Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De wraak van God (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De wraak van God (I)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op 1 mei promoveerde ds. H.G.L. Peels tot doctor in de godgeleerdheid aan onze Theologische Universiteit. In dit blad werd hij daarmee reeds eerder gefeliciteerd. Met een drietal artikelen wil ik een poging wagen de inhoud van het proefschrift in grote lijnen aan u door te geven.
Zoals bekend was het onderwerp van de studie van dr. Peels „De Wraak van God". De ondertitel van het boek luidt „De betekenis van de wortel NQM en de functie van de NQM-teksten in het kader van de Oudtestamentische Godsopenbaring". Het woord „NQM" in deze ondertitel duidt het Hebreeuwse woord voor „wraak" aan. De bedoeling van de studie is dus in de eerste plaats na te gaan wat het woord: „wraak" in het O.T. precies betekent. Een vraag die daarbij naar voren komt is onder andere: heeft in de Bijbel dat woord „wraak" ook zo'n negatieve klank, zoals dat in onze taal vaak het geval is? Als iemand „wraak neemt" heeft dat voor ons besef meestal een ongunstige betekenis. Is dat ook zo in de Bijbel?
In de tweede plaats wordt de vraag gesteld: en wat wil het dan vervolgens zeggen dat God zich kan wreken? Welke plaats heeft het feit dat God wraak kan nemen in het geheel van de openbaring in het O.T. aangaande God en hoe is dat te verenigen met andere wezenlijke eigenschappen van God, zoals zijn rechtvaardigheid, zijn barmhartigheid en zijn liefde? Ziedaar de vragen die bij dit onderwerp naar voren komen. Het is de verdienste van de studie van dr. Peels, dat op deze vragen een duidelijk antwoord wordt gegeven. Hij heeft zelf het belang van zijn werk aangetoond, door te laten zien, dat er over dit onderwerp nog nooit een aparte studie van enig formaat verschenen is. Wat hierbij dan vooral van groot belang is, dat dr. Peels alle teksten in het O.T. waarin het woord „wreken" voorkomt aan een onderzoek onderwerpt en in zijn oordeel betrekt. Als er een antwoord komt op de gestelde vragen, dan is dat nadat eerst lang en zorgvuldig geluisterd is naar wat Gods Woord hier zelf over zegt. Dat maakt deze studie van blijvende waarde. Het is een wezenlijke bijdrage tot het verstaan van Gods openbaring aangaande wie God is en hoe Hij handelt ten opzichte van ons, mensen. Daarmee drukken we niet alleen onze felicitatie uit in de richting van dr. Peels, maar vooral ook onze dankbaarheid voor datgene wat we in deze studie hebben ontvangen en voor het feit dat de eerste promotie aan onze Theologische Universiteit er een mocht zijn van dit gehalte.

Buitenbijbelse gegevens
Voordat de teksten uit het O.T. aan de orde komen, wordt in een apart hoofdstuk ingegaan op buitenbijbelse gegevens. Diverse teksten uit andere talen in de omgeving van het oude Israël worden besproken. Het blijkt dat de auteur ook op dit gebied - net buiten het O.T. - zijn weg goed weet te vinden. De conclusie van dit gedeelte van het onderzoek is, dat het woord „wraak" in die tijd en die culturen niet die ongunstige lading heeft, die het bij ons kan hebben, maar in het algemeen een term is die past in de handhaving van de rechtsorde.

Menselijke wraak in het O.T.
In de uitleg van de teksten uit het O.T. zelf krijgen eerst die teksten aandacht waar het gaat om wraakuitoefening door een mens of door een groep mensen. Het blijkt dat nergens in de Bijbel ongecontroleerde wraakzucht wordt goedgekeurd. Integendeel, een belangrijk gebod in dezen lezen we in Lev. 19:18: „Gij zult u niet wraakzuchtig en rancuneus gedragen ten opzichte van hen die tot uw eigen volk behoren, maar uw naaste liefhebben als uzelf: Ik ben de HERE" (vertaling door dr. Peels). In het leven in het verbond, waarmee de Here zijn volk geheiligd heeft, is geen plaats voor particuliere vergeldingsacties en evenmin voor dat wat daaraan ten grondslag ligt: een wraakzuchtige houding. Het geldt als een grondregel voor de O.T.-ische ethiek, dat het koesteren van wrok haaks staat op een heilig leven.
Dit neemt niet weg, dat er wel een bepaalde plaats is voor de uitoefening van wraak door mensen in het O.T.. Niet zo, dat men door middel van de „wraak" het recht in eigen hand neemt, maar wel zo, dat de „wraak" een middel kan zijn om het recht te handhaven. Bijvoorbeeld is dat het geval in Ex. 21:20,21, waar geboden wordt dat de dood van een slaaf, die door zijn heer opzettelijk wordt doodgeslagen, zeker gewroken zal worden. Daarmee wordt benadrukt, dat het leven van een slaaf niet beschouwd kan worden als iets waar een mens willekeurig mee kan omspringen. Al heeft zo'n slaaf geen familie die voor zijn rechten kan opkomen, om zijn dood te vergelden, toch kan zo'n doodslag niet ongestraft blijven. Het leven is heilig. En waar er geen anderen zijn om dat leven te beschermen, daar stelt de HERE zijn regels in ter bescherming. Daarom wordt het in het geval van een rechteloze zo, dat de rechtsgemeenschap moet optreden om de dood van het slachtoffer te vergelden. De wraak is hier dus beslist aan regels gebonden, door God ingesteld. Het gaat niet om de bevrediging van wrokgevoelens, maar om de handhaving van het recht en de bescherming van het leven van wie geen helper heeft.

