Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De geloofwaardigheid van de Bijbel (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De geloofwaardigheid van de Bijbel (I)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een belangrijk boek
Er verschijnen in onze tijd veel theologische boeken. Misschien zijn het er wel te veel. Ook auteurs die tot onze kerken behoren, publiceren studies die de aandacht trekken. Dat is het geval met het werk van dr. B. Loonstra, dat over de geloofwaardigheid van de Bijbel gaat ¹).
Er worden gewichtige vragen in ter sprake gebracht, die betrekking hebben op het gezag en de betrouwbaarheid van de Bijbel. Betrouwbaarheid is volgens Loonstra meer een ervaringsgegeven dan gezag. Gezag vraagt eerbiediging en onderwerping, maar betrouwbaarheid moet telkens blijken. Gezag en betrouwbaarheid hebben veel met elkaar te maken. In de betrouwbaarheid bewijst het gezag zijn goede recht. Zonder betrouwbaarheid wordt het gezag uitgehold. De beide aspecten worden samengebracht in het spannende woord „geloofwaardigheid".
De schrijver wilde dat het ook voor geïnteresseerden die niet theologisch geschoold zijn, een leesbaar boek werd. Daarom werden technische termen waar mogelijk vermeden. Meer dan eens is voor een samenvatting gezorgd, die de lezers goede diensten kan bewijzen. Intussen is het geen gemakkelijk boek voor wie geen theologie gestudeerd heeft.
Voor wie het bestemd is? In de eerste plaats voor hen die geroepen zijn geestelijke leiding te geven. De auteur dacht ook aan hen die moeite hebben met de geloofwaardigheid van de Bijbel, maar daaraan toch willen vasthouden. Dan zijn er nog die de Bijbel niet langer als boek van goddelijke openbaring aanvaarden. Maar ik heb de indruk, dat deze categorie er niet genoeg door aangesproken zal worden. Het begin van het eerste hoofdstuk is hun al veel te stellig. Bovendien staan zij kritisch tegenover de centrale boodschap van de Bijbel zelf.

De problematiek
De Bijbel is geloofwaardig. Het uitgangspunt van de studie van dr. Loonstra is, dat de geloofwaardigheid van de Bijbel niet eerst behoeft te worden aangetoond, voordat zij op erkenning aanspraak kan maken. De Schrift zelf getuigt, dat zij Gods Woord is. Dit zelfgetuigenis van de Schrift vindt weerklank in ons hart door het getuigenis van de Heilige Geest in ons.
De titel laat ook een problematisch geluid horen. Er is een niet te ontlopen problematiek, want de Schrift wordt kritisch gelezen. Stuiten wij niet op onhoudbare voorstellingen en waarden? Hoe staat het met de praktische geloofwaardigheid van de Bijbel?
De recapitulatie aan het einde van het laatste hoofdstuk bevat een terugblik op de weg die Loonstra gaat en waarop een aandachtig lezer kan trachten hem te volgen. Hij laat ons kennis maken met een aantal „frappante voorbeelden" waarin de historische of de morele geloofwaardigheid van de Bijbel problematisch blijkt te zijn.
Daarbij wordt gedacht aan interne ongerijmdheden, problemen op grond van buitenbijbelse informatie en vragen over de normatieve geldigheid. In het hoofdstuk dat hieraan gewijd is, staat het een en ander dat tegenspraak zal oproepen.
Het derde hoofdstuk laat ons niet alleen zien, hoe de Reformatie het opnam voor de letterlijke verklaring van de Schrift, maar ook, hoe Voetius en later Bavinck met de Schrift omgingen. Calvijn schreef ergens: „Deze plaats moet gecorrigeerd worden". Bavinck sprak over cruces (grote moeilijkheden). Ook over Barth wordt met kennis van zaken geschreven.
Onder de hoofdmomenten uit de geschiedenis valt een uitvoerig hoofdstuk over geloofwaardigheid en overdrachtelijke uitleg, waarmee we dicht bij de kern van de zaak komen. Daarna wordt met het oog op de overbrugging van de afstand tussen de belevingswereld van de Bijbel en de onze ingegaan op de werkelijkheidsbeleving in de Bijbel. De openbaring is verbonden met cultureel bepaalde denkvormen. Toch is de belangrijkste vraag bij het lezen van een teksteenheid van de Bijbel niet, wat mensen daarbij eertijds beleefd hebben en of wij daar nog iets mee kunnen, maar - theologisch - wat God ons daarin te zeggen heeft.

