Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voorjaarsconferentie ambtsdragers 1994 (I)

Bekijk het origineel

Voorjaarsconferentie ambtsdragers 1994 (I)

De vreemdeling in ons midden

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Was de voorjaarsvergadering van onze ambtsdragers dit jaar speciaal gedacht voor ouderlingen of voor diakenen? Sinds jaren wordt er geen onderscheid meer tussen gemaakt. Wel kan gezegd worden, dat het ene onderwerp meer met de geloofsleer te maken heeft en het andere meer een diaconaal aspect heeft. Maar een onderwerp over de vreemdelingen in ons land, over vluchtelingen en asielzoekers, kan niet zo gemakkelijk of waarschijnlijk helemaal niet ingedeeld worden in de vakken of vakjes, die wij onder ons gewend zijn te maken.
Voor mijn besef, en dat bleek ook wel tijdens de inleidingen en de gesprekken, is het een onderwerp dat ieder kerklid en iedere ambtsdrager aangaat.
Misschien zou iemand denken, dat er daarom wel extra veel belangstelling voor zou zijn. Maar wie de kerken beter kent kon van tevoren weten, dat de opkomst minder groot zou zijn dan bij een onderwerp, dat de prediking of de verhouding tot andere kerken betreft. En dat was ook zo.
Maar het zou niet juist zijn om te klagen over mindere belangstelling. Het was een goede en stimulerende en tot verdere bezinning dringende conferentie.
Er waren deze keer drie inleiders: als eerste ds. H. Fahner uit Lutten, die al sinds een heel aantal jaren bemoeienis heeft met contacten met het asielzoekerscentrum in Slagharen, en beter gezegd met de mensen, de vreemdelingen zelf; als tweede br. H.J. Takken te Amersfoort, wiens speciale taak, velen zullen dat weten, is het in contact brengen van moslims met het evangelie; als derde drs. J. van Mulligen uit Lelystad, die zou ingaan op het unieke karakter van de evangelieprediking, van het evangelie van Christus, vergeleken met de andere godsdiensten.
In zijn openingswoord, na de Schriftlezing uit Mattheüs 25 („Ik was een vreemdeling en gij hebt Mij geherbergd") ging de voorzitter in op het belang van het onderwerp. De buitenlanders zijn uit ons land niet meer weg te denken. Onze kinderen zullen met de praktische vraagstukken nog veel sterker worden geconfronteerd. Juist voor christenen is de vraag naar de verhouding en de omgang met niet-christenen van de grootste betekenis. We zien, dat er een breed-oecumenische opstelling is, die uit wil gaan van de waarde van alle godsdiensten en het unieke van Christus ter discussie stelt.
Het moet voor ons geen vraag zijn, of we de vreemdelingen onder ons zullen accepteren. Ook niet, of we hen zullen respecteren in hun culturele en godsdienstige uitingen. Wel, of en hoe we hen kunnen bereiken met de prediking van het unieke evangelie. Ons passen (citaat uit een artikel van een gereformeerd predikant) wel vriendelijkheid, welwillendheid en verdraagzaamheid. Maar met welke gedrevenheid en overtuigingskracht kunnen wij onze medelanders benaderen, wat moeten we van elkaar en wat mogen we van Gods Geest verwachten? Pastoraat en prediking moeten wegen vinden en wegen wijzen.