Kaïn en Lamech
Een heel bijzondere tekst in dit verband is Gen. 4:15, waar de HERE tegen Kaïn zegt, dat ieder die hem doodt, zevenvoudig gewroken zal worden. Kaïn wordt weliswaar uit zijn familieverband verstoten en zal een zwervend leven krijgen. Toch betekent dat niet, dat Kaïn daarmee vogelvrij is verklaard, zodat ieder het recht heeft hem straffeloos te doden. Integendeel. God zelf beschermt zijn leven. Opnieuw is dit een voorbeeld van iemand, waarvoor geen menselijke helper meer in kan staan, verstoten als hij is uit de beschermende familieverbanden. Ofschoon de zwerver al zijn rechten bij God verspeeld heeft, zal hij op één punt nog zijn rechten hebben: zijn leven mag niet straffeloos worden aangetast. Dit staat niet in tegenstelling met de voorafgaande vervloeking. Het is alleen zo, dat God niet zal toelaten dat in zijn straf wordt ingegrepen door een mens. Het zevenvoudige van de wraak ziet op het volkomene: God zelf zal er volkomen zeker voor zorgen dat Kaïns leven niet straffeloos kan worden aangetast.
Als in datzelfde hoofdstuk, Gen. 4:24, Lamech zingt dat de dood van Kaïn weliswaar zevenvoudig gewroken wordt, maar de dood van Lamech zevenenzeventig maal, dan wijst Lamech terug naar dat wat God eerder zei. Er is echter een groot verschil. Kaïn kreeg de verzekering van God. Lamech eigent zichzelf deze wraak toe. En dan zie je gelijk een groot verschil in de uitvoering. Wat door God als een rechtsregel ter bescherming werd ingesteld, verwordt bij Lamech tot een „regel" waarmee hij zijn tomeloze wraakzucht sanctioneert. Zulke wraakzucht wordt zeer beslist afgekeurd als afschuwwekkend voorbeeld van het leven zonder God.

Wraak in de oorlogsvoering
In het kader van de rechtspraak komt de wraak vaker op deze wijze voor. Daarnaast is er nog een ander kader, waarin de wraak door mensen uitgeoefend naar voren komt, namelijk in oorlogssituaties. Een voorbeeld daarvan is te vinden in Joz. 10:13. Daarin staat dat de zon en de maan bleven stilstaan, totdat Jozua wraak genomen had op de schare van zijn vijanden. In de uitleg van dit tekstgedeelte wordt aangetoond, dat deze niet een privé-aangelegenheid van Jozua is, noch een zaak van het volk Israël alleen. De strijd is een reactie op de bedreiging van de vijand die de verwerkelijking van Gods belofte voor zijn volk in de weg staat en daarmee het verbond van God met Israël dreigt aan te tasten. Achter de „wraak van Jozua" ligt het heilsplan van God, dat bedreigd werd, en door deze wraakuitoefening zijn voortgang kan vinden.

Een ander voorbeeld, waarin dit duidelijk wordt, is de geschiedenis van Simson. Op het eerste gezicht lijken de wraakacties van Simson op willekeurige wraakzucht, die voortkomt uit de grillen van een onstuimige richter. Bij nader inzien ligt er een dieper plan achter, zo blijkt b.v. uit Richt. 14:4. De HERE gaf aan Simson een voorwendsel, opdat de richter Gods wraak over het onrecht dat de Filistijnen zijn verbondsvolk aandeden, zou voltrekken. Daarbij is geen sprake van willekeur, maar van wedervergelding, als het rechtmatige antwoord op het aangedane onrecht. In dat kader zijn de wraakteksten uit de geschiedenis van Simson (Richt. 15:7 en 16:28) te begrijpen.
Tot zover een enkel voorbeeld van menselijke wraakuitoefening, zoals deze in het proefschrift uitvoerig worden uiteengezet. Een volgend artikel zal ingaan op de wraak van God zelf.

M.C. Mulder

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 september 1992

De Wekker | 12 Pagina's

De wraak van God (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 september 1992

De Wekker | 12 Pagina's