Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vriendlid zal ik altijd blijven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vriendlid zal ik altijd blijven

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het begon allemaal met de vraag of zij bereid was om de secretaris van de afdeling Veenendaal van de oudervereniging Philadelphia een handje te helpen. Voor ze het wist zat Betsy Polderman-Valkenburg midden in het werk voor mensen met een verstandelijke handicap en hun ouders.
„Ik heb er nooit spijt van gehad dat ik toen ja gezegd heb. Al kwam er toen wel veel op me af. Voor ik het wist zat ik in het bestuur. Natuurlijk had ik voor die tijd wel eens van de oudervereniging Philadelphia gehoord, maar ik was geen lid. Ik wist niet eens dat je daar als niet-ouder ook lid van kon worden. Wel was ik al vanuit onze kerk in aanraking gekomen met mensen met een verstandelijke handicap en in mijn familie kwam het ook voor."

Betsy Polderman vertelt enthousiast over de eerste tijd in het bestuur. Een periode waarin ze veel geleerd heeft.
„Ik wist natuurlijk van niets. Ik voelde me in het begin een beetje een vreemde eend in de bijt. Er zaten maar een paar zogenaamde vriendleden in het bestuur. De meesten waren ouder van een kind met een verstandelijke handicap. Later heb ik pas goed begrepen dat die vrienden even hard nodig zijn. Als een soort tegenwicht. Jij kunt met wat minder emotie naar de zaken kijken, zeiden ze altijd tegen mij. En emoties zijn er. De geboorte van een kind met een verstandelijke handicap grijpt diep in in het leven van ouders. Daar kwam toen ook nog bij, dat ouders alles zelf uit moesten zoeken. Ik heb de tijd meegemaakt dat we ons met man en macht inzetten voor een dagverblijf. Samen, vanuit verschillende achtergronden, werken aan één doel: de positie van mensen met een verstandelijke handicap en hun ouders verbeteren. Dat laatste gebeurt nog steeds, maar de tijden zijn wel veranderd. Vroeger lag er een sterk accent op de zòrg voor mensen met een verstandelijke handicap. Nu nog wel, maar daarnaast komt er veel meer aandacht voor de méns met een verstandelijke handicap. Daar ben ik blij mee. We moeten veel meer kijken naar hun mogelijkheden. Ze horen er bij."

Het gesprek komt op de kerk en op het protestants christelijke karakter van de oudervereniging Philadelphia.
„De normen en waarden uit de Bijbel zijn richtinggevend voor een vereniging als Philadelphia. Dat is ook de noemer waarop je elkaar vindt en bepalend voor de manier waarop je met elkaar omgaat. Toch valt dat niet altijd mee. Ik denk daarbij vooral aan de manier waarop de kerk daar in het verleden mee omging. Een fruitbakje met Kerst was heel gewoon. Ik heb wat ouders horen sputteren: mijn kind is niet ziek! Dat ligt soms heel gevoelig. Ouders willen er met hun kind bij horen en niet speciaal behandeld worden. Dus ook geen speciale ouderling voor gezinnen met een kind met een verstandelijke handicap. Het bezoek van de wijkouderling kan heel gevoelig zijn. Goed bedoeld draagt men vaak allerlei oplossingen aan. En als troost worden Bijbelteksten geciteerd. Dat kan juist averechts werken. Als ouder kun je in een situatie verkeren dat je met alles overhoop ligt, je geloof, je situatie. Zwijgen, luisteren en meeleven is dan een goede houding. Is dat niet het doorgeven van de liefde van Christus?"

Maar de kerk doet het niet altijd fout. Goede voorbeelden zijn er vandaag de dag in voldoende mate. Al moeten er altijd keuzes gemaakt worden.
„Bij ons in de kerk worden de verjaardagen van 65-plussers en mensen met een verstandelijke handicap speciaal genoemd. Daar kun je op twee manieren naar kijken. Eigenlijk vind ik dat je mensen daardoor in een uitzonderingspositie brengt, maar aan de andere kant worden mensen daardoor wel gekend en horen ze er bij. Hetzelfde geldt voor de speciale diensten voor mensen met een verstandelijke handicap hier in Veenendaal. Je zet ze apart, maar je ziet ook dat veel andere mensen op deze diensten afkomen. Het geeft ook niets als kinderen eens schuifelen of wat zeggen. Samen vier je de dienst. Ik denk wel eens dat God zo een kerkdienst bedoelde. Toch hoeft het niet elke week zo te zijn. In onze gewone kerkdiensten horen mensen met een verstandelijke handicap er ook bij. Bij ons gaan ze ook naar de catechese en doen ze belijdenis.
Laatst ging er iemand zonder kerkelijke achtergrond met ons mee naar de kerk. Toen vielen me alle geijkte termen, die wij zo gemakkelijk gebruiken, op. Je moet er mee opgegroeid zijn om er wat van te begrijpen. Hoe zouden mensen met een verstandelijke handicap dat ervaren?"

Men gaat er vaak vanuit dat mensen met een verstandelijke handicap zo'n diep geloof hebben. Betsy Polderman is het daar niet zonder meer mee eens.
„Mensen met een verstandelijke handicap zijn niet anders dan wij. Je zult mij niet horen zeggen dat ze altijd gelukkig of vrolijk zijn. Zo zijn zij, denk ik, ook niet extra gelovig in vergelijking met niet gehandicapten. Wat ik wel indrukwekkend vind, is dat hun geloof soms van een ontwapenende eenvoud is. Om jaloers op te worden. Ik denk dan aan een jonge vrouw die zei: Als ik 's avonds naar bed ga voel ik dat mijn hart klopt. Ik weet dat de Here Jezus daarin zit, dus ben ik nooit alleen ..."

Er is veel verbeterd in de positie van mensen met een verstandelijke handicap en hun ouders. Toch zijn er ook ontwikkelingen die zorgen baren.
„Ik kijk daarbij vooral naar de taak die de oudervereniging naar de overheid heeft. Ik bespeur in Nederland een ontwikkeling, waarbij de mens God in de weg gaat staan. Grote ethische vraagstukken komen op ons af. Ik denk daarbij aan euthanasie en abortus. Binnen de oudervereniging wordt daar stevig over gesproken. En er wordt actie ondernomen richting politiek, niet zonder succes. Het mag nooit zo worden dat de staat of de verzorging voorschrijft wat ik moet doen. Dat wil ik zelf oplossen met God. Ik heb daarin mijn eigen verantwoordelijkheid. Dat geldt ook voor ouders van kinderen met een verstandelijke handicap. Daarom is het goed dat er een oudervereniging is en dat we met elkaar optrekken. Ouders en vrienden. Vriendlid blijf ik, ook nu ik in de vereniging minder actief ben."

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 februari 1993

De Wekker | 16 Pagina's

Vriendlid zal ik altijd blijven

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 februari 1993

De Wekker | 16 Pagina's