Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Geest die overtuigt

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Geest die overtuigt

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

In dit nummer, dat ter gelegenheid van het Pinksterfeest verschijnt, wil ik met u nadenken over een klein gedeelte van het onderwijs, dat de Here Jezus heeft gegeven kort voor zijn heengaan. In de afscheidsgesprekken, in de nacht vlak voor het verraad, heeft Hij hen bemoedigd met het oog op de toekomst. Sterke en diepe dingen heeft Hij gezegd. Hebben ze het allemaal begrepen? Johannes heeft het voor ons op mogen schrijven.
We weten wel, dat de Here de Heilige Geest een aparte naam heeft gegeven: de Trooster. In talloze preken is ons al verteld, dat die naam, Parakleet, ook vertaald kan worden met Advocaat, Zaakwaarnemer, letterlijk: de er bij geroepene. In ons blad heeft ook al eens een serie artikelen over de Parakleet gestaan van de hand van onze hoofdredacteur. Maar een mens vergeet snel en je kunt ook niet alles onthouden.
Ook in Johannes 16:7 staat: Indien Ik niet heenga, kan de Trooster niet tot u komen, maar indien Ik heenga, zal Ik Hem tot u zenden. En dan komt er in vers 8 een merkwaardige tekst: En als Hij komt, zal Hij de wereld overtuigen van zonde en van gerechtigheid en van oordeel; van zonde, omdat zij in Mij niet geloven; van gerechtigheid, omdat Ik heenga tot de Vader en gij Mij niet langer ziet; en van oordeel, omdat de overste dezer wereld geoordeeld is.
Merkwaardig, omdat de gedachtengang wat duister lijkt. Daarnaast hoor je nog wel eens zeggen: je hoort zo weinig meer noemen, dat de Geest overtuigt van zonde en van gerechtigheid en van oordeel. Dat moest veel meer uitkomen. Want we hebben aan dat plaatsmakende werk van de Geest zo'n behoefte. En anders zal het niet goedkomen met een mens, en met een kerk.
Welnu, daarom denk ik over deze tekst ter gelegenheid van Pinksteren maar eens met u na.
De twee teksten behoren bij elkaar. Eerst: Waarom noemt de Here de Geest nu de Parakleet? Omdat Hij Zelf niet meer op aarde zal zijn. In het werk van de Geest werkt de Here Christus door. Hij werkt verder. Hij werkt ook dóór.
En hoe dan?
Bij een advocaat denk je aan een rechtszitting. Een zaakwaarnemer kan een civiele zaak behandelen: je krijgt je gelijk ja of neen, maar ook een strafzaak. Die beeldspraak is bijbels wel heel bekend: denk maar aan het spreken over de rechtvaardiging als vrijspraak van schuld en straf en recht ontvangen op het eeuwige leven. Het beeld van de rechtszitting komt ook hier. Dat blijkt uit de opeenvolging van de woorden: zonde - gerechtigheid - oordeel. Waar zonde is gepleegd moet de rechter een rechtvaardige uitspraak doen en die leidt tot een oordeel.
Over wie gaat dat gericht? Over de wereld. Waar denk je aan bij het woord wereld? Aan meer dan één mogelijkheid. Bijvoorbeeld aan de geschapen wereld. Dat doet Johannes ook wel. Alzo lief heeft God de wereld gehad. Hij, Christus is een verzoening ook voor de zonden van de gehele wereld. Het woord wereld kan ook betekenen de boze, afgevallen, vijandige wereld. Hebt de wereld niet lief en haar begeerlijkheden. Ik bid niet dat Gij hen uit de wereld wegneemt, maar dat Gij hen bewaart voor de boze.
