Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zaaien en oogsten bij een bepaalde stand van zon, maan en sterren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zaaien en oogsten bij een bepaalde stand van zon, maan en sterren

6 minuten leestijd

Over de vraag hoe over de produktie en het gebruik van reformprodukten vanuit het christelijk geloof moet worden gedacht, is in het verleden al wat op papier gebracht. De meningen liepen en lopen uiteen. Er zijn mensen die deze produkten niet wensen te gebruiken omdat aan de vervaardiging ervan theorieën en levensbeschouwelijke inzichten ten grondslag zouden liggen die vreemd zijn aan het Woord van God. Dan is er een categorie mensen die aanneemt dat dit best het geval zal zijn, maar dat hoeft het gebruik van deze gezonde produkten niet in de weg te staan. Tenslotte is er een grote groep mensen die zich met de vragen hieromtrent niet wensen te vermoeien en die zonder moeite reformprodukten uit de schappen halen en er - als de geldmiddelen daartoe toereikend zijn - in ruime mate gebruik van maken.
In één van onze gemeenten op de Veluwe heeft een zuster het er maar moeilijk mee. In haar bus gleed enige tijd geleden „Eetwijzer", uitgave van een supermarktketen in haar omgeving, waarin reformvoeding wordt aangeprezen, produkten van de biologisch-dynamische landbouw, voor de groei waarvan dus geen kunstmest en/of chemische bestrijdingsmiddelen werden gebruikt. Met wat daarop in het blad volgde kreeg onze zuster het te kwaad. Zij las: „De biologisch-dynamische landbouw gaat daarnaast ook uit van een samenhang tussen aarde en kosmos. Zo wordt gezaaid en geoogst bij een bepaalde stand van sterren, zon en maan".
Hier steekt naar haar oordeel puur heidens, ongelovig denken achter. Geluk, voorspoed of tegenslag, goede oogst of misoogst, optimale groei en kwaliteit van wat de aarde voortbrengt, worden hier toegeschreven aan de stand en de inwerking van de hemellichamen. Dat is het christelijk geloof vreemd. God geeft de wasdom, zo goed als geluk en voorspoed in het menselijk leven. De christen spreekt niet van „onder een gelukkig gesternte geboren" (of gegroeid) zijn, maar weet zich in alles afhankelijk van God als schepper en onderhouder. Naar het oordeel van onze zuster moet hiertegen een waarschuwend woord uitgaan aan het adres van allen die onbekommerd, zonder enige reserve, van deze produkten gebruik maken.
Wat hiervan te zeggen. Om te beginnen zou de supermarktketen die deze produkten aanprijst kunnen worden bevraagd op de betekenis van wat men „samenhang tussen kosmos en aarde" noemt en welke uitgangspunten in de biologisch-dynamische landbouw bepalend zijn voor de keuze van de momenten waarop wordt gezaaid en geoogst. Als hier dezelfde gedachte aan ten grondslag ligt als die men ook tegenkomt in de samenhang die de astrologie ziet tussen de hemellichamen en het geluk of het ongeluk in het leven van mensen dan is de zorg van onze Veluwse zuster niet onterecht. Dan staat dat haaks op wat de christelijke kerk belijdt en gelooft met betrekking tot de sturende hand van God in het grote wereldgebeuren en in het leven van mensen persoonlijk.

