Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Pasen en Pinksteren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Pasen en Pinksteren

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

We zeggen soms: „Als Pasen en Pinksteren op één dag vallen, dán zal..." Daarmee bedoelen we dat zoiets nooit zal gebeuren. Tussen Pinksteren en Pasen liggen immers vijftig dagen en die laten zich niet zomaar wegdrukken. Toch zijn er gedeelten in de Bijbel waarin het erop lijkt dat Pasen en Pinksteren wél samenvallen. Daarbij denk ik vooral aan woorden uit de Schrift waarin een heel nauw verband zichtbaar wordt tussen de opgestane Christus en het werk van de Heilige Geest. In zulke teksten klinkt zowel de boodschap van Pasen als die van Pinksteren door. In dit artikel willen we bij twee van dergelijke woorden wat kanttekeningen maken.

De Geest en de Paasmorgen
In de openingsverzen van de brief aan de Romeinen wordt over Christus gezegd, dat Hij „krachtig bewezen is te zijn de Zoon van God, naar de Geest der heiligmaking, uit de opstanding der doden" (1:4). Wat wordt met deze geladen woorden bedoeld? We zouden ze sterk vereenvoudigd zó kunnen weergeven: Sinds de opstanding is duidelijk geworden dat Jezus Christus de Zoon van God in kracht is. Uiteraard bedoelen we daarmee niet dat Hij pas op de Paasmorgen de Zoon van God wordt. Op grond van de Schrift belijden wij immers dat Hij dat van eeuwigheid is. Vóórdat Jezus opstaat uit de dood, blijft Zijn Zoonschap echter in veel opzichten nog zo verhuld. Het ligt als het ware verborgen achter Zijn vernedering. Zijn lijden en dood. Maar op de Paasmorgen wordt dat anders! Dan wordt het overtuigend bewijs geleverd dat Hij de Zoon van God is in kracht. Met name die laatste woorden laten zien dat met Christus' opstanding een nieuwe tijd aanbreekt. Nu heeft de Man van smarten Zijn zwakheid afgelegd en wordt in volle luister zichtbaar dat Hij de Zoon van God is. Het rijk van zonde, duisternis en dood heeft Hij vernietigend verslagen. Met koninklijke macht en majesteit regeert Hij en zendt Zijn dienaren uit om zondaren onder Zijn bewind te brengen. Nu komt Zijn koninkrijk met kracht (vgl. Marc. 9:1). En dat alles laat het overduidelijk zien: Deze Jezus Die de dood overwint, is werkelijk de Zoon van God!
Maar daarmee is de boodschap van dit Schriftwoord niet uitgeput. Paulus zegt in deze tekst namelijk ook, dat de Heere Jezus op deze wijze tot Zoon van God is aangesteld door de Geest der heiligmaking, of - zoals er letterlijk staat - de Geest der heiligheid. Dat wil zeggen dat de verheerlijking van Christus op de Paasmorgen heel in het bijzonder aan de Heilige Geest wordt toegeschreven! Daarbij zullen we met name moeten denken aan Zijn scheppend en herscheppend werk. De Geest Die tot het leven wekt, heeft de Zoon van God opgewekt uit de dood en bekleedt Hem met majesteit en kracht. De Geest van Pinksteren verheerlijkt de Vorst van Pasen!

Pinksteren op de Paasavond
Nu kunnen we de laatste zin ook omkeren: De Vorst van Pasen verheerlijkt de Geest van Pinksteren! Daarvoor kunnen wij met name verwijzen naar een gebeurtenis aan de avond van de eerste Paasdag. De discipelen zijn dan ergens in een woning in Jeruzalem bijeen. Vanwege hun angst voor de joodse leiders hebben zij de deuren gesloten. Plotseling staat echter de Heere Jezus in hun midden en begroet hen met woorden van troost en vrede. Dat is de inleiding tot een merkwaardige gebeurtenis. De evangelist Johannes vermeldt namelijk, dat de Opgestane op de discipelen blaast en daarbij tot hen zegt: „Ontvangt de Heilige Geest" (20:22). Wat is daarvan de betekenis? Dit „blazen" doet in elk geval sterk denken aan Schriftgedeelten waarin van de scheppende adem van God gesproken wordt. Zo beschrijft het eerste Bijbelboek hoe God Adam het leven geeft door de adem des levens in zijn neusgaten te blazen (Gen. 2:7). Tegen deze achtergrond kunnen we duidelijk maken wat de Heere Jezus met dit „blazen" wil zeggen: Hij schenkt Zijn discipelen de Heilige Geest, Die over hen komt als de levenwekkende adem van God.
Betekent dit voorval dat Christus door Zijn Geest het ingezonken geloof van de discipelen nieuw leven inblaast, of dat zij de gave van de Geest nu in rijker mate ontvangen dan ooit tevoren? Dat zeker ook! Toch wijst het tekstverband allereerst in een wat andere richting. Voordat Hij op de discipelen blaast, zegt de Heere Jezus namelijk: „Gelijk Mij de Vader gezonden heeft, zend Ik ook ulieden" (vs. 21). De opgestane Christus zendt Zijn discipelen dus uit met last en volmacht om het evangelie te verkondigen. Dat is een geweldige opdracht. In eigen kracht kunnen zij die nooit vervullen. Vandaar dat de Heere Jezus hen ook toerust tot dit werk. Hij laat de adem van Zijn Geest over hen gaan en deze Geest zal hun te spreken geven, nu zij de wereld intrekken. De vorst van Pasen rust de discipelen toe met de Geest van Pinksteren en zo zullen zij getuigen van de opstanding zijn.

