Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Moet de gemeente worden opgeheven?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Moet de gemeente worden opgeheven?

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De omgekeerde vraag
In toelichtingen op de kerkorde vindt men nog al wat gegevens over de oprichting of instituering van een gemeente. Weinig is er te lezen over de gang van zaken bij de opheffing van een gemeente.
Dit laatste is een vraag die wellicht vandaag meer aan de orde komt dan vroeger. We noemen het een omgekeerde vraag. Bij de instituering van een gemeente dient men te overwegen of er sprake is van voldoende levensvatbaarheid. Een enkele keer slechts komt die vraag nog ter sprake.
Er wordt of worden dan vanwege een kerk, of vanwege enkele kerken, op een genabuurde plaats een of soms ook meer kerkdiensten belegd. Gaat dit goed, dan dient men de vraag onder ogen te zien of men een gemeente kan oprichten, d.w.z. of men door verkiezing uit de vergaderende groep, ambtsdragers kan aanstellen. Zo komt een nieuwe gemeente tot stand.
We horen daarvan tegenwoordig niet zo veel. De kerkverlating werkt vertragend op de kerkinstituering. Eerder is het omgekeerde het geval. Er zijn tamelijk grote en levende gemeenten vervallen en ineengeschrompeld tot een kleinere groep. We kunnen hier denken aan de gang van zaken in de grote steden, waarbij vrijwel alle kerkgenootschappen zijn betrokken. Bloeiende en volkrijke kerken zijn langzamerhand kleiner en kleiner geworden. De ontvolking van de oude binnensteden en de verhuizing naar nieuwgebouwde wijken had als gevolg dat er een aantal kerken geducht te lijden heeft gekregen van ledenverlies, vergrijzing en gebrek aan vitaliteit.
Met veel moeite houdt men een vorm van kerkelijk leven in stand. Maar menigeen heeft reeds de vraag gesteld, hoe lang deze situatie kan duren. Hier en daar hoort men de opmerking, die tegelijk ook een sombere oplossing van een probleem inhoudt: wanneer onze dominee met emeritaat gaat, zullen we geen ander meer kunnen beroepen. Of: wanneer onze dominee een beroep aanneemt, zijn we niet meer in staat, om het kerkelijke leven op een verantwoorde manier voort te zetten. Daarmee ligt de vraag voor ons, wanneer men moet overgaan tot de opheffing van een gemeente.

Een heel andere vraag
We denken nu aan de kerkorde, waarin een bepaling is te vinden die op deze situatie schijnt te wijzen. Er is in art. 38 sprake van plaatsen waar voor het eerst of opnieuw de ambten moeten worden ingesteld. De laatste formulering geeft te denken. Er waren blijkbaar plaatsen waar voorheen een gemeente gevonden werd. Door de vervolging (want daaraan hebben we dan te denken) werd een gemeente uiteengeslagen. De predikant werd gezocht. Hij wist zich in veiligheid te brengen. De ouderlingen moesten de wijk nemen. Tal van leden van de gemeente namen eveneens de wijk. Zij voegden zich bij vluchtelingengemeenten in het buitenland. En zonder dat er iets georganiseerd werd, kwam er een einde aan het bestaan van een gemeente.
In gunstiger tijd werd soms zo'n verstrooide gemeente weer opnieuw opgericht. De leden keerden terug. Wie ambtsdrager was geweest kon die functie weer bekleden. Kortom opnieuw werden de ambten ingesteld. Maar dit alles vond plaats met advies van de classis. De classis had een belangrijke taak bij de instituering van een gemeeente. Aan haar viel ook een belangrijke taak toe bij de heroprichting van die zelfde gemeente. We spreken nu over de situatie, zoals deze zich voordeed in de tijd waarin heel het kerkelijke leven onder de spanning stond van oorlog en vervolging. Het was beslist nog niet de slechtste periode uit de geschiedenis van de kerken in Nederland.

