Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Aangevochten Reformator: Geloof en twijfel bij Martin Luther (II)

Bekijk het origineel

Aangevochten Reformator: Geloof en twijfel bij Martin Luther (II)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De weg uit de twijfel
Zagen wij in de vorige aflevering hoe de satan een mens ervan overtuigt dat hij verloren gaat, Luther laat het hier niet bij zitten. De redenering van de satan klopt niet, want het is niet zo dat God de zondaren vijandig gezind is. „Als nu de duivel je daartegenin Sodom en andere voorbeelden van Gods toorn voorhoudt, dan houdt hem Christus maar voor, Gods Zoon, die Hij omwille van de zondaren mens liet worden. Als God een vijand van zondaren was, dan had Hij echt zijn Zoon niet om onzentwil gestuurd en had Hij Hem echt niet zo verschrikkelijk laten toetakelen, plagen, lijden en sterven. Nee, Hij is een vijand van die zondaren, die menen vroom en rechtvaardig te zijn, dat wil zeggen die zichzelf niet als zondaren zien, hen wil God niet horen of zien, totdat ze tot de juiste kennis van hun zonden en zich door geloof in het Woord alleen aan Christus houden". Steeds weer wijst Luther dus op Christus als de enige weg uit de twijfel. Daarom moet Christus ook steeds aan de mensen gepredikt worden, slechts in Hem ontmoeten wij de genadige God, slechts in Hem vindt een mens rust. Het gaat om de prediking van de belofte en dat is voor Luther identiek aan Christusprediking. Die belofte moet een mens aangrijpen om in gebed op die belofte te pleiten. Luther zegt het zelfs zo, dat wij God in Zijn eigen Woord moeten vangen.
Daarbij moet een mens ook zelf zich inspannen om die zekerheid te verkrijgen. „Wij moeten er dagelijks meer en meer naar streven om vanuit de onzekerheid de zekerheid te bereiken. Wij moeten ons beijveren om die door en door verderfelijke dwaling waardoor heel de wereld verleid is - de dwaling - namelijk dat een mens niet zeker kan weten of hij in de genade staat of niet - met wortel en al uit te roeien. Want wanneer wij aan Gods genade twijfelen en niet geloven dat God om Christus' wil een welbehagen in ons heeft, dan verloochenen wij dat Christus ons verlost heeft, ja betwijfelen gewoonweg al zijn weldaden". Zo ernstig is twijfel, het raakt niet alleen de mens zelf, maar ook de eer van Christus. De middelen om tot die zekerheid te komen zijn het Woord en de sacramenten. „Een christen moet zeker zijn van z'n geloof of ernaar streven er zeker van te worden - en hij moet dit geloof vrij en volhardend belijden als de gelegenheid of de noodzaak er is. Een onzeker hart moet door Gods Woord en de sacramenten uit de war gehaald worden". Treffend is het woord uit de war halen. Een mens raakt in de war door naar zichzelf te kijken, want je ziet zowel goede als slechte dingen, je ziet goede werken maar ook veel zonden, je raakt in de war: hoe ben ik er nu aan toe, het loopt met mij vast verkeerd af. Uit de war kom je door te letten op Christus. Luther heeft zelf geleerd hoe met aanvechtingen om te gaan en het recept dat hij ter genezing geeft is ook voor de mens van vandaag zeer bruikbaar: „Wie geplaagd wordt door verdriet, twijfel of ander harteleed, moet zich eerst troosten met het goddelijke Woord, daarna wat eten en drinken en vervolgens het gezelschap van godvruchtige en christelijke mensen opzoeken om met hen te praten. Op deze manier gaat het wel beter".
Wanneer keurvorst Frederik de Wijze, aan wie Luther zoveel te danken had, in 1519 ziek wordt, beseft Luther dat juist in tijden van ziekte er geloofsaanvechtingen kunnen zijn. Om de keurvorst te helpen schrijft Luther een soort „ziekentroost", getiteld „Veertien oorzaken van troost voor hen die vermoeid en belast zijn". Eigenlijk gaat het niet om veertien troostgronden, want Luther behandelt allereerst de zeven gevaren die een mens te allen tijde omgeven. Daartegenover stelt hij dan zeven zegeningen. De zeven kwaden geven zonder opsmuk aan in welk een belabberde situatie de mens eigenlijk verkeert. De toestand van de mens wordt gekenmerkt door zonde, angst, gevaar, dood, hel, onrecht, aanvechting en kruisdragen. Maar gelukkig stelt God daar in Zijn genade zeven zegeningen tegenover. De mens is begiftigd met het Woord en met geloof. De vrede is hem beloofd. Zelfs in de hel gaat God, zowel straffend als bevrijdend, met de mens om. God leidt ons leven op wonderlijke wijze. Zelfs door het boze weet God het goede te bewerken. Overal bevindt de christen zich in de gemeenschap der heiligen. Het hoogtepunt in het zevental zegeningen is de opgestane Christus, die mijn opstanding en gerechtigheid is. Dat is de grootste troost en de definitieve doodsteek voor de aanvechting. Deze door genoemde zeven gevaren omgeven mens bevindt zich op een wagen en die wagen is de gerechtigheid van Christus. Op die wagen word ik naar de hemel gereden.