Dood en leven
Wat is de inhoud van het getuigenis dat zij aan de wereld brengen? Wanneer Hij hun de Heilige Geest geschonken heeft, geeft de Heere Jezus dat duidelijk aan. Hij zegt immers, dat aan wie zij de zonden vergeven, die zijn zij vergeven en aan wie zij de zonden toerekenen, die blijven zij toegerekend (vgl. vs. 23). Dat geeft aan hun prediking een geweldig gewicht: In de naam van de levende Heere mogen zij de vergeving van zonden verkondigen! In grote bewogenheid mogen zij schuldige mensen wijzen op het Lam van God, dat de zonden der wereld wegneemt (Joh. 1:29). En de Geest Die hun gegeven is, wil de rechte bediening van het Woord ook zegenen. Hij zal onder hun prediking het licht van het evangelie laten doorbreken in de harten van arme zondaren. Zij mogen tot Christus komen en bij Hem vergeving van hun zonden ontvangen.
Maar dat heeft ook een keerzijde. De Opgestane geeft aan Zijn discipelen niet alleen volmacht om de zonde te vergeven, maar ook om de zonde aan mensen toe te rekenen. In onze catechismus wordt dat zó uitgelegd, dat in de verkondiging van het Woord aan alle ongelovigen en die zich niet van harte bekeren, verkondigd en betuigd moet worden, dat de toorn Gods en de eeuwige verdoemenis op hen ligt, zolang zij zich niet bekeren (Zond. 31, vr. 84). Terecht schrijft prof. Velema: „Op dit punt zij er geen eenzijdigheid in de prediking. Het laatste wat Jezus tot Zijn discipelen zegt, wordt helaas soms verzwegen. De kerk moet de moed hebben om bij de prediking van de vergeving ook over de ernst van de niet-vergeving te spreken". Zij mag die moed ontlenen aan dit machtswoord van haar Koning. Want Hij heeft gezegd dat de toorn van God blijft op hen die onder deze prediking onverschillig blijven en zich niet oprecht bekeren. Op deze wijze krijgt de bediening van het Woord een buitengewoon ernstig karakter. Want hier vallen beslissingen waarvan de gevolgen tot in de eeuwigheid reiken. Beslissingen over behouden worden of niet, over eeuwig wel of eeuwig wee...!

De Opgestane en de Geest
Wat hebben wij daarom nodig? Ook in onze tijd is het van levensbelang dat het evangelie onverkort in de naam van de Opgestane en in de kracht van de Geest verkondigd wordt. Daarin wordt ons aangezegd, dat er buiten Christus geen hoop is voor arme zondaren als wij. Daarin wordt ons voorgehouden dat wat religieuze gedachten of ideeën ons niet behouden kunnen. Maar daarin wordt ook voluit en in alle ruimte getuigd, dat Jezus Christus in de wereld gekomen is om zondaren zalig te maken! Als die boodschap door gaat dringen in ons leven, zullen er vragen rijzen. Zo kan de vraag in ons hart gaan leven: Hoe krijg ik deel aan dat heil, aan die vergeving die in Christus te vinden is? In dat geval mag u twee dingen niet vergeten. Het evangelie van Gods genade wordt u verkondigd in de naam van de Vorst van Pasen. In Zijn opstanding heeft hij de machten van zonde, dood, en hel overwonnen. Zou Hij dan niet bij machte zijn om al uw schuld te verzoenen en alle hindernissen weg te nemen? Bovendien heeft de opgestane Christus aan Zijn discipelen de Geest van Pinksteren gegeven. Daarin laat Hij zien, dat Hij overal waar Zijn evangelie getrouw wordt verkondigd krachtig wil werken met Zijn Geest. Daarom is er alle reden om te pleiten op Zijn woord en te smeken om de kracht van de Opgestane en de hulp van Zijn Geest. Want het is Pasen geweest en het is Pinksteren geworden.

Neen, Pasen en Pinksteren vallen niet op een dag. Daar liggen vijftig dagen tussen. Maar Pasen en Pinksteren zijn wel ten nauwste op elkaar betrokken. Want de Geest van Pinksteren verheerlijkt de Vorst van Pasen en de Vorst van Pasen zendt Zijn Pinkstergeest uit, opdat zondaren zullen horen de stem van de levende God, en die ze horen zullen léven!

A. Baars

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 april 1993

De Wekker | 16 Pagina's

Pasen en Pinksteren

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 april 1993

De Wekker | 16 Pagina's