Het is een helder betoog, waaruit spannende vragen voortvloeien. Aan het einde van het zesde hoofdstuk worden er enkele onder woorden gebracht. Hoe kunnen wij de klassieke opvatting van de Schrift als het door de Heilige Geest geïnspireerde Woord van God verenigen met de resultaten waartoe het kritisch-analytische onderzoek van de Bijbel heeft geleid? In welke mate kan aanvaard worden, dat mythische trekken en kenmerken van de sage worden onderscheiden die ertoe leiden, dat wij de teksten geheel of gedeeltelijk overdrachtelijk in plaats van letterlijk-historisch verstaan? En in hoeverre is het acceptabel voorschriften en leringen aan cultureel-historisch bepaalde waarden en zienswijzen gebonden te achten en daarmee hun geldigheid te beperken?
Dat zijn voor Loonstra geen theoretische vragen, want hij heeft al gewezen op wat hij mythologische elementen noemt, zoals Genesis 6:1-4, en op verhalen met mogelijke elementen van sage- of legendevorming. Een voorbeeld van een tijdgebonden of cultuurhistorisch bepaalde voorstelling is voor hem de plaats die de vrouw niet alleen in het Oude, maar ook in het Nieuwe Testament inneemt. Bij het laatste denkt hij onder meer aan 1 Timotheüs 2:11-15. Natuurlijk weet hij dat het gevaar bestaat, dat de Bijbel in zijn geheel als een tijdgebonden document beschouwd wordt. Het gevolg daarvan is, dat hij slechts als inspiratiebron kan dienen, voorzover wij door middel van een overdrachtelijke uitleg er ideeën in teruglezen die ons welgevallig zijn. Ik voeg eraan toe, dat dit een heel reëel gevaar is. De geschiedenis levert daarvan bewijzen in overvloed.

De voorgestelde oplossing
De richting waarin Loonstra het vooral zoekt, is de overdrachtelijke opvatting van diverse schriftgedeelten die niet bewust overdrachtelijk bedoeld waren. „De tendens van deze studie is dat wij - omwille van het eigene van het bijbelse spreken - in dit overdrachtelijk interpreteren verder moeten gaan dan bij de meeste aanhangers van de klassieke schriftleer voor geoorloofd wordt gehouden" (blz. 192).
Dan wordt de vraag actueel, of wij niet iets substantieels kwijtraken, wanneer van allerlei uitspraken wordt gezegd, dat we ze niet letterlijk moeten nemen. Een overdrachtelijke interpretatie van de Bijbel heeft grenzen. De Schrift mag nooit worden prijsgegeven aan de subjectieve willekeur van uitleggers.
Dr. Loonstra maakt onderscheid tussen beelden die rechtstreeks iets zeggen van God in zijn omgang met de mens, en voorstellingen daaromheen, die niet direct iets uitspreken over God, maar meer te maken hebben met denkbeelden van toen die de onze niet meer zijn. Er worden verschillende voorbeelden van gegeven. Er zijn erbij waar het laatste woord zeker nog niet over gezegd is.
Bij de gegeven voorbeelden rijst de vraag, of de blijvende boodschap kan worden onderscheiden van de tijdgebonden context. Zijn daar bindende criteria voor te vinden? Er moet een poging gedaan worden om richtlijnen te formuleren, omdat anders onze menselijke ideeën over wat van wezenlijke waarde is, vrij spel krijgen en wij de Bijbel laten zeggen wat wij graag willen horen. De overwegingen lopen uit op drie leesregels, die evenals de toepassing daarvan een afzonderlijke bespreking verdienen.
Dr. Loonstra gaat in dit boek verder in het overdrachtelijk interpreteren van schriftgedeelten dan onder ons gebruikelijk is. Soms gaat hij mij echt te ver. In elk geval meen ik op een aantal punten met hem van mening te moeten verschillen. Maar dat kan pas in een volgend artikel toegelicht worden.

J. van Genderen

¹) Dr. B. Loonstra, De geloofwaardigheid van de Bijbel. Uitg. Boekencentrum B.V., Zoetermeer, 1994, 228 blz., ƒ 35,-.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 april 1995

De Wekker | 16 Pagina's

De geloofwaardigheid van de Bijbel (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 april 1995

De Wekker | 16 Pagina's