Ds. Fahner
Ds. H. Fahner sprak over de ontmoeting. Vluchtige ontmoeting is er wel voor bijna iedereen onder ons. Dat er asielzoekers zijn is niet nieuw. Wel de toename van de aantallen. In 1982 waren het er 1.000, in 1993 35.000 en dit jaar worden er 60.000 verwacht. Oorzaken? Er is in wel 60 landen oorlog; er zijn grote verschillen tussen arme en rijke landen; het reizen gaat tegenwoordig gemakkelijker, er zijn grenzen open; de gastarbeiders hebben we zelf binnengehaald. De CD-partij kent een toename die doet schrikken maar wel een signaal betekent. Er worden huizen gevraagd; er is werkloosheid en criminaliteit. Veel buitenlanders hebben het ook moeilijk: denk aan ex-Joegoslavië, denk aan Angola.
Een fundamentele bezinning is wel nodig, zeker voor christenen. De christenen moeten zich maar indenken, dat ze in de tijd van het Nieuwe Testament (denk aan 1 Petrus) zèlf een minderheidsgroepering waren. In het Oude Testament moest de vreemdeling bescherming genieten. Israël was zelf vreemdeling, ellendige, uitlandige geweest in Egypte. Volgens Leviticus 19 moest aan de vreemdeling liefde bewezen worden. In Deuteronomium 23:15 vinden we zelfs een vorm van asielrecht. De vreemdeling is „uw" vreemdeling.
Daartegenover: Israël werd ertegen gewaarschuwd, de cultuur en godsdienst van de andere volken over te nemen. En de God van Israël is volgens het tweede deel van Jesaja óók de God van de heidenen, van de volken. Die worden volgens Efeziërs 2:13 door het geloof van vreemdelingen tot huisgenoten. En overigens is de gelovige vreemdeling in de wereld, zie b.v. Hebr. 11 en 1 Petrus 1.
Dit laatste behoedt ons voor een negatieve houding.
Het probleem is overigens wel groot. We mogen wel elkaar aansporen tot gebed om wijsheid voor de overheid. Wat onze taak is, kunnen we aflezen uit het bevestigingsformulier: In de gebrokenheid van de menselijke samenleving de liefde van Christus met de daad tonen. We kunnen ons openstellen, contact zoeken. Hen opzoeken en welkom heten. Daarvoor heb je wel samenwerking nodig. Je moet elkaar ook kunnen bemoedigen. Rekening houdend met culturele verschillen, ga je wel met hem meevoelen, al kun je zijn problemen niet oplossen. Dat je eens fouten in de cultuur maakt is niet erg, als je je maar openstelt en vraagt. In een begroeting zal de man je omhelzen. Maar je moet het niet wagen om zijn vrouw te omhelzen ... Hun familieband is sterk. Nodig hen tot het grote gezin dat gemeente heet.
De taal is vaak een belemmering. Na een jaar is de taal niet meer zozeer een barrière, maar wel de cultuur, want die werkt door. We hebben een taak om biddend bezig te zijn. Het valt op, dat in Galaten 5 juist de dingen die in het contact met de vreemdelingen van betekenis zijn, genoemd worden als vrucht van de Geest.
Houd maar in het oog, dat het om Gods Koninkrijk gaat. Dat is multiraciaal: Matth. 28:18. En in de Openbaring vinden we een schare uit alle volken, stammen, natiën en talen.

Herman Takken
Br. H.J. Takken sprak hierna over de communicatie van het Evangelie in die ontmoeting. Wij verkondigen Christus niet om de landkaart christelijker te maken, maar om Christus bekend te maken.
Moslims verwachten dat Nederlanders Jezus ter sprake brengen. De communicatie is wel moeilijk, doordat zij de Drieëenheid verwerpen en in Jezus niet Gods Zoon willen zien, slechts een profeet, geboren uit Maria. Op welke manier bereiken we hen? Niet door overtuigende argumenten, dat is onze westerse manier. Zij hebben andere vragen en andere benaderingen. Bijvoorbeeld:
a. Dromen, visioenen, wonderbaarlijke gebeurtenissen. Een moslimgeleerde ervoer bij een pelgrimage naar Mekka een beeld van Jezus. Hij wilde meer weten en kwam tot het lezen van de Bijbel en tot christelijk geloof.
b. Liederen, muziek, zingen. In de moskee wordt niet gezongen maar gereciteerd, hoe welluidend dat ook kan zijn. Wij zijn bevoorrecht met liederen en met zingen. Cassettebandjes met liederen raken een gevoelige snaar.
c. Gebed voor en met moslims; als we eerst maar beginnen vóór hen te bidden en ons voor hen open te stellen. Iemand vroeg om te bidden in grote persoonlijke nood. Hij zag daar wellicht een magische handeling in. De moslim heeft bezwaar tegen een vertrouwelijke nadering van God. Voor hem is Allah slechts de Verhevene. Maar als hij merkt dat bij ons vertrouwen en eerbied samengaan, gaat er iets goeds van uit.
d. Het leven van de christenen, dat vernemen zij. Daden zeggen meer dan woorden. Eenheid, aandacht, liefde. Islam betekent onderwerping, geen gemeenschap, alleen massaal knielen en een massale bedevaart. Wij kennen een eenheid in het éne Hoofd, vooral aan het Avondmaal. Dan is het bij hen vaak zo, dat het christelijke onderwijs volgt op de keuze, andersom dan wij zouden denken.
e. Verhalen, gelijkenissen, oosterse situaties; dat alles is hun naar afkomst veel vertrouwder in de bijbel dan ons westerlingen.
Een obstakel is hun kijk op de Bijbel: die is in hun ogen vervalst. In een contact kon ik een moslim zeggen dat ik zijn koran kende. Op mijn vraag of hij de bijbel kende zei hij: Ja, ik heb de bijbel gelezen, want ik heb de koran gelezen. Toch kunnen ze geboeid worden en méér dan dat. Zo is het ook niet eenvoudig om met hen over Jezus te spreken zoals de Schrift dat doet, als de Zoon van God. Dat is voor hen lasterlijk. De koran kent Hem als voorname profeet. Maar voor ons geldt: Jezus moet Zelf uit de Schrift tot ons komen. Communicatie: geen afvuren van christelijke opvattingen. Maar oprechte ontmoeting. Hoe God tot ons spreekt in zijn Woord en in Jezus Christus, als het vleesgeworden Woord.