Het woord wereld kan bij Johannes nog een allereerste betekenis hebben van de ongelovige joden. U begrijpt wel, dat hier geen jodenhaat, geen anti-semitisme aan de orde is, hoewel sommigen dat tegenwoordig wel zo zien. In deze zin gebruikt de Here Jezus het woord wereld ook wel. Indien de wereld u haat, weet dan, dat zij Mij eer dan u gehaat heeft, Johannes 15:18. Indien Ik niet gekomen was en tot hen gesproken had, zij zouden geen zonde hebben, maar nu hebben zij geen voorwendsel voor hun zonde, Johannes 15:22. Dat slaat heel duidelijk op de ongelovige joden. En dat is nu ook hier het geval in Johannes 16:8. De Geest zal de wereld overtuigen van zonde, omdat zij in Mij niet geloven. Wat vreselijk eigenlijk.
Nu kunt u het beste in plaats van „het ongelovige deel van de joden" invullen: de godsdienstige mens zonder Jezus. Dat is ook „wereld": levend zonder God. Je zou denken: de godsdienstige mens heeft wel behoefte aan God. Maar evenals de ongelovige joden in feite de Vader niet kenden, omdat zij Jezus niet wilden kennen, Johannes 15:23 en 16:3. De tekst slaat ook op ons, uit de heidenen afkomstig, als van ons geldt: wel godsdienstig, maar Jezus nog buiten ons leven gehouden.
Lang geleden vroeg iemand eens: Kan dat, dat je wel oprecht de Here wilt dienen, maar dat je nog geen behoefte kent aan de Here Jezus? En het antwoord was: Ja, dat kan aanvankelijk wel, maar dat zal, als het goed is, niet zo blijven. De Here zal je verder leiden en tot Jezus brengen. Maar in deze tekst hier staat, dat het de grote zonde is, in Jezus niet te geloven. Een grote zonde is onze afval van God, maar volgens het evangelie is de grootste zonde: Christus niet te geloven.
Maar nu komt de Heilige Geest. De Parakleet, de advocaat. Stel je voor, je zit in voorarrest en je zult moeten voorkomen. Je hebt een advocaat nodig. Zul je die krijgen? De advocaat komt naar je toe. Voordat je met de rechter in aanraking komt, komt de advocaat naar je toe. De zaakwaarnemer. Hij neemt de hele zaak met je door. Hij gaat jouw zaak behartigen. En hij zegt: logisch toch, dat zonde om gerechtigheid roept en dat gerechtigheid om een oordeel vraagt? Wat dacht je terug te kunnen zeggen, als je voor de rechter moet komen?
Overtuigen. Daar zitten twee kanten aan. Het Griekse bijbelwoord kan ook vertaald worden met aanklagen of weerleggen. Kijk, er kan een aanklacht ingediend worden, waar niets tegen te zeggen valt, maar je wilt dat eigenlijk niet toegeven. Het is als bij een schooljongen die moet nablijven en tegen wie de meester zegt: Zie je nou zelf niet in hoe fout jij zat? Die jongen weet het wel en hij beseft het ook wel, maar hij wil het niet toegeven.
Overtuigen. Twee kanten: aanklagen, het kwaad aanwijzen, of: er innerlijk van overtuigd zijn. De Geest komt de gevangenis binnen en Hij komt met je praten. Wat staat je straks te wachten? Hoe moet ik jouw zaak waarnemen in de rechtszitting? Zo spreekt Hij tot de godsdienstige mens, die ik ben. Is er uitzicht voor mij? Zal ik beter mijn best gaan doen? Of zal er een hoop en verwachting buiten mijzelf zijn? Wat is de grote zonde? Dat ik het een en ander op mijn kerfstok heb, of dat mijn leven tot nog toe buiten Jezus is omgegaan?
Dat laatste.
Want de zaakwaarnemer gaat verder. Wat is de rechtvaardigheid die je van een rechter verwachten mag? Wonderlijk antwoord weer: omdat Ik heenga tot de Vader en gij Mij niet langer ziet. Is dàt gerechtigheid? Het lijkt wel duistere taal. Wel, het is recht, het is juist, dat Jezus naar de Vader gaat. Hij was de eigenlijke Advocaat, want Hij trad als Middelaar in de plaats van de zondaren. Maar het is recht, dat na het volbrachte werk van kruis en opstanding Jezus naar de Vader teruggaat.