Een heel nieuwe situatie
Hoeveel kerken zijn er in de steden reeds gesloten? We dachten reeds aan de toestand in het Westen van het land. Maar ook daarbuiten hebben reeds tal van kerkgenootschappen zich genoodzaakt gezien om kerkgebouwen af te stoten en gemeenten op te heffen. Ook in onze kerken is deze situatie niet denkbeeldig. Wanneer zal men moeten overgaan tot zo'n opheffing? En welke procedure dient daarbij gevolgd te worden?
We herinneren nu aan de verantwoordelijkheid van de gelovigen zelf. Zij zijn het die door hun actie, of door hun gebrek aan actie, in feite de zaak in handen hebben.
We laten hier buiten beschouwing dat Christus ook zelf degene kan zijn die een gemeente „opheft": uit zijn mond spuugt. We kennen de geschiedenis van tal van Klein-Aziatische gemeenten, waar voorheen een bloeiend gemeentelijk leven was, en waar nu vrijwel niets meer herinnert aan de kerk. De kandelaar is daar van zijn plaats geweerd. Het licht van het evangelie is gedoofd. De gemeente is verstrooid. Het verbond Gods is te niet gedaan. De duisternis van het heidendom heeft alles overwoekerd.
Zo ver kan het ook onder ons komen. Maar het is niet noodzakelijk om allereerst aan zo'n situatie te denken. Ontvolking, vergrijzing en andere factoren kunnen een rol spelen. Dan is de gemeente zelf ook verantwoordelijk. Instituering van een gemeente gaat terug op de activiteit van de gelovigen. Opheffing is ook soms een gevolg van een (gebrek aan) activiteit der gelovigen. Teruglopend kerkbezoek, het begint soms met het verzuim van een tweede dienst: het kan een teken zijn van een naderend einde van een gemeente.

Geen levensvatbaarheid?
Is er geen levensvatbaarheid meer, dan kan een conclusie gewettigd zijn dat het beter is om tot opheffing, of tot combinatie met een andere gemeente over te gaan.
Levensvatbaarheid wordt bepaald door de vraag of er voldoend potentieel is, waaruit ambtsdragers kunnen worden gekozen. Soms kan een financieel aspect een rol spelen, maar dit zal nimmer het eerste of het doorslaggevend argument mogen zijn. En zo goed als de instituering van een gemeente gebeurt met advies van de classis, zo zal ook het beëindigen van het bestaan van een gemeente eerst dan kunnen plaats vinden, wanneer de classis in dit stuk van zaken zich heeft overtuigd, dat een langer voortbestaan niet zinvol is.
Om hoeveel leden zal het dan gaan?
We menen dat daaromtrent geen richtlijn is te geven, dan alleen deze, dat de diensten niet meer kunnen worden gehouden. Maar ook wat dit betreft zijn de omstandigheden dermate verschillend, dat er moeilijk een norm is aan te geven.
Wél onderstrepen we, dat de classis evenals de genabuurde gemeenten en samen met hen, de zorg hebben te dragen voor de leden, hoe klein hun getal ook moge zijn. Zij moeten kunnen worden ondergebracht bij een andere gemeente.
Veelal zal het mogelijk en ook raadzaam zijn om tijdig gemeenten samen te voegen, zodat de ambtelijke zorg over de gelovigen kan worden voortgezet.

Adoptie van een zusterkerk
We spreken over een probleem dat zich lang niet overal voordoet. Maar hier en daar kondigt het zich aan. Hoe triest ook, een kerkelijke vergadering zal ook in dit stuk van zaken attent moeten zijn, opdat de hulp van het kerkverband te juister tijd kan worden verleend. Het zou te wensen zijn, dat grotere en bloeiende gemeenten, die niet ten slachtoffer vallen aan de problematiek die gegeven is met de ontwikkeling in de grote steden, zulke kleinere en kleiner wordende gemeenten zouden helpen. Men leest soms, wanneer men een stad nadert, dat deze zich een zusterstad noemt van steden in het buitenland. Waarom zou een nog bloeiende gemeente op de Veluwe niet kunnen zeggen: wij adopteren een gemeente in Hongarije of in Roemenië. Maar we zorgen ook mede voor een gemeente in het Westen van het land, die het moeilijk heeft. Zou dat niet een zegening van het kerkverband kunnen zijn, ook al zingen ze daar in het Westen mogelijk een tel vlugger dan op de Veluwe?

W. van 't S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 april 1994

De Wekker | 16 Pagina's

Moet de gemeente worden opgeheven?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 april 1994

De Wekker | 16 Pagina's