De kleine heilsoldaat een dichterlijk kleinood
Wie van gedichten houdt, kent er meestal wel een stuk of wat, die hij waar dat maar mogelijk is herleest. Tot die categorie behoren voor mij in ieder geval ook enige verzen van Michel van der Plas: zijn „Psalm" en het sonnet „Heilsoldaten". In zijn „Psalm" kunnen we genieten van zeer fraaie lyriek. Vanwege de lengte - meer dan zestig regels - kunnen we deze niet geheel afdrukken.
Ik volsta met twee passages:
Een nieuw lied voor de Heer die een durend nieuw lied
in de mond van mijn moedertje lei,
die in beide haar ogen zijn licht achterliet
en haar zei wat zij zeide tot mij,
een nieuw lied voor de Heer die van ieder nieuw lied
het ontstaan en de maker is,
die het voorzingt in water, in wind en in riet,
in de steeg en de vensternis.
En bijna aan het eind deze mooie regels: En zijn naam zij gezegend, de eeuwigheid lang/zij gezegend de naam van de Heer:/van de opgang der zon tot haar ondergang/zij gezegend de naam van de Heer.
Michel van der Plas (geb. 1927) heeft vele lichtvoetige, humoristische teksten geproduceerd. Journalistiek kan hij op een veelzijdig oeuvre bogen. Zijn artikelenreeks over het Tweede Vaticaans Concilie destijds was opmerkelijk. Hij was de schrijver van een boek over „Het rijke roomse leven". Verder waren er publikaties over Godfried Romans, kardinaal Alfrink, Joseph Luns en paus Joannes, een goed rooms gezelschap derhalve. Met zijn rooms-katholieke achtergrond bleek Van der Plas ook bij uitstek de man om een lijvige biografie over de ook in reformatorische kringen zeer gewaardeerde Vlaamse priester-dichter Guido Gezelle te schrijven.
In literaire handboeken wordt van Van der Plas gezegd dat hij de schrijver is van „gevoelige, religieus getinte poëzie". Dat klopt. De toon, die hij aanslaat, is bepaald niet wat men noemt dierbaar, maar vaak wel van een grote innigheid. Zo ook in het sonnet „Heilsoldaten". Het gaat vooral over een kleine heilsoldaat, en hoe enthousiast deze wel over de hemel zingt.
Evenals zovelen heeft ook de dichter kennelijk in zijn hart een warme plek voor de soldaten van het Leger des Heils die, soms ondanks het ondervinden van veel spotzieke bejegening, de weg opgaan om de goede boodschap te verkondigen. Verbeeld ik het mij overigens dat we ze tegenwoordig wat minder dan vroeger op de hoeken van de straten zien, met roodgebiesde pet en halleluja-hoed zingend en musicerend voor God en mensen?
Het tafereel moet hem ontroerd hebben. Misschien kwam hij ze tegen op een gewone zaterdagmiddag, toen de stad was uitgelopen voor de gebruikelijke boodschappen. Een groepje evangeliserende heilsoldaten. Speciaal die ene moet zijn aandacht getrokken hebben, die kleine, die zong of hij al bij God in de hemel was. Ik kan mij niet heugen ooit poëzie gelezen te hebben, waarin op schonere wijze uitdrukking werd gegeven aan het Grote Verlangen. Misschien met uitzondering van een enkel vers van een onversneden mysticus. Eeuwen geleden geschreven in de eenzaamheid van een kloostercel.
HEILSOLDATEN
Er liep een hondje tussen de soldaten.
Meisjes giebelden op de laatste rij,
toen zij een lange, juichende cantate
over de hemel zongen: Maakt u vrij!
Het was een straat als alle andere straten.
Ik zag een kleine heilsoldaat, hoe hij
haast jubelend zong, of hij 't nooit meer zou laten:
hij keek omhoog en leek onzegbaar blij.
Ik hoorde de trompet niet noch de horen,
ik zag alleen de wonderlijke lach
van een die in verlangen stond verloren
en zong, of hij de hemel open zag
en of hij stond tussen de engelenkoren
en of hij God zag op de jongste dag.
Het mag wat overdreven zijn desnoods, maar ik blijf het gedicht van Michel van der Plas over die kleine heilsoldaat koesteren als een kleinood.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 december 1994
De Wekker | 16 Pagina's