Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Pinksterbemoediging in een moeilijke wereld

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Pinksterbemoediging in een moeilijke wereld

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Pinksterfeest
In een nummer van ons blad, dat vlak voor het Pinksterfeest verschijnt, lijkt het me goed om de situatie van onze tijd maar rechtstreeks naast het spreken van de Schrift te leggen.
Ik doe dat deze keer met een paar teksten uit hoofdstuk 1 van de eerste brief van Petrus. Dat ik aan die brief dacht komt, doordat de situatie van de christenen die daar getekend wordt zo veel overeenkomst heeft met de situatie die wij tegenwoordig meemaken.
Enkele korte lijnen daarover:
- de (verstrooide) christenen leefden als een kleine minderheid midden tussen een bevolking, die hen weliswaar niet vervolgde, maar hen zeker ook niet in ere hield. Het verschil met ons is wel, dat de heidenen temidden waarvan deze bekeerde heidenen leefden, nog voor het evangelie gewonnen moesten worden, terwijl ons Europa en ons Nederland door het christendom heengegaan is;
- hoewel deze christenen geloofden in een opgestane Heiland, dat wil zeggen zeker waren van hun nieuwe leven, door het nieuwe leven van hun Here, leek het er niet op, dat hun Meester werkelijk Overwinnaar was; alles leek door te gaan volgens de wetten van deze wereld: verdriet, haat, oorlog.
Ze waren meer bedroefd dan verheugd. Nu valt ons al spoedig op, dat de apostel Petrus hen zowel troost als aanspoort. U zult trouwens wel weten, dat in de Bijbel er één woord is, dat zowel bemoedigen als aansporen betekent. Want in de christelijke dienst aan elkaar is dat hetzelfde. Het wordt ook nog al eens vertaald met „vermanen". Waar heb je het meest behoefte aan? Aan troosten of aan aansporing? Aan beide. Zo beschikt de Here het.
Verheugt u daarin, zegt Petrus. Waarin? In de barmhartigheid van God en in ons nieuwe leven door de opstanding van Christus, en in het bewaren van de erfenis bij God, en in het bewaren van ons door God. Dat allemaal is één groot werk van God.
Nu kom ik bij het Pinksterfeest. Het is het feest van de Heilige Geest, van de uitstorting van de Heilige Geest, zo hebben we geleerd. En nu moet u eens opletten, op welke manier de apostel dat feest toepast op die christenen van lang geleden.
Pinksteren. Feest van de Heilige Geest. Vertel eens wat dat voor je betekent. En dan gaat de apostel een heel andere kant op dan wij misschien verwachten zouden. Dat is misschien wel het meest opvallende van het werk van de Geest: Hij breekt buiten onze denkkaders. Denkkaders? Wat bedoelt u daar nu weer mee? Dat is, hoe je denkt, waar je je mee bezig houdt, hoe je geneigd bent te denken en de dingen met elkaar te verbinden. Oftewel: je leefwereld, je manier van denken.
In het begin van de brief had al gestaan: in heiliging door de Geest, tot gehoorzaamheid en besprenging met het bloed van Jezus Christus. Heiliging door de Geest. Wat brengt het met zich mee?

