Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wij spraken met . . .

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wij spraken met . . .

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Zending en evangelisatie zijn van levensbelang voor een levende gemeente van Christus".
Een uitspraak van ds. G. Drayer te Zoetermeer, met wie de redactie sprak na zijn terugkomst van een werkbezoek aan Venda, waar hij heel wat jaren als missionair predikant van onze kerken werkzaam is geweest.

U bent enkele weken geleden teruggekomen van een reis naar Venda. Wat was het doel van deze missie en met welke indrukken bent u terug gekomen?

Het doel van dit werkbezoek was om de overeenkomst die in 1992 tussen de zendingsdeputaten en de kerken van Venda gesloten was met de kerken daar te evalueren. Die overeenkomst is gesloten toen het zendingswerk werd overgedragen aan de Venda kerken. Het was verder de bedoeling om te kijken hoe en of de financiële afspraken bijgesteld zouden moeten worden met het oog op de komende jaren.
Het is een heel goed werkbezoek geweest waarin we vooral onder de indruk geraakt zijn van de mate waarin de kerken zelfstandig zijn geworden en gegroeid zijn, m.n. ook in geestelijk opzicht. Dat is vooral te merken aan de aanpak van bijvoorbeeld diverse diaconale projecten en de grote belangstelling van de leden (jong en oud!) van deze kerken voor het evangelisatiewerk.

Is er na zoveel jaren van politieke spanningen en geweld in Zuid-Afrika ook in het kerkelijk gebeuren in Venda iets veranderd of bezig te veranderen nu de politieke verhoudingen na de verkiezingen en door het aantreden van een nieuwe regering in zekere zin zijn gestabiliseerd?

Er zijn veranderingen merkbaar in het gegroeide zelfbewustzijn van de kerken. In de gesprekken met de mensen daar hebben we gemerkt dat men onder leiding van de Heilige Geest zich samen verantwoordelijk voelt voor het feit dat de gemeente groeit zowel kwalitatief als kwantitatief. Men is er nl. diep van doordrongen dat het gemeentewerk niet aan enkele personen over gelaten kan worden. De politieke veranderingen hebben de mensen hoop gegeven en nieuwe energie. Dat is eigenlijk overal, maar vooral ook in Venda duidelijk merkbaar.
Wel is het jammer dat de structuur van de Gereformeerde Kerken in heel Zuid-Afrika nog steeds herinneringen oproept aan de apartheidsperiode. Het is te hopen dal de gesprekken daarover, die gelukkig weer zijn opgepakt, binnen niet al te lange tijd zullen leiden tot een structuur waar het reformatorische „eenheid in verscheidenheid" meer recht wordt gedaan.

Sinds het moment waarop u met uw theologische studie gereed kwam bent u ook in de zending werkzaam geweest. In 1993 werd u predikant van onze kerk in Zoetermeer. Hoeveel moeite en tijd kost het een missionair predikant om in prediking en pastoraat op de situatie in het thuisland in te spelen?

Dat kost veel moeite en veel energie. Ik heb mijn „leerschool" gehad in de praktijk van een heel andere samenleving met andere culturele achtergronden dan hier in het Westen en het is dus een enorme ommezwaai om je hier weer aan te passen en te richten op een gemeente met andere achtergronden en problemen. Dat neemt niet weg dat het heel boeiend is om zo nu en dan er bij bepaald te worden dat mensen, als het er op aan komt, toch niet zoveel verschillen en om tot de ontdekking te komen dat de ervaring die ik op het zendingsveld heb opgedaan ook hier weer gebruikt kan worden. Uiteindelijk is het sterk ontkerkelijkte westen van Nederland ook zendingsveld, maar dan in onze directe omgeving...

Uit alles is voelbaar dat u de missionaire gedrevenheid nog niet kwijt bent. In kerkelijke vergaderingen zult u niet nalaten met klem aandacht voor de zending in het algemeen en voor de wenselijkheid van zendingsactiviteiten in de gemeenten te vragen. Leeft naar uw oordeel de zendingsopdracht voldoende in onze kerken?

