Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dominus of dominee?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dominus of dominee?

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aanspreektitels raken uit de mode. Ministers werden vroeger aangesproken als excellentie, tegenwoordig is het op zijn best: mijnheer (of mevrouw) de minister. Een rechter werd vroeger tijdens de zitting aangesproken als edelachtbare, tegenwoordig is het: mijnheer (of mevrouw) de rechter. Alleen de Koningin wordt op Haar uitdrukkelijke wens aangesproken als: Majesteit.
Onder elkaar spreekt men ook niet meer met twee woorden, maar is het tutoyeren gewoonte geworden. En de voorname taal van vroeger is vervangen door de voorname taal, die overal wordt gebruikt om ministers, Kamerleden en andere hoogwaardigheidsbekleders aan te duiden. Vele kinderen tutoyeren zelfs hun ouders en noemen ze bij de voornaam. Slechts enkele beroepen zijn er nog, waarvan men de naam gebruikt om de persoon aan te spreken. Afgezien van bakker of slager - althans wanneer deze als zodanig werkzaam zijn - zijn het eigenlijk alleen nog de dokter, de dominee, de professor en de burgemeester, die met hun beroep worden aangesproken. De laatste raakt uiteraard zijn aanspreektitel kwijt als hij de functie verliest; een dokter, een dominee en een professor blijven echter tot hun laatste snik als zodanig aangeduid, ook als zij hun beroep niet meer uitoefenen.
De merkwaardigste titel is die van dominee. Het woord is afgeleid van het Latijnse dominus, dat weer zijn oorsprong vindt in het woord domus. Domus is huis en een dominus is een heer des huizes, later: een heerser, gebieder (vandaar het woord domineren). Iedere heer was vroeger een dominus, nu wordt het woord beperkt tot een predikant.
De aanspreekvorm van het Latijnse woord dominus is domine, later in het spraakgebruik verlengd tot dominee. Spreekt men een predikant aan, dan behoort men dus te zeggen: dominee. Maar heeft men het over een predikant, dan hoort men eigenlijk te spreken over een dominus. En van dat woord is de nog steeds in zwang zijnde afkorting ds. afgeleid.
Hoe het ook zij, dominus of dominee, in beide gevallen zijn de heren wel eer waard.

Verplanke

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 september 1993

De Wekker | 16 Pagina's

Dominus of dominee?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 september 1993

De Wekker | 16 Pagina's