Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tranen, die gedroogd worden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tranen, die gedroogd worden

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

„En God zal alle tranen van hun ogen afwissen". Openbaring 7:17 (slot)

In onze tekst wordt het beeld opgeroepen van de innige verhouding tussen een moeder en haar kind. Een schreiend kind, dat zijn troost zoekt bij moeder. Zij droogt de tranen. Is het niet troostvol wat hier gezegd wordt? God, Die vol is van macht en majesteit, buigt zo diep tot Zijn schepsel neer, dat Hij het bij Zich neemt, - menselijk gesproken - Zijn armen om hem heen slaat en de tranen afdroogt. Meer dan een aards vader of moeder kan troosten, weet God Zijn kinderen te troosten. Zo volkomen, dat er geen nieuwe tranen meer op zullen volgen. Hij zal de laatste traan wegnemen. God gaat grondig te werk. Hij neemt niet alleen het verdriet weg. Hij neemt ook de bron van alle verdriet, de zonde zelf, weg. Er zal in de toekomstige heerlijkheid geen enkele reden meer zijn om nog één traan te laten. Er zal eeuwige blijdschap zijn.

De vraag is: geldt dit voor alle mensen zonder meer? Och, ieder mens krijgt in z'n leven wel met verdrietige dingen te maken. Toch slaan deze woorden niet op ieder mens, ongeacht wie die is. Er wordt gesproken over de tranen van hun ogen. En wie zijn die „hun"? Daarvoor moeten we teruggaan naar het voorgaande gedeelte. Het zijn degenen, die uit de grote verdrukking komen. Het zijn degenen, die hun klederen gewassen hebben in het bloed van het Lam. Het zijn de gelovigen, die hier bedoeld zijn.

Waarover treuren zij? Niet alleen over de nare gevolgen van de zonde, maar over de zonde zelf. Daarover zijn zij bedroefd. Je kunt het vergelijken met een misdadiger, die een gevangenisstraf uitzit. Het kan zijn, dat hij weent, omdat hij nog zolang moet zitten. Zonder echter te treuren om zijn zondige daad. Als hij weer vrij is, zal hij mogelijk zulk misdrijf opnieuw plegen. De gelovigen leren wenen over de zonde zelf. Ze hebben berouw over hun zonden. En met hun verdriet komen ze bij God terecht. Net als de verloren zoon uit de gelijkenis, die naar zijn vader terugkeerde met de belijdenis: Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en voor u. Zulke tranen, daar heeft God een welgevallen aan. Om het met de woorden van de Bijbel te zeggen; die tranen worden in Gods fles vergaârd. God wil, dat wij treuren over onze zonden. Omdat wij Hém daarmee zoveel verdriet doen. Elke zonde spreekt van onze opstand tegen God. God zou ons, mensen, van de aardbodem kunnen wegvagen. Met even groot gemak als wij ongedierte uitroeien. God zou daar alle recht toe hebben. Hij kan de zonde niet gedogen. Hij houdt de schuldige geenszins onschuldig. Want Hij is een rechtvaardig en heilig God. Maar Hij is ook barmhartig en vol van genade en medelijden. Weent u over uw zonden? Schreit jouw hart tot God?

Al kunt u zelf uw tranen niet drogen. God geeft u een belofte: Hij zal alle tranen van uw ogen afwissen. Hoe troost God dan? Hoe wist Hij de tranen af? Door het reinigende bloed van Zijn Zoon over uw bezoedelde ziel te sprengen en zo uw zonden weg te doen. Hij troost door te spreken naar het hart. Door middel van de Woordbediening wil Hij tranen drogen en stof tot blijdschap geven. Begeef u dan onder de prediking en bid om de werking van Zijn Heilige Geest. Vraag Hem of Hij u en jou door Zijn goedheid die droefheid wil leren over uw zonden. Dan verdwijnt die opstandigheid. Dan wordt u het eens met de weg, die de Heere met u gaat. En u zegt: De Heere is recht in al Zijn weg en werk. Zijn goedheid kent in 't gans heelal geen perk. En u zult het ervaren: Hij is nabij de ziel, die tot Hem zucht; Hij troost het hart, dat schreiend tot Hem vlucht. Zo wil de Heere tranen drogen.

Er staat alle tranen. Tranen over de zonde, maar ook over de gevolgen daarvan. Tranen over die zorgen, die tegenspoed of dat kruis in uw leven. Tranen over het verlies van iemand, die ons lief was. En al ziet u nu nog niet het waarom van die tranen, wanneer u nu weet, dat God ze zal drogen, dan zou u ze achteraf toch ook niet willen missen?

Hier op aarde worden nog niet alle tranen weggenomen. Zij zullen er blijven tot de laatste snik. Elke traan herinnert ons er weer aan, dat we leven in een wereld die door de zonde gebroken is. Maar eens komt het moment, dat zij voorgoed worden afgewist. Dan blijft alleen de blijdschap over, waarop geen droefheid, geen traan meer volgen zal. Wij lezen in Jesaja 35: „En de vrijgekochten des HEEREN zullen wederkeren en tot Sion komen met gejuich, en eeuwige blijdschap zal op hun hoofd wezen; vrolijkheid en blijdschap zullen zij verkrijgen, maar droefenis en zuchting zullen wegvlieden".

Bent u daar niet jaloers op? Of lacht u er misschien om en haal je je schouders er over op? O, bedenk het: de Bijbel spreekt ook over de buitenste duisternis, als de plaats van wening en knersing der tanden. Tranen, daar geschreid, worden niet gedroogd. Het zijn de tranen van een berouw, dat te laat komt. De Bijbel spreekt over mensen, die te laat berouw kregen. Denkt u eens aan Kaïn, aan Ezau, aan Saul en Judas. Zij weenden meer over de gevolgen van hun zonden. Zij zochten in hun verdriet God niet. Daarom werden hun tranen niet gedroogd.

Is het bloed van het Lam gestreken aan de deurpost van uw hart? Daar gaat het om. Dan zult u op aarde nog wel tranen laten. De verlosten komen uit de grote verdrukking. Verdrukking in de vorm van openlijke vervolging om het geloof. Of verdrukking, omdat de duivel u benauwt. Verdrukking vanwege het lichaam der zonde, dat we met ons meedragen. Maar Gods goedheid zal uw druk eens verwiss'len in geluk. Want van de verlosten staat geschreven: en God zal alle tranen van hun ogen afwissen!

Siegerswoude-De Wilp, J.W. Wüllschleger

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 september 1993

De Wekker | 16 Pagina's

Tranen, die gedroogd worden

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 september 1993

De Wekker | 16 Pagina's