Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Biddag (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Biddag (I)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inleiding
Bij deputaten voor Kerk en Bedrijfsleven werd een vraag op tafel gelegd die wellicht bij velen leeft, hoewel ze niet altijd wordt uitgesproken. Het is de vraag wat de zin is van de traditionele bid- en dankdagen in ons huidige levenspatroon. Dat patroon is immers sterk gewijzigd ten opzichte van vroeger. Aan de hand van een artikel van drs. W.P. de Groot hebben deputaten over deze vraag nagedacht. Graag laten we een ruimere kring delen in deze bezinning. Deputaten staan overigens open voor reacties.

Gebed
Ook wanneer we overtuigd zijn van de noodzaak om steeds alle levensvragen (dus ook die van gewas en arbeid) bij de HERE te brengen in ons gebed en om te danken voor dat wat Hij ons geeft, kunnen er een aantal vragen worden gesteld bij de huidige praktijk van bid- en dankdagen. In de eerste plaats is er al de overweging dat deze gebeden en dankzeggingen het gehele jaar door behoren plaats te vinden. Wat is dan de betekenis van een speciale bid- en dankdag in voor- en najaar?

Ritme van de landbouw
Daar komen nog de volgende overwegingen bij. Het tijdstip van de bid- en dankdagen is duidelijk afgestemd op het ritme van de landbouw, met name zoals het in vroeger tijden het leven beheerste. Thans is het werk in de landbouw echter zodanig geminimaliseerd dat het nog slechts een kleine sector van de arbeid in Nederland is. Dit werk in de landbouw gebeurt bovendien, tengevolge van de hedendaagse hulpmiddelen, het hele jaar door.
De oogst van bepaalde produkten kan plaatsvinden in de tijd van de biddag. Daarnaast zijn er de vele, vele andere vormen van arbeid die het hele jaar door worden verricht, slechts onderbroken door enkele weken van vakantie, al dan niet verspreid over het jaar. Aansluitend bij het voorgaande moet dan ook worden opgemerkt dat juist in de tijd tussen de bid en dankdag de grootste vakantieperiode valt, die een minimum aan arbeid betekent. Tenslotte zou je nog kunnen opmerken dat daar waar wèl in de zomerperiode hoogtepunten van arbeid zijn, de nodige vraagtekens soms moeten worden geplaatst (denk aan allerlei uitwassen rond het horecagebeuren).

Geschiedenis van de biddag
Bij een beantwoording van de gestelde vraag naar de zin van bid- en dankdagen gaan wij niet op elk van de bovenstaande punten afzonderlijk in. Wel willen wij alvorens wij de vraag proberen te beantwoorden iets uit de geschiedenis van de biddag naar voren halen. Voor de instelling van de biddag voor het gewas moeten wij terug naar de 17e eeuw. In de kerk van de Reformatie was het oud-christelijke gebruik overgenomen om boete- en bededagen te houden. Ze werden doorgaans uitgeschreven door de overheid d.w.z. de Staten-Generaal, de Provinciale Staten of de plaatselijke overheid. Verschillende (nood) situaties konden een aanleiding ertoe zijn. De biddag was dan echt een biddag. Openbare arbeid en publiek vermaak waren verboden. Kerken waren de hele dag open. Velen brachten er de dag ook door.
Bepaalde vormen van vasten werden toegepast. Op sommige plaatsen was het een gebruik om op de biddag de klok niet te luiden en het zingen in de eredienst zonder orgel te doen plaatsvinden, ook daar waar het orgel reeds een plaats in de eredienst had gekregen. Tegen het midden van de 17e eeuw werd het meer en meer een gewoonte om een jaarlijkse vaste biddag te houden in het begin van het voorjaar. Het begon in de provincie Utrecht. Het was in Overijssel dat men daarbij voor het eerst sprak van een „biddag voor het gewas" (sinds 1653). Vissersplaatsen kregen hun speciale biddagen voor de visserij. Deze officiële bededagen waren dagen waarbij het openbare leven erdoor gestempeld werd op de manier zoals hierboven beschreven is. In de loop der tijd kwamen er ook dankdagen na de oogst die in de tweede helft van het jaar het vervolg vormden op de eerder gehouden bededagen.
Zowel de biddag als de dankdag waren dagen die geheel en al correspondeerden met dat wat in de gang van de natuur en de daarbijbehorende arbeid plaatsvond. Immers het voorjaar was de zaaitijd en de tweede helft van het jaar vormde de exclusieve oogsttijd. De bid- en dankdagen waren ook daardoor met het leven vervlochten. Er is veel veranderd. Een ontkerstenende samenleving laat geen ruimte voor deze dagen. Ook vanwege economische motieven is een bededag met een openbaar karakter zoals vroeger niet haalbaar meer. Maar de vragen die hierboven werden gesteld reiken nog verder. Wij hebben veel minder dan vroeger de duidelijke volgorde van een zaaitijd en een oogsttijd. Wij moeten bij „gewas en arbeid" denken aan zaken die het hele jaar door permanent aan de orde zijn in de hedendaagse samenleving. Wat is dan de zin en betekenis van het feit dat we deze dingen op een speciale dag aan de orde stellen? Wij zouden in feite op elke zondag hiervoor toch kunnen en moeten bidden?!

