9).
Aan Noach maakt de Heere Zijn besluit bekend om de gehele wereld te doen vergaan (Gen. 6:11,12,13,17; 7:4,22,23). Dit zou de mond moeten stoppen van al die zgn. Bijbelgeleerden, die menen bij de zondvloed slechts aan een lokale overstroming te moeten denken.
Noach ontvangt nu ook de opdracht van Godswege om de ark te bouwen. In de toorn gedenkt God nog aan Zijn ontferming. In het bouwen van de ark komt tot uiting, dat Gods barmhartigheid roemt tegen een welverdiend oordeel.
Slechts door het geloof heeft Noach de ark kunnen bouwen.
Hij moest daarbij de aanwijzingen en voorschriften van de Heere strikt in acht nemen. Wat betreft het materiaal, dat gebruikt moest worden, alsook wat betreft de afmetingen en inrichting van de ark schreef Goddelijke wijsheid hem voor hoe een en ander gemaakt moest worden.
Noach vertrouwde zich geheel en al aan dit beleid van de Heere toe.
„En Noach deed het; naar alles wat God hem geboden had, zo deed hij" (Gen. 6:22). In de opdracht tot de bouw van de ark ontvangt Noach de Goddelijke aanwijzingen met betrekking tot de weg der zaligheid. Er was geen andere weg ter ontkoming dan de weg van het geloof. Daarbij moest hij geheel en al buigen onder de majesteit van Gods Woord. Had hij naar eigen inzicht gehandeld, dan zou hij wellicht wel een scheepje of een vlot kunnen bouwen, maar kon dat hem door de stormen heendragen?
Waar bouwt u uw hoop op? In de Bijbel wordt de tijd voor de wederkomst van Christus, de tijd voor de oordeelsdag vergeleken met de dagen van Noach. Hoe denkt u in dat grote gericht van God te kunnen bestaan? Met een bouwwerk dat volgens eigen ideeën is samengesteld? Met een zelfgemaakt bootje van wat aangepaste godsdienst? Uw ark kan dan wel mooi lijken en ruim, maar is hij ook zeewaardig?
Zalig worden kan toch alleen langs de weg die de Heere daarvoor in Zijn Woord aangeeft. Dan moeten onze bouwsels eraan, en moeten we leren acht te geven, op wat de Heere in Zijn Woord zegt. Hij wijst Noach de enige weg tot behoud. Hij wijst ook ons die weg. Die ligt in Christus.
Door het geloof heeft Noach zich daaraan overgegeven.
U ook reeds?
Overigens werd van Noach niet een passieve instelling verwacht. „Bouw de ark!" Tot ons zegt de Heere: „Werkt uws zelfs zaligheid met vreze en beven!"
Dat vrezen wordt ook in Hebr. 11 genoemd. Geloof en vrees. Was die vrees een gebrek aan Noachs geloof? Heeft hij dan tenslotte toch uit angst of zelfbehoud gehandeld? Neen, dit vrezen is een aspect van zijn geloof. Hij was diep onder de indruk van de realiteit van het oordeel, dat God zou gaan voltrekken!
Door dit bouwen van de ark, in de weg van het geloof, heeft Noach dan ook de wereld veroordeeld. Hij was wel in de wereld, maar door genade niet meer van de wereld. En hij werd, naarmate de bouw van de ark vorderde, hoe langer hoe meer een vreemdeling hier beneden. Wat mankeerde er dan aan die wereld? Wat ontbrak er dan aan de mentaliteit van de mensen? Wellicht dat we dit het scherpst in het vizier krijgen wanneer we daar Noachs vrees tegenover plaatsen. Zij vreesden God niet! Hoe is dat met ons? In onze wereld? In ons leven? Het is niet moeilijk om de naam van God op de lippen te nemen en zichzelf voor een gelovige te houden, maar wanneer dat geloof niet samengaat met of uitkomt in dat vrezen van de Heere, dan is te vrezen dat ons geloof niet meer is dan een vorm van tijdgeloof.
Werkt uws zelfs zaligheid met vreze en beven! Noach heeft daar door het geloof gehoor aan mogen geven. Daarmee kwam hij in de wereld alleen te staan. Door het bouwen van de ark gaf hij te kennen, dat hij van deze wereld niets maar dan ook niets meer verwachtte. Niet omdat hij zichzelf verheven voelde boven zijn tijdgenoten, maar omdat hij het eens geworden was met God.
Dit alleen moest ons al duidelijk maken, dat wereldgelijkvormigheid altijd een bedreiging inhoudt van de ware godsvrucht. Hoe staat dat in uw leven? Hebt u reeds door het geloof de wereld leren veroordelen, en staat uw leven in het teken van de vreemdelingschap?
Door het geloof heeft Noach de ark gebouwd, de wereld veroordeeld en zo heeft hij ook de erfenis verkregen.
De oude wereld ging ten onder, maar God zelf had een nieuwe wereld voor hem weggelegd. Dwars door de oordelen heen droeg de Heere hem in de armen van Zijn liefde en genade naar de overkant, waar een nieuwe toekomst wachtte. Het is waar, ook de wereld die na de zondvloed te voorschijn kwam, is de hemel niet. Er heeft op die wereld echter wel een kruis gestaan. De plaats waar het gericht voltrokken werd. De vloedgolven van de toorn Gods gingen over het met doornen gekroonde hoofd van Christus heen. Zalig wie het ging zien, dat dat gericht nodig was, vanwege zijn of haar zonden. Die leert in Christus nu ook alles te vinden wat nodig is om met God in het reine te komen.
Buiten Christus geen zaligheid, net zoals er buiten de ark geen ontkoming was. Hoe zouden wij ontvlieden, indien wij op zo grote zaligheid geen acht geven!
Dank zij de verdiensten van de Middelaar ligt er een erfenis in het verschiet, voor al degenen die op Zijn verdiensten alleen leerden steunen. Door de kracht van Zijn liefde worden ook nu zondaren getrokken uit de duisternis tot Zijn wonderbaar licht; overgezet uit deze tegenwoordige wereld en een plaats gegeven in het Koninkrijk, het Vaderland, de stad die fundamenten heeft.
Welk een erfenis voor de vromen! Wat een uitzicht, zelfs over dood en graf heen, voor hen die hun verwachting op Christus alleen leerden bouwen! Daartoe maakt de Heere door de verkondiging van Zijn Woord u het levenspad, de enige weg ten leven bekend.
Daarop wandelend door het geloof bemerkt u en beleeft u:
„Uw Aangezicht, in gunst tot mij gewend,
schenkt mij in 't kort verzadiging van vreugde:
de lieflijkheên van 't zalig hemelleven,
zal eeuwiglijk Uw rechterhand mij geven".

Kerkwerve, H. Korving

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 september 1991

De Wekker | 8 Pagina's

Noachs geloof

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 september 1991

De Wekker | 8 Pagina's