Ik denk wel dat er veel liefde voor de zending is binnen onze kerken. Dat het meeleven altijd beter kan en dat ook zending een essentieel onderdeel van het gemeente zijn is, is - denk ik - niet overal even duidelijk. Toch zijn zending en evangelisatie van levensbelang voor een levende gemeente van Christus. Als we het levende water dat uit Gods Woord tot ons komt opdammen en voor onszelf bewaren komt de stroom tot stilstand. Stilstaand water gaat op den duur stinken en kan nergens meer voor gebruikt worden! Ik ben alleen wel bang dat voor velen binnen onze kerken de zendingsopdracht gezien wordt als iets dat je ver van je huis laat verrichten! Uitzonderingen daargelaten natuurlijk. Bovendien bekruipt me soms toch ook het gevoel dat de financiële inspanning voor het uitvoeren van deze zendingsopdracht in mindering komt op onze daadwerkelijke inspanning in de eigen omgeving.

Als het op de zendingsopdracht aankomt heeft het er in het verleden wel eens op geleken dat wat op verre afstand gebeurde in de kerken hier min of meer werd geromantiseerd. Geldelijke steun leek dikwijls emotioneel te zijn bepaald. Heeft u de indruk - en deze vraag ligt in zekere zin eigenlijk in de voorgaande besloten - dat in de kerken de zendingsopdracht ideëel werkelijk leeft op de wijze zoals het evangelie van Christus dat wil?

Natuurlijk werd het zendingswerk vroeger ook geromantiseerd. Maar dat was misschien ook wel nodig om een zo groot mogelijk effect te verkrijgen van de periodes dat een zendingswerker met verlof in Nederland was. Tegenwoordig is dat denk ik in mindere mate nodig. Ook door de betere communicatielijnen die er bestaan van en naar alle zendingsvelden toe en de informatie die men via allerlei kanalen tot zich kan nemen is het niet meer nodig. Men weet over en weer veel meer van elkaar.
Daarbij komt dat er ook veel meer persoonlijk contact is gekomen; het is al diverse malen gebeurd dat er mensen uit de zendingsgebieden hier in Nederland bij onze kerken te gast zijn geweest en dat heeft tot heel goede, vaak ook intense contacten geleid.
Dat ook de jongelui van onze kerk, via bijvoorbeeld „Dienstverlening Jongeren Wereldwijd" in de zomer-vakanties in sommige zendingsgebieden de handen uit de mouwen steken is heel verheugend en stimulerend. Zo gaat de zaak van de wereldwijde kerk van onze Here en Heiland veel meer leven onder jong en oud, dwars over grenzen heen.
Deputaten Zending zijn momenteel bezig met de organisatie van een jongeren zendingsjaar in het seizoen '95-'96. Hopelijk zal dat ook opnieuw een impuls vormen voor een goede evangelische kijk op onze zendingsopdracht! Nogmaals: gemeente zijn is altijd verbonden met evangelisatiewerk!

Altijd al, maar de laatste tijd steeds sterker, wordt het geluid gehoord dat het christendom het recht mist andere volken en culturen de uniciteit van het christelijk geloof op te dringen. Steeds krachtiger wordt geprobeerd de christenen bij te brengen dat ook andere wereldgodsdiensten even zo vele wegen naar God toe zijn. Deze gedachte doortrekt het religieuze denken in onze westerse samenleving steeds meer. Met name de Islam wordt tot in gereformeerde kringen toe gezien als een godsdienst die in West-Europa niet alleen veel terrein zal winnen maar die het ook verdient als gelijkwaardig aan het christelijk geloof te worden beschouwd. De aanbevelingen om deze twee godsdiensten met elkaar in dialoog te brengen zijn niet van de lucht. Hoe ziet u deze ontwikkelingen?