Nu neemt de Geest het werk van Jezus over, zo lang de Here weg is. De Geest behoeft niet meer voor de zonden te lijden; de Geest gaat nu dit volbrachte werk uitdelen. En wanneer de Geest de zondaar in de gevangenis komt opzoeken, brengt Hij hem bij het volbrachte werk van Christus. Wat een overtuigen! Wat een uitzicht in je duistere cel! Want de Geest doet niet anders dan Christus verheerlijken. En hoe wordt Christus verheerlijkt? Doordat de vruchten geplukt mogen worden van zijn dood en opstanding.
Toen de Geest werd uitgestort, gingen de mensen roepen: Wat moeten wij doen, mannen broeders? De hele Pinksterpreek van Petrus was vol van de gestorven en op gewekte Heiland. Vol van aanklacht aan zondige mensen en vol van uitnodiging aan zondige mensen. Die beide tegelijk.
Alles wat de Geest nu doet, in onze tijd, is mensen bij Jezus brengen en uit Hem doen leven. Hij zal het uit het Mijne nemen en u verkondigen. De bron van Christus welt steeds maar door helder water op en de Geest put er uit. Een put kan leeggeschept worden; een bron niet. Bij U, Heer, is de levensbron.
Zo neemt de Geest, de zaakwaarnemer, ook uw zaak met u door. Is Hij nu uw zaakwaarnemer of die van Christus? Dat laatste toch immers? Ja, maar evenals de Here Jezus Zich eertijds neerboog naar ellendige mensen en Zich helemaal aan hen gaf, zo doet de Geest nu ook namens Christus.
Het derde, waar de Geest de wereld van overtuigt, is van oordeel. Zonde, gerechtigheid, oordeel. Welk oordeel? Weer opmerkelijk: de overste dezer wereld is geoordeeld. Niet maar wordt geoordeeld, maar: is geoordeeld.
Wordt dàt de uitspraak? Wat een verrassing! Wat een vergezicht! Dan gaan gevangenisdeuren open. Overtuigen in de dubbele zin van: doen weten, en: innerlijk meekrijgen. Aan Gods kant mogen komen. Het oordeel zou over mij moeten gaan. Maar de Geest krijgt mij klein, zo klein dat ik zwijg en mij overgeef.
De wereld. De godsdienstige wereld zonder Jezus. Maar de Geest doet zijn werk. Dat werk gaat door, ook buiten de joodse grenzen. Anders was het toch ook nooit bij ons hier, in West-Europa, terechtgekomen.
De wereld. Die grote en toch zo kleine wereld. Want het woord „wereld" krijgt breedte en diepte. Breedte, omdat sinds de Pinksterdag de boodschap naar Noord, Oost, Zuid en West gaat. In de diepte, omdat mijn schuld en onwaardigheid en onbetrouwbaarheid steeds maar erger blijkt te zijn. Hoe verder ik kom, hoe meer ik mijzelf moet tegenvallen. Maar ook: hoe groter en heerlijker mijn Zaligmaker wordt.
Nu mag ongeloof tot geloof worden, zonde tot zonde, twijfel tot overgave, gerechtigheid tot oordeel leiden maar niet tot veroordeling. Ik mag uit de handen van de overste dezer wereld gered worden, die al dacht mij in zijn macht te hebben. Het kon hem niet schelen of die wereld een openlijk vijandige of een godsdienstige wereld was, want het liep op hetzelfde uit: eeuwige duisternis. Maar Jezus leeft. Jezus is bij de Vader. De Geest is er nog en wil nog werken. Gevangenisdeuren mogen opengaan.
De Zaakwaarnemer blijft nog aan het werk, zolang de grote Meester nog niet terug is. Bevrijde mensen mogen ook toegewijde mensen worden, die voortaan voor de gerechtigheid mogen leven. Ook dat laatste is een bijbels woord: dat wij, aan de zonden afgestorven, voor de gerechtigheid leven zouden.

K. Boersma

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 juni 1995

De Wekker | 16 Pagina's

De Geest die overtuigt

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 juni 1995

De Wekker | 16 Pagina's