Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien
Over het loofhuttenfeest
In Johannes 7:37-39 treffen we de zelfopenbaring van Jezus aan op het Loofhuttenfeest. Deze woorden moeten we verstaan in het licht van wat er op de laatste en grote dag van het Loofhuttenfeest gebeurde. Die laatste en grote dag is waarschijnlijk de zevende dag van het feest. Op deze dag komen de feestelijkheden tot een climax. Het loofhuttenfeest was een oogstfeest. Na het binnenhalen van de oogst moest men gedurende zeven dagen in een loofhut wonen. De hut was een beeld van de bescherming die de Heere aan Zijn volk had geboden en biedt.
Het feest in Jeruzalem in de dagen van Jezus werd gekenmerkt door een dagelijkse optocht naar de bron Siloam. Daar werd water geschept dat in een feestelijke optocht onder muziek en onder het opzeggen van teksten als Jesaja 12:3 naar de tempel werd gebracht. Na een rondgang om het altaar werd het water op het brandofferaltaar in de tempel geplengd. Op de zevende dag werd deze plechtigheid zesmaal herhaald. Het plengen van het water speelde in de voorstellingen van het volk een grote rol. Het was niet alleen een symbool van het gebed om regen en vruchtbaarheid, maar ook in verband daarmee uitbeelding van de grote toekomstverwachting. In de grote toekomst zouden de bronnen van het heil rijk vloeien.
Jezus' Zelfopenbaring op het loofhuttenfeest
Op de grote dag van het feest gaat Jezus staan en roept luid tot de mensen: „Indien iemand dorst heeft, hij kome tot Mij en drinke", vers 37. Daarna spreekt de Heere Jezus een geweldige belofte uit: „Die in Mij gelooft, gelijkerwijs de Schrift zegt, stromen des levenden waters zullen uit zijn buik vloeien", vers 38.
In deze woorden predikt de Heere Jezus Christus Zich zelf als de vervulling van het loofhuttenfeest. Niet alleen in de grote toekomst van God zullen de bronnen van het levende water vloeien, nee die toekomst is nu reeds aangebroken. Van Jezus stroomt het heil uit. Hij is het heil. Het verrassende van vers 38 is dat de stromen van levend water niet maar van God uit zullen vloeien, nee ze zullen vloeien uit het binnenste van een ieder, die in Jezus Christus gelooft. Zo geeft Jezus aan dat wat de joden op het loofhuttenfeest zochten en vierden, in Hem zijn vervulling vindt. Werkelijk levend water komt van Jezus Christus. De stromen van levend water die uit de buik van de gelovigen zullen vloeien, zien op de Heilige Geest en Zijn werk in het binnenste van de mens. Johannes verklaart dat in vers 39. Jezus sprak in Zijn Zelfopenbaring van de Heilige Geest, die zij, die tot geloof in Jezus zullen komen, zullen ontvangen. Hier zien we opnieuw hoe nauw en onlosmakelijk de band tussen Christus en de Heilige Geest is. Daar is heel veel van te zeggen, maar in het kort komt het er op neer, dat zonder geloof in Jezus de Heilige Geest niet ontvangen kan worden. Jezus geeft de Geest en de Geest is de Geest van Jezus Christus. Als de Geest in het binnenste van de mens werkt, geeft Hij door het geloof deel aan Christus. De Geest komt van Christus en Hij werkt naar Christus toe. Hij geeft de levensband aan Jezus Christus. Men mag ook zeggen dat de band aan Christus de Heilige Geest is.
De Geest was er nog niet
Nu zegt Johannes in het tweede deel van vers 39 iets opmerkelijks. Op het moment dat de Heere Jezus Zijn Zelfopenbaring geeft op de laatste en grote dag van het loofhuttenfeest, was de Heilige Geest er nog niet. De reden daarvan is, dat Jezus nog niet verheerlijkt was.
De Heilige Geest kan dus niet komen als Jezus niet eerst verheerlijkt is. De vraag is of de Heilige Geest er dan helemaal nog niet was. We lezen immers in het Oude Testament van de Heilige Geest. Hij werkt in de schepping en de natuur. En de Heilige Geest heeft gewerkt in de harten van de mensen onder de oude bedeling. Hij bracht hen tot geloof, tot boete en berouw, tot vreugde en standvastigheid. Maar de Geest was er nog niet als de Geest van de verheerlijkte Christus. De rijke, volle uitstorting van de Geest op alle vlees moest nog wachten tot de tijd, dat Jezus verheerlijkt is. Het werkwoord „verheerlijken" in het Evangelie naar Johannes ziet op de verheerlijking van Jezus door Zijn dood aan het kruis en de opstanding uit de doden. Het kruis van Jezus heeft met Zijn verheerlijking te maken. Jezus kan geen Heere worden dan door Zijn dood aan het kruis. Zijn dood aan het kruis is heilsnoodzakelijk. Juist in Zijn zoendood aan het kruis verwerft Hij het leven voor de Zijnen. Zij hebben het leven voor eeuwig verloren door hun zonden en schuld. Er moet verzoening komen. Bedekking van de schuld. Wegneming van de zonden. Er moet een door God vastgestelde en aanvaarde tegenwaarde komen. Die tegenwaarde, om het zo te zeggen, kan geen andere zijn dan de dood van Jezus Christus aan het kruis. Ik duid deze diepe zaken slechts even aan. In de opstanding uit de doden verkrijgt Jezus de doxa, de heerlijkheid, Die Hij in Zijn lijden en sterven aan het kruis heeft verkregen, voor Hem Zelf maar ook voor al de Zijnen. Ook voor Zijn dood aan het kruis had Jezus wel degelijk heerlijkheid. In Johannes 1:14 lezen we dat de discipelen de heerlijkheid van het vleesgeworden Woord hebben aanschouwd. Het was een heerlijkheid als van de Eniggeborene van de Vader. Maar Jezus had deze heerlijkheid voor Zichzelf.
