Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geloofsopvoeding in gezin, school en kerk (IV, slot)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geloofsopvoeding in gezin, school en kerk (IV, slot)

N.a.v. het gelijknamige boek van drs. P.D. Hofland

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ontwikkeling naar een „ontmoetingsschool"
Het vierde hoofdstuk heeft de titel: Kind en School.
Hofland tekent de ontwikkeling van veel christelijke scholen in de richting van een zogenaamd open christelijk onderwijs. De doelstelling van zulk onderwijs is in veel gevallen, dat kinderen en mensen humaan met elkaar leren omgaan. We moeten Jezus navolgen. In de „Schoolschets Christelijk Onderwijs" van het Christelijke Pedagogisch Studiecentrum wordt gezegd, dat „de kern van het Evangelie als volgt verwoord kan worden: het Nieuwe Testament vertelt van de Jood Jezus, de spits van het menselijk geslacht. We vieren Pasen om te weten hoe er voluit geleefd kan worden, tegen de dood in. We vieren Pinksteren om te weten hoe er gehandeld moet worden. We vieren Kerstfeest om te weten hoe we de duistere praktijken te lijf moeten gaan. We volgen Jezus na."
Bij de ontwikkeling van de zogenaamde navolgingspedagogiek is het niet gebleven. De christelijke school behoort tegenwoordig ook een „ontmoetings-school" te zijn. Op de „Sharpconferentie" van Lancaster 1989 werd het als volgt geformuleerd: „De ontwikkeling van inter-religieus godsdienstonderwijs is een noodzakelijke voorwaarde voor een werkelijk harmonieuze samenleving. Wij gaan uit van de tolerantie-idee dat alle religies als ideaal de menswording, de gerechtigheid in de samenleving tot doel hebben." „Geloven met elkaar" is voor velen de kern van het geloven geworden. In de ontmoetings-school heeft geloven het karakter van een dialoog. De opvatting van de ander wordt gezien als een „verrijking" van de eigen geloofsovertuiging.

Funeste gevolgen
Het is duidelijk dat deze ontwikkeling van de open-christelijke school als ontmoetingsschool ingrijpende gevolgen heeft voor de aard van het christelijke basis- en voortgezet onderwijs. Er bestaat geen eensgezindheid meer over de aard en het gezag van de Bijbel. Vele docenten geloven nauwelijks nog iets. In wezen verschilt de basis van het humaan met elkaar omgaan nauwelijks van wat men op de openbare scholen ook als doelstelling ziet. Het leren leven in de „vreze des Heeren" is geen doelstelling meer. Zo kan door dit onderwijs aan de verwachtingen van christenouders niet meer worden voldaan. De Bijbel heeft geen integrerende betekenis voor andere vakgebieden

Eigen karakter van het christelijk onderwijs
Christelijk onderwijs is onderwijs met een eigen karakter. De Bijbel normeert niet alleen het uitgangspunt en de doelstelling van het onderwijs, maar ook het dagelijks gebeuren in de school. Als de Bijbel de grondslag is van het onderwijs, komt dit tot uitdrukking in de opvoedings- en onderwijsdoelen. Hofland werkt dit verder uit op de bladzijden 81 en 82. Zijn overzicht van een scholings-concept zou door elke christelijke school bekeken moeten worden.
Het Bijbelonderwijs is meer dan de overdracht van kennis en het vertellen van verhalen uit de Bijbel. Het is voor alles omgang met God, Hem leren kennen en liefhebben door de omgang met Zijn Woord. De kinderen moeten worden toegerust om zelf het Woord te kunnen lezen en bestuderen, zodat zij de rijkdom van de Bijbel ontdekken. Zo ontwikkelt het kind een eigen betekenissysteem. In het leerproces zijn kinderen ontdekkend bezig met de werkelijkheid. Het gaat er om dat het kind leert om aan de werkelijkheid vanuit het Woord betekenis te kunnen geven. Door wereldverkenning met een open Bijbel wordt het leven zinvolle werkelijkheid: de schepping van een almachtig God en Vader. De aarde is een plaats waar mensen mogen wonen en werken.