Traceerbare werkelijkheid
Dat van een samenhang tussen kosmos en aarde sprake is, staat overigens vast. In bepaalde opzichten is en wordt dat in de landbouw als een traceerbare werkelijkheid ervaren en dat dan volstrekt niet in bijgelovige zin. Daarvan zijn voorbeelden te geven. De modernisering van het landbouwbedrijf, de middelen dus waarover men thans beschikt, hebben misschien ook kosmische invloeden op het landbouwgebeuren, meer of minder onder beheersing gebracht, maar uit de tijd waarin ik in een agrarisch milieu opgroeide, herinner ik mij op dit punt treffende dingen. Zo gold als een door ervaring bevestigd gegeven dat bij volle maan de boeren extra alert moesten zijn op uiterst drachtige koeien en paarden omdat de kans op versneld afkalven en versnelde geboorte van een veulen bij die stand van de maan groot was. Was het bij wassende maan goed weer dan was de algemene ervaring en verwachting dat die weersgesteldheid tot volle maan zou voortduren, een gegeven waarmee in betrekking tot zaaiing en oogsten rekening werd gehouden. Tuinders waren erop bedacht - en dat hing natuurlijk samen met de maanlichte nachten waarin men buiten de krant kon lezen - dat bij volle maan de sla snel doorschoot, snel in het zaad ging, zoals dat in vakjargon heette. Bij afnemende maan trad en treedt dikwijls verslechtering van het weer op, iets waarmee de boeren in hun werk en planning rekening hielden. Er zouden meer voorbeelden te geven zijn ter bevestiging van het feit dat kosmische invloeden in de landbouw geen vreemd gegeven zijn en door God als Schepper van hemel en aarde kennelijk in de schepping zijn gelegd.

De mens in zijn kleinheid, beperktheid en afhankelijkheid
De vraag is hoe men met dat gegeven omgaat, welke ideeën en zienswijzen ons beheersen als we over de samenhang tussen kosmos en aarde spreken. Als we ermee in de sfeer komen van de kunst om aan de hand van posities van de hemellichamen voorspellingen te doen of voor mensen kenmerkende eigenschappen te bepalen, zitten we niet op de lijn van ons geloof. Maar natuurkundig gezien staat vast dat de hemellichamen op het gebeuren op aarde veel meer invloed hebben (denken we alleen maar eens aan het ritme van eb en vloed) dan wij onderkennen en het is alleszins acceptabel dat boeren onder Gods open en wijde hemel, naar hun ervaring en vanuit hun intuïtie, bij het zoeken naar de gunstigste voorwaarden voor zaaiing en oogst, ook op de stand van de hemellichamen letten.
Niet in bijgeloof maar in het geloof dat het God is wiens almacht en voorzienigheid over zijn schepping gaan, zoals het verwoord staat in het antwoord van God aan Job en wel in het gelijknamige bijbelboek, hoofdstuk 38. Een prachtig hoofdstuk, waarin de zich groot wanende mens in al zijn kleinheid, beperktheid en afhankelijkheid op zijn juiste plaats wordt gezet. In het verband van het thema van deze bijdrage is al heel bijzonder wat te lezen staat in de verzen 31 tot en met 38:
„Kunt gij de banden der Pleiaden binden, of de boeien van de Orion slaken? Doet gij de tekens van de Dierenriem te rechter tijd opgaan, en bestuurt gij de Beer met zijn jongen? Kent gij de inzettingen des hemels, bepaalt gij zijn heerschappij over de aarde? Kunt gij uw stem tot de wolken verheffen, zodat een stroom van water u bedekt? Kunt gij de bliksemen uitzenden, zodat zij heengaan en tot u zeggen: Hier zijn wij? Wie heeft wijsheid gelegd in de donkere wolken of wie heeft inzicht verleend aan de grillige wolkengevaarten? Wie telt de wolken met wijsheid af en wie keert de kruiken des hemels om, wanneer het stof stolt tot gegoten metaal en de kluiten aan elkander kleven?" Mijn Veluwse briefschrijfster zou dit bijbelgedeelte aan de directie van de supermarktketen kunnen sturen, met de mededeling dat haar visie op de samenhang van kosmos en aarde in deze woorden besloten ligt en dat zij al wat deze aarde voortbrengt, ook reformprodukten, onder dankzegging aan de God die in deze woorden spreekt, tot zich neemt.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 november 1994

De Wekker | 16 Pagina's

Zaaien en oogsten bij een bepaalde stand van zon, maan en sterren

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 november 1994

De Wekker | 16 Pagina's