Schepping
Bij de beantwoording van deze vraag is allereerst van belang dat wij vaststellen dat het feit dat bepaalde geloofszaken permanent aan de orde zijn, toch niet uitsluit dat er speciale dagen voor bestaan. Een duidelijk voorbeeld vinden wij in de christelijke feestdagen. Op die dagen wordt bijzondere aandacht gegeven aan heilsfeiten die eigenlijk voortdurend het geloof en het leven van een christen een jaar lang (moeten) bepalen. De christelijke kerk heeft vrij algemeen toch steeds de behoefte gevoeld om op bepaalde dagen de komst van Christus, Zijn sterven, opstanding en hemelvaart alsmede het werk van de Heilige Geest bijzondere aandacht te geven.
Op een zelfde manier is het zinvol dat er voor het werk van God de Vader ook bijzondere aandacht is op bepaalde dagen. Hij is de Schepper die Zijn schepping zo bewaart dat zaaiing en oogst, koude en hitte, zomer en winter, dag en nacht, niet ophouden (Genesis 8 vers 22). Hij heeft de mens geschapen naar Zijn beeld om de aarde te bewaren en te bewerken. Hij geeft als Schepper zin aan onze arbeid. Hij wil het om Christus' wil ook blijven doen.

God de Schepper
Onze bid- en dankdagen kunnen dienst doen als dagen waarop dit werk van de Schepper de aandacht van de gemeente krijgt. Dit mag niet los staan van dat wat op andere dagen in de samenkomsten van de gemeente wordt gehoord. God de Schepper is de Vader van onze Here Jezus Christus, die op elke zondag in het middelpunt staat. Wij kennen Hem als de God van het verbond, de Verlosser die ons als kinderen wil aannemen en door Zijn Woord en Geest wil toerusten tot alle goed werk. Deze God en Vader van Jezus Christus is het die ons voedt en kleedt, ons een taak geeft en daarbij bewerkt dat ons werk niet ijdel is in de Here. Bid- en dankdagen moeten we zien in het licht van Gods verbond en Zijn diepere bedoelingen met ons leven. Op deze beide bededagen valt de speciale aandacht op Zijn dagelijkse zorg en Zijn bedoeling met onze arbeid. De nieuwe gehoorzaamheid die God in Zijn verbond van ons vraagt betekent dat Zijn verlossing ook moet doorwerken in de manier waarop we omgaan met Zijn gaven en ons werk verrichten. We hebben te maken met allerlei machten in deze wereld waar we door de hulp van Zijn Geest van kunnen worden bevrijd, zodat we leren leven als mensen van Gods verbond en aan de bedoeling van de Schepper gaan beantwoorden.
Natuurlijk zal bij de regelmatige Woordverkondiging en de daarmee corresponderende voorbeden van de gemeente op zondag deze aandacht nooit geheel ontbreken. Toch kan ze heel snel vervluchtigen temidden van de andere dingen die de aandacht vragen in de samenkomsten van de gemeente. Het gevaar is ook niet denkbeeldig dat stoffelijke dingen, zoals voedsel en arbeid, als tweederangs worden verstaan ten opzichte van „geestelijker" zaken. Dit laatste moet voorkomen worden. Om die redenen is het goed dat er speciale bid- en dankdagen zijn.
Op die dagen kan Gods dagelijkse zorg en het beleven van onze dagelijkse opdracht centraal staan. Het is een stukje van het belijden van de kerk in het begin van de Apostolische Geloofsbelijdenis (God de Vader, de Almachtige, de Schepper van hemel en aarde) dat daarmee gestalte krijgt. Dit brengt tegelijk ons dagelijks leven en werken nadrukkelijk in het grote verband van heel het werk van de Here.
Deputaten Kerk en Bedrijfsleven

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 februari 1992

De Wekker | 8 Pagina's

Biddag (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 februari 1992

De Wekker | 8 Pagina's