Het kind in de kerk
Het laatste hoofdstuk gaat over Kind en Kerk.
Hofland gaat in op de plaats van het kind in de kerk en hoe we in de kerk met het kind bezig moeten zijn. Kinderen moeten in de eredienst ervaren dat ze tot de gemeente behoren en er deel van uitmaken. De Woordbediening is er ook voor het kind. Hoe wij daarmee omgaan is van belang voor de geestelijke groei van de kinderen in de gemeente. Het gebeuren in de kerk moet aansluiten op de geloofsopvoeding van de ouders thuis en die is er op gericht dat kinderen de bijbel- en geloofstaal leren verstaan. Door de opvoeding thuis moet het kind leren uitzien naar de zondag als de dag van de Heere. Voor het begrijpen van de betekenis van de preek en de sacramenten heeft het kind begeleiding en onderwijs nodig. Het proces van een bijbelse taalverwerving is een essentieel onderdeel van de geloofsopvoeding. Het leren van bijbelse kernwoorden behoort tot de godsdienstige opvoeding van het kind. Bekendheid met het bijbels taalgebruik is voor het kind onontbeerlijk om de preken te leren volgen en begrijpen. Jonge kinderen kunnen zonder al te veel moeite taal en gedachten van het Woord in zich opnemen.
De geloofsopvoeding is er dus ook op gericht dat de kinderen de Woordverkondiging leren verstaan.
De reformatoren hebben in de zestiende eeuw aan het kind de wettige plaats in de kerk teruggegeven. Voor ouderen en jongeren schreven zij „handleidingen".

Catechese
De kerk geeft onderricht aan haar jeugd: de catechese. De catechese is pastoraal van aard. Het onderricht van de kerk wil de jongeren voorbereiden en toerusten tot het doen van openbare belijdenis van het geloof. Het catechetisch onderwijs omvat het kennis-aspect, maar ook het relatie-aspect. De doelstelling van de catechese is de jongeren begeleiden in hun persoonlijke omgang met God. Kennis van het Woord en persoonlijke omgang met God zijn onlosmakelijk verbonden. Het kind wordt bij het Woord betrokken. De ontwikkeling en de geestelijke groei van het kind worden erbij betrokken.
Jongerenpastoraat is onmisbaar. De jeugdouderlingen hebben daarin een belangrijke taak. De gemeente is een „leefgemeenschap", een plaats waar het geestelijke leven wordt verzorgd en gevoed. Jongeren worden er toegerust voor het leven in de gemeente en de vervulling van hun opdracht in de wereld. De zorg voor de jongeren vraagt speciale aandacht. Daarvoor is nodig een belangstellende, liefdevolle en vooral open relatie. Er dient begrip te zijn voor de bestaanssituatie van de jongeren in de geseculariseerde leefomgeving. Zonder wederzijds vertrouwen gaat het niet. Jongeren moeten een plaats hebben in de prediking, in het gebed, in de voorbede.

Drs. Hofland heeft ons een mooi boekje over de geloofsopvoeding gegeven. We moeten er in de gezinnen en gemeenten mee aan het werk. Ieder die met de jeugd te maken heeft, moet dit boekje zich eigen maken. Ouders, opvoeders en onderwijskrachten hebben ook voortdurende toerusting en vorming nodig. We staan allen onder een opdracht van God in dit leven. De zegen komt van Hem, maar die is slechts te verwachten in een ingespannen bezig zijn met onze verantwoordelijkheid en taken.

J. Jonkman

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 juni 1994

De Wekker | 16 Pagina's

Geloofsopvoeding in gezin, school en kerk (IV, slot)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 juni 1994

De Wekker | 16 Pagina's