Hij kon deze heerlijkheid nog niet uitdelen. Dat kon en mocht Hij pas doen als Hij Zelf God verheerlijkt had door Zijn dood aan het kruis en nadat God Hem verheerlijkt had door de opwekking uit de doden en door de hemelvaart. In de hemelvaart blijkt hoe machtig en buiten alle menselijke proporties God de Zoon verheerlijkt door Hem de plaats in de hemelse troon, aan de rechterhand van de Vader, te geven.
De Geest is er nu wel
De heerlijkheid van Christus is bedoeld als een heerlijkheid waarin al de Zijnen zullen delen, tot in eeuwigheid! Het is het grote werk van de Heilige Geest om de heerlijkheid van Christus aan de mensen, aan de hele wereld, bekend te maken. Dat doet de Geest door middel van de prediking. Het is de taak van de Heilige Geest om de heerlijkheid van Christus te verkondigen. Door middel van deze verkondiging van de heerlijkheid van Christus - dus van kruis, opstanding en hemelvaart en ook wederkomst - brengt de Geest mensen tot het geloof. Dit geloof is te omschrijven als het deelhebben aan het ware, eeuwige leven. Dat is weer te omschrijven als de geloofsbeleving van de gemeenschap met God. Door de Geest roepen de gelovigen „Abba, Vader". Samengevat: de Heilige Geest is de aanwezigheid op aarde van de verhoogde Christus.
De beleving
Stromen van levend water zullen uit de buik van de gelovigen vloeien als ze geloven in Jezus Christus. Het woord „buik" ziet op het lichaam van de mens en dan wel in het bijzonder op het lichaam dat zich kan voeden en voortplanten. Vanuit het lichaam van de mens is er mogelijkheid om leven door te geven. Dat woord gebruikt Jezus om aan te geven hoe uit het lichaam van de mens rivieren - dat woord staat er letterlijk - van levend water zullen voortkomen. Dat ziet op de doorgaande verkwikking en levendmaking van de mens naar zijn innerlijk. Daar deelt de hele mens in. Daar zal in de toekomst ook het lichaam van de gelovigen eeuwig in delen. God heeft de Zijnen bestemd tot het leven! Daarom is de levendmaking en verkwikking door de Heilige Geest ook een zeer krachtige. De Heilige Geest wordt tot een bron in de gelovige. Deze bron kan nimmer opdrogen. De uitwerking en de vrucht van het geloven in Jezus Christus vindt allereerst plaats in het binnenste van de mens, in het voor het oog verborgene. Het wordt wel beleefd door het geloof als een krachtig werk. De vernieuwing van ons leven heeft hier zijn oorsprong. Maar dan komt het werk van de Geest ook naar buiten. Zoals een rivier uit de verborgen bron naar buiten komt en in de verdere loop al voller en breder wordt. Zie ook Ezechiël 47:1-12: het prachtige visioen van de tempelbeek. Wie van dit levende water drinken zal, door het geloof, die zal nimmer meer dorst lijden.
Stromen van levend water: dat is Pinksteren in de praktijk. In deze vervulling van binnen ligt de bevrediging van al onze diepste behoeften en verlangens.
Het geeft rust, vrede en het bewerkt overgave aan Christus. Deze stromen van levend water zijn niet aan enige leeftijd gebonden. Tot in hoge ouderdom mag men deze innerlijke vernieuwing kennen. Dit loopt uit op het eeuwige leven en de ongekende vreugde van het eeuwige leven. Daar zullen de levensbomen altijd hun vrucht geven. Daar is het loofhuttenfeest in alle volmaaktheid vervuld.
Hebben wij de Heilige Geest ontvangen?
Hoe is het met onze innerlijke bron? Woont de Heilige Geest in ons? De Geest is er nu wel. Het komt op het geloof in de verheerlijkte Christus aan. Wie het buiten Christus om zoekt, zal het leven en de ware vreugde nooit vinden. Jezus roept met volmacht: „Indien iemand dorst heeft, hij kome tot Mij en drinke!" Tot Jezus komen en drinken: dat is het hele geheim van deel krijgen aan het eeuwig leven. De Geest zal het de gelovigen verder leren.
J. Jonkman
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 mei 1994
De Wekker | 16 Pagina's