Drs. J. van Mulligen
Na een „tussenzang" kwam ds. Van Mulligen aan „de toepassing". Eén weg of meer wegen? In Leeuwarden werd een gebedsuur gehouden van christenen, moslims en hindoes. Ieder moest op zijn eigen manier bidden. De predikant zei wel, dat de godsdiensten per se niet vermengd moeten worden. Toch dreigt hier levensgroot een vermenging van godsdiensten. Dit gebeurt steeds meer en meer nadrukkelijk. Op de catechisatie heb je er mee te maken. Is tenslotte alles „één pot nat"? Zo zouden we zelf ook denken, tenzij Gods Geest ons een levend geloof schenkt. We willen wel voorzichtig zijn, maar tegelijk duidelijk.
De gedachten over gelijkschakeling van godsdiensten dateren uit de Verlichting van de achttiende eeuw. De filosoof Lessing gebruikte het beeld van de vader, die één kostbare ring had en drie zonen. De ring was voor de meest geliefde zoon, maar de vader beminde alle drie even zeer. Hij liet er twee ringen bij maken, die sprekend op de oorspronkelijke leken. Welke zoon had de echte? Rabbi Nathan wist het ook niet, maar zei: Wie het meest liefheeft heeft de echte ring. En daar gaat het dan maar om.
Op deze manier is men de godsdiensten gaan beschouwen.
Ds. Van Mulligen gaf nu een korte uiteenzetting van de belangrijkste gedachten binnen de islam, het hindoeïsme en het boeddhisme.
Wij maken vooral kennis met moslims, als het om vreemdelingen gaat. Ons past geen spot of een negatieve houding. Als medelanders hebben ook zij recht op ruimte en tolerantie. Als het om onze houding tegenover vreemde godsdiensten gaat, kunnen wij leren van Paulus, die in zijn rede in Handelingen 17 begint met respect te tonen voor de godsdienstigheid van de Atheners. Sommigen spreken van „Algemene openbaring" of „Scheppingsopenbaring". God sluit aan bij wat Hij Zelf heeft geopenbaard en liet Zich niet onbetuigd (Handelingen 14). In Romeinen 1 en 2 spreekt Paulus over een bepaalde kennis, al verontschuldigt die nooit.
Als men zegt dat alle godsdiensten gelijk zijn heeft men er nooit zijn best voor gedaan ze te leren kennen. Mensen als H. Kraemer en J. Verkuyl hebben er duidelijk over geschreven. Het gaat om zelfverlossing of om verlost worden. Christus is van God gegeven; wij klimmen niet naar „God" op. Er is één Naam onder de hemel gegeven.
De altijd moeilijke vraag naar het verloren gaan van alle heidenen zullen we niet kunnen beantwoorden. Bavinck zei al: God weet het. In elk geval zal het Tyrus en Sidon in de oordeelsdag verdraaglijker zijn dan voor wie de weg geweten en niet bewandeld hebben. Ons past een „dialogisch getuigenis", niet afstandelijk, maar met belangstelling èn met duidelijkheid. Christus moge gestalte in ons krijgen. Er is één weg tot behoud. Laat ons die voorleven en voorhouden.

(tweede deel volgt)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 april 1994

De Wekker | 16 Pagina's

Voorjaarsconferentie ambtsdragers 1994 (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 april 1994

De Wekker | 16 Pagina's