Aangevochten zekerheid
Ook al wijst Luther op de weg uit de aanvechting, hij beseft en weet uit ervaring dat de aanvechtingen in het leven van Gods kinderen zullen blijven. De duivel geeft het namelijk nooit op, hoewel ook hij weet dat hij het niet zal winnen. Voor de christen mag het een stuk zekerheid geven dat de duivel slechts de gelovigen aanvalt. „Zie eens, hoe de duivel alleen de gelovigen aanvalt. Heidenen, ongelovigen en niet-christenen, die valt hij niet aan, die zitten als schubben aan hem vast. Maar als hij hen ziet die Gods Woord, die het geloof en de Geest hebben, aan hen kan hij niet komen. Hij weet best dat hij het niet zal winnen ook al struikelen ze wel eens. Hij ziet heel goed dat ook al valt iemand in een grote zonde, diegene daardoor niet verloren is. Zo'n iemand kan immers weer opstaan. Daarom denkt hij dat hij het anders moet doen en zich op het Hoofd moet richten. Als hij het voor elkaar gekregen heeft dat iemand aan Gods Woord gaat twijfelen, dan heeft hij het spel gewonnen". Bij de twijfel aan Gods Woord bedoelt Luther niet twijfel aan het gezag van de Schrift, maar twijfel of Gods beloftewoord wel voor mij bestemd is. Het gaat om een levenslang gevecht met je eigen geweten. Het is de worsteling om meer geloof te hechten aan het Evangelie van de vergeving van zonden dan aan je aanklagende geweten. Luther zegt, dat de Heilige Geest ons door het Evangelie zekerheid geeft, maar dat de wet ons steeds weer aan het twijfelen brengt. Pas in het toekomstige leven is het met de twijfel gedaan en heerst de zekerheid voorgoed en volkomen. Zo is de zekerheid van het geloof een aangevochten zekerheid, maar mogen de aanvechtingen de zekerheid juist versterken. Aanvechtingen zijn niet slechts negatief te waarderen, ze zijn juist nuttig. „Dergelijke aanvechtingen zijn voor ons zeer nuttig, goed en noodzakelijk. Zij zijn er niet om daardoor ongelukkig te worden en verloren te gaan, maar om onderwezen en geleerd te worden. Want iedere christen moet bedenken en weten, dat hij Christus niet goed kan leren kennen zonder aanvechting en kruis. De aanvechting is de school waarin men Christus als mens en Heiland recht leert kennen". Naast een leerschool bewerken de aanvechtingen ook dat een christenmens niet hoogmoedig wordt. De strijd des geloofs en het besef van zonde en genade, bepalen de mens steeds weer bij dat feit: ik ben en blijf een bedelaar, maar ik heb een rijke en gulle God.

Zwolle, H.J. Selderhuis

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 december 1994

De Wekker | 16 Pagina's

Aangevochten Reformator: Geloof en twijfel bij Martin Luther (II)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 december 1994

De Wekker | 16 Pagina's