Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bij alles wat wankelt...

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bij alles wat wankelt...

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

„En toch staat ongeschokt het hechte fundament Gods met dit merk: De Here kent de zijnen, en: Een ieder, die de naam des Heren noemt, breke met de ongerechtigheid"; 2 Tiinotheiis 2:19

Wie enigszins thuis is in de bouwwereld weet van hoeveel belang een goede fundering is. Anders heeft bouwen eigenlijk geen zin. Wat zo geldt in de bouwwereld, geldt in nog sterkere mate als het gaat om het leven van Gods kind. Waar is dat leven op gebouwd? En waar kan het van dag tot dag zijn vastheid en houvast aan blijven ontlenen?
Dat zijn niet zomaar wat vragen. We maken mee dat er juist aan het fundament waarop Gods kind zijn leven bouwen mag getornd wordt. Op dat fundament worden allerlei aanvallen gericht. De slopershamer van de vijandschap en van de theologie die zich niet meer door de Bijbel laat inspireren en normeren beukt met alle kracht op dat fundament en slaat er soms hele bressen in, zodat velen het gevoel krijgen dat het fundament gaat wankelen.

Daartegenover werpt de apostel Paulus in bovengenoemde tekst een dam op. Hij schrijft deze woorden aan zijn geliefd kind Timotheüs, als een onderdeel van zijn geestelijk testament. De apostel is zich ervan bewust dat zijn einde nadert (2 Tim. 4:6), en hij wil zijn medewerker Timotheüs bemoedigen en sterken in zijn werk.
Timotheüs heeft het als jonge voorganger van de gemeente te Efeze namelijk niet gemakkelijk. In de gemeente dringt een gevaarlijke leer door. Er zijn dwaalleraren die niets willen weten van een opstanding van het vlees: als je gelooft ben je daardoor „opgestaan" en is daarmee je leven tot zijn doel en bestemming gekomen. En daarom, om de toekomst moet je je niet druk maken. Op deze manier wordt echter het geloof afgebroken (vs. 18). De vastheid, het fundament wordt aangetast, en het geloof stort in.

Om die reden is het dan ook dat Paulus in zulke sterke bewoordingen zegt: „En toch staat ongeschokt het hechte fundament Gods". Het is alsof hij tegen Timotheüs zegt: laat je daar niet vanaf brengen. Houd daar aan vast. Verlies dat niet uit het oog. Want dat fundament ligt er! Ongeschokt!
Waar doelt Paulus op?
Het is in één woord weer te geven. Hij doelt op het evangelie. Het volledige evangelie, dat samen te vatten is in die ene naam: Christus. Christus is immers hét fundament, waarop de gelovigen mogen bouwen. Christus is het, aan Wie de gelovigen hun bestaan danken. Omdat Hij hen tot leven geroepen heeft en aan hen het leven gegeven heeft.
Christus is het fundament. En dan Christus in de volle rijkdom van zijn betekenis. Zodat het gaat om de totale inhoud van het evangelie.
Christus is het fundament dat hecht is en dat ongeschokt staat, hoezeer de slopershamer ook tegen dat fundament gebruikt wordt. Het is dit fundament, Christus, dat niet kapot te krijgen is. Want het is het fundament Gods. God Zelf is er de Bouwmeester van. En God Zelf houdt het staande. Hij heeft het opgebouwd uit onverwoestbaar materiaal. Zodat ik er - in het geloof - mijn leven op mag bouwen. Waarbij de Geest me tot dat gelovig bouwen op Christus brengen wil.
En het is dat fundament dat werkelijk vastheid biedt. Omdat het een fundament is met een inscriptie.
In de tijd waarin Paulus deze brief schreef kwam het vaak voor dat men, met name bij het bouwen van een tempel, in de fundering, op het fundament een inscriptie maakte, waarin men de naam van de godheid waaraan de tempel gewijd was vermeldde.
Bij dat toenmaals bekende gebruik knoopt Paulus aan, als hij zegt dat het fundament Gods een merk heeft. En wat staat er op dat merk geschreven?

Twee dingen.
Allereerst: de Here kent de zijnen. Dat is een machtige en vertroostende boodschap. De Here kent de zijnen. Dat wil zoveel zeggen als: de Here heeft Zich verbonden aan en blijft verbonden met de zijnen. Hij weet wie de zijnen zijn. En dat niet alleen maar in de zin van: Hij weet wie er tot de zijnen behoren, nee. Hij kent hen in die diep bijbelse betekenis van: Hij houdt Zich met de zijnen bezig. Hij is niet maar alleen Toeschouwer, maar Hij is in het leven van de zijnen betrokken. Hun leven, hun bestaan, gaat Hem ter harte.
Dat staat op dat fundament gegrift. En dat geeft toch werkelijk troost en houvast. Waar ik - door het geloof - mijn leven gebouwd heb op dat fundament Gods, op Christus, daar mag ik weten: de Here weet wat er in mijn leven aan de hand is, waar ik mee zit, wat de vragen zijn waar ik mee worstel. En Hij houdt Zich niet afzijdig. Hij trekt Zich daar niet van terug, nee, Hij wil erin aanwezig zijn. Om te helpen, om te sterken.

Het tweede wat er geschreven staat op het fundament Gods gaat een heel andere kant uit. Want wie zijn leven gebouwd heeft op Christus wordt niet alleen vertroost maar ook vermaand. We mogen weten dat de Here ons kent, maar de Here vraagt ook wat van ons, namelijk dat we zullen breken met de ongerechtigheid. Zo staat het er: een ieder, die de naam des Heren noemt, breke met de ongerechtigheid.
Waar ik mijn leven heb leren bouwen op het vaste fundament van het heil in Christus, waar ik Christus mijn Heiland leerde noemen, word ik geroepen om op dat fundament ook werkelijk een nieuw leven op te bouwen. Een nieuw leven, dat daarin zichtbaar wordt dat ik breek met de ongerechtigheid, dat ik de zonde uit mijn leven wegdoe.
Zo staat ongeschokt dat hechte fundament Gods, met die dubbele inscriptie. En dan geldt ten volle: die mens is gelukkig te prijzen die zijn leven werkelijk leerde bouwen op dat fundament Gods, en die - met de hulp van de Geest - op dat fundament ook bouwt aan dat nieuwe leven. Want die mens mag weten: mijn leven is verankerd in dat hechte en ongeschokt staande fundament. En bij alles wat wankelt: God houdt mij vast. Nu en altijd. Totdat het vast gebouw, naar Gods gemaakt bestek, in eeuwigheid zal rijzen.

Zwijndrecht, J. van 't Spijker

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 februari 1993

De Wekker | 16 Pagina's

Bij alles wat wankelt...

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 februari 1993

De Wekker | 16 Pagina's