Nooit mag je als zendeling of als kerk een ander volk jouw godsdienst opdringen. Zonder om te veroordelen mogen we nu achteraf toch wel constateren dat er in het koloniale verleden wat dat betreft veel fouten zijn gemaakt. Wij hebben allemaal de opdracht het evangelie te verspreiden, te zaaien als het ware, maar altijd vanuit de boodschap van de liefde die vanuit de bijbel naar ons toe komt. Dat we niet moeten schromen om ook met andere godsdiensten in gesprek te komen is daarbij denk ik uitermate belangrijk.
Toch zal daarbij altijd het uitgangspunt moeten zijn dat bij alle overeenkomsten die er misschien te signaleren zijn, er één uniek punt is in het Christendom, nl. Jezus Christus. Dat unieke kan een christen in gesprek met andere godsdiensten eenvoudig niet opgeven, zonder zijn eigen geloofwaardigheid prijs te geven. Vroeg of laat zal dat unieke van Christus de gesprekken vanuit ons gezichtspunt dan ook moeten bepalen.
Dat zal altijd op basis van de liefde moeten gebeuren. Die liefde waarmee God de wereld heeft liefgehad, en waarom Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gezonden, opdat allen die in Hem geloven niet verloren gaan, maar het eeuwige leven hebben. Daar hoort dus geen superioriteits-denken bij, maar evenmin een gevoel van minderwaardigheid.

In de contacten die we in Zuid-Afrika met de Islam hebben gehad hebben we evenwel altijd begrepen dat diegenen die een open gesprek wilden voeren, gezien werden als mensen die opereren vanuit hun eigen onzekerheid omtrent hun geloof en daarom bestempeld werden als mogelijke bekeerlingen. Je hoort mensen wel eens zeggen dat Europa als gevolg van de sterk doorzettende secularisatie, op korte termijn gezien, zendingsgebied zal worden. Bij het nadenken daarover spelen de begrippen zending en evangelisatie door elkaar heen. Wat is naar uw mening het verschil tussen deze twee?

Evangelisatie is zending en omgekeerd. Er is in de loop van de tijd een andere invulling van de beide begrippen gekomen. Zending wordt nog vaak gezien als het werk waarvoor je naar een ander land moet. Evangelisatie doe je vlak bij huis. Maar inhoudelijk gaat het om hetzelfde; het verkondigen van de Blijde Boodschap aan anderen die deze boodschap niet (meer) kennen.

Dat Nederland een zendingsgebied is, zei ik zo straks al. Ik denk dat we namelijk allang zover zijn. Er zijn, vooral hier in de Randstad, ontelbaar veel mensen die nog nooit met het christelijk geloof echt in aanraking zijn geweest. Er ligt een enorme opdracht, die hier misschien nog wel eens moeilijker uitvoerbaar zal blijken te zijn dan in het verre Afrika omdat heel veel mensen zich bewust afkerig en negatief opstellen.
Een ander punt dat ons daarbij parten speelt is de enorme verdeeldheid in de (om het daar alleen maar even bij te houden) gereformeerde wereld. Een gemeente waar men niet door de onderlinge band der liefde wordt samengehouden en geleid, is onmachtig om effectief zendings- en/of evangelisatiewerk te doen! Of zoals ik het geleerd heb: Wie erop uit is om gasten in zijn huis te ontvangen, maakt zijn huis schoon èn op orde! Trouwens, ruzie, wantrouwen, zorgeloosheid e.d. drijven niet alleen de gasten je huis uit, maar ook je kinderen!

U hebt samen met uw vrouw en kinderen 13 jaar in het buitenland gewerkt. Kunt u ook als gezin weer een beetje uw draai hier vinden?

Natuurlijk heeft dat wel even geduurd, maar nu we hier in Zoetermeer onze thuisbasis hebben gekregen heeft iedereen zijn en haar draai wel gevonden. De kinderen zijn op school en in de gemeente heel goed opgevangen en Rinske kan de ervaring die ze in Venda heeft opgedaan als secretaresse van de christelijke school ook nu weer gebruiken omdat ze een baan heeft gekregen bij een internationale school in Voorschoten. Samen mogen we actief betrokken zijn bij wat er in de gemeente gebeurt en ook op het wat bredere kerkelijke vlak.

De Here God zegene uw werk hier in Zoetermeer en niet minder in dat wat u nog ten dienste van het Koninkrijk Gods ver weg moogt doen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 mei 1995

De Wekker | 16 Pagina's

Wij spraken met . . .

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 mei 1995

De Wekker | 16 Pagina's