De profeten
Wat betekent onze tijd? Vraag met vele antwoorden. Antwoord van Petrus: het is de tijd, waarnaar de profeten hebben uitgezien. De profeten, zegt hij, hebben gezocht en gevorst naar de zaligheid, naar het behoud, naar die behaalde redding, die beloofd was, maar die zij nog niet hadden zien komen, anders dan alleen maar heel uit de verte. Wat een tijd beleven jullie, zo troost en bemoedigt Petrus hen. De profeten van de tijd van het Oude Testament hadden daar al zo lang naar uitgezien. Misschien dachten jullie wel: Wij zijn maar zo karig bedeeld. We hebben Jezus nooit gezien, en de profeten hadden Gods eigen stem gehoord, maar wij? O, integendeel, schrijft Petrus, Hem hebt gij lief, zonder Hem gezien te hebben. In Hem gelooft gij, zonder Hem thans te zien, en gij verheugt u met een onuitsprekelijke en verheerlijkte vreugde. Jullie bereiken het einddoel van het geloof, de zaligheid der zielen. Want jullie mogen er van leven, dat Jezus door zijn dood en opstanding een volkomen Behouder is.
De profeten? Ze stonden nog maar op een afstand. Zeker, ze zijn zalig geworden door dezelfde genade van God. Maar wat zagen zij nog maar weinig! Ook in hen werkte de Geest van Christus. De Geest. De Heilige Geest. De Heilige Geest is de Geest van Christus. En die was actief, reeds in hen. Maar de profeten hebben die Geest niet kunnen doorgronden. Wat door middel van de profeten oudtijds al gebeurde was, dat die Geest veel heeft gesproken over het lijden dat over Christus zou komen en over de heerlijkheid daarna. Dus over het kruis en over de opstanding. O, hebben die profeten gedacht, op welke tijd slaat dat toch? En wat voor een tijd zal dat toch wezen? Welnu, christenen uit de heidenen, jullie weten het wel. Aan jullie is de boodschap klaar en duidelijk gebracht. Want het is inmiddels geschied. Jullie leven van voldongen feiten, van een volbracht werk. Jullie hebben die profeten nooit gekend, en die profeten hebben jullie nooit gekend, maar zij profeteerden wel van de genade die voor jullie bestemd was. Denkt je dat eens in! Wat een geheimen worden ons hier ontsluierd!
Ik zit vaak tegen deze tijd aan te kijken met mijn zorgen en mijn problemen. Die gaan soms heel ver en heel diep. Maar mag ik me nu laten meenemen naar dit vergezicht? Of liever, dit nabijgezicht? Want de profeten stonden van verre, maar wij mogen nabij, dichtbij komen.
In wat voor een tijd leven we toch? Antwoord: in de tijd van het volbrachte werk van Christus en in de tijd van de Geest.
Dit te mogen zien verlost ons van veel klein denken. Dit verlost ons van veel meetillen en meetorsen van de narigheid van binnen en van buiten. Christus leeft en de Geest was aan het werk en is aan het werk!
Pinksterfeest: de Geest werkte al in en door de profeten, en de Geest heeft ons willen bereiken.
Misschien vraagt iemand zich af, of dat zou moeten betekenen, dat christenen zich van de nood van kerk en wereld weinig moeten aantrekken. Dat is niet de bedoeling. De apostel doet dat ook niet. In hun situatie gaat hij in op de noden en de taken van die tijd: bereidheid tot het lijden, een voorbeeld geven aan je omgeving, anderen zegenen, je beijveren voor het goede, een voorbeeld voor anderen zijn in het huwelijksleven en het sociale leven. Er was veel aan de orde van de dag, zoals in onze tijd dezelfde en meer andere agendapunten aan de orde zijn. Maar de bedoeling is: we zullen ons niet af laten leiden van wat God gedaan heeft en bezig is te doen.

Evangelieverkondiging
Ook dat is Pinksteren: evangelieverkondiging over de hele wereld. Jullie hebben het evangelie ontvangen, zo schrijft Petrus verder, van hen, die door de Heilige Geest, die van de hemel gezonden is, deze grote opdracht hebben ontvangen.
We zien, dat het geheim van het persoonlijke geloofsleven door de apostel het geheim gelaten wordt, dat God met ieder persoonlijk heeft. Hij zegt er tegelijk veel en weinig van: wedergeboren, bewaard, beproefd, liefhebben. Het is veel beleven en het wonder van Gods heilswerk in jezelf ervaren. Het is de moeite waard om dat naast de slotzin te leggen, die het eerste gedeelte afsluit: In welke dingen zelfs engelen begeren een blik te slaan. De engelen zijn heilig benieuwd naar wat dat is: een gered volk. Bij alle grote gebeurtenissen van Gods werk op aarde waren zij aanwezig: bij de profeten soms, bij Kerst, lijden, Paasfeest en Hemelvaart. Maar bij Pinksteren niet. Want dan worden verloste zondaren mondig om te kunnen spreken en verkondigen de grote daden van Hem, die hen uit de duisternis geroepen heeft tot zijn wonderbaar licht.
Engelen weten niet wat het is om zondaren te zijn. Maar ze weten ook niet wat het is om geredde zondaren te zijn. En weer wil Petrus zeggen: Wat zijn jullie een bevoorrechte mensen! Je zit soms wel in de put, maar zelfs engelen zijn, met eerbied gesproken, jaloers op jullie.
De profeten hadden wel met jullie willen ruilen.
De engelen begeren een blik te slaan. En wij?
Laten we maar zeggen: Here, het is Pinksterfeest geweest, en het is Pinkstertijd gebleven. Uw Geest is er nog. Christus leeft en werkt.
U hebt nog een volk op aarde.
Er mag nog gebeden en gehoopt worden.
Wil door uw Geest nog werken.
Om Christus' wil.
En door uw grote barmhartigheid.

K. Boersma

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 mei 1994

De Wekker | 16 Pagina's

Pinksterbemoediging in een moeilijke wereld

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 mei 1994

De Wekker | 16 Pagina's