Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geheimenis - Verborgenheid (IX, slot)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geheimenis - Verborgenheid (IX, slot)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het geheimenis van de zeven sterren en de zeven gouden kandelaren
Ter afsluiting van deze serie over het belangrijke woord geheimenis in de Bijbel besteden we aandacht aan Openbaring 1:20.
In zijn roepingsvisioen ziet Johannes de verhoogde Christus. Hij ontmoet in het visioen de Heere Jezus Christus in heerlijkheid. Indrukwekkend is de verschijning van Christus. Johannes ziet zeven gouden kandelaren en temidden van de kandelaren de Zoon des Mensen (vers 12, 13). Ook heeft Christus zeven sterren in Zijn rechterhand, vers 16. De uitleg van de betekenis van de zeven sterren en de zeven gouden kandelaren wordt door Christus Zelf gegeven. Er is sprake van een geheimenis of verborgenheid. Het is ook voor Johannes onduidelijk wat de sterren en de kandelaren betekenen.
De zeven sterren zijn de engelen van de zeven gemeenten en de kandelaren zijn de zeven gemeenten.
De zeven gemeenten in Klein-Azië, aan wie Johannes in opdracht van en in de Naam van de verheerlijkte Christus brieven moet schrijven (Openbaring 2 en 3) zijn dus in de hemel zeven gouden kandelaren. Aan de gemeente van Efeze openbaart Christus Zich met de woorden: „Dit zegt Hij, Die de zeven sterren in Zijn rechterhand houdt, Die tussen de zeven gouden kandelaren wandelt" (Openbaring 2:1). En de Zelfaanduiding van Christus aan het begin van de Brief aan Sardes luidt: „Dit zegt Hij, Die de zeven Geesten Gods en de zeven sterren heeft" Openbaring 3:1.

Gouden kandelaren
Gouden kandelaren waren standaards om olielampen te dragen. Gouden voorwerpen zijn de indrukwekkendste in hun soort. In de tempel van Salomo stonden tien gouden kandelaren, 1 Koningen 7:49. De gouden kandelaren stellen de zeven gemeenten voor. De gemeente is het licht in de wereld (Mattheüs 5:14).
Johannes ziet de hoge komaf en de gewaarborgde veiligheid van de gemeenten. De gemeenten zijn in de hemel gekend en bewaard. Het werk van de verhoogde Zoon des mensen is ten dienste van de gemeenten. Hier wordt een hoog stuk kerkbesef bijgebracht! Christus waakt over Zijn gemeenten en Hij beschermt haar. Hij verricht de dienst in het hemelse heiligdom ten goede van al Zijn gemeenten. De kerk op aarde van alle eeuwen en plaatsen moet steeds het oog gericht houden op Hem, Die altijd tussen de gouden kandelaren verblijft. De gemeenten zijn in de ogen van Christus kostbaar en hooggeschat. Hij heeft Zijn leven en bloed voor haar gegeven. Omdat de gemeenten in de hemel gouden kandelaren zijn, zijn de vermaningen aan de gemeenten des te dringender.

De zeven sterren
De zeven sterren zijn de engelen van de zeven gemeenten. Dit is een uiterst moeilijke uitdrukking. Elk van de zeven gemeenten heeft een engel. De zeven brieven in Openbaring 2 en 3 openen telkens met de opdracht aan Johannes: „En schrijf aan de engel der gemeente te" en dan volgt de naam van de plaats waar de gemeente haar aardse verblijfplaats heeft.
Wie is de engel van de gemeente? Ik kan het u niet zeggen! Ik heb altijd aangenomen dat met de engel van de gemeente de voorganger van de gemeente is bedoeld. Een deskundige op het gebied van de uitlegging van het boek Openbaring in onze kerken, Prof. dr. J. de Vuyst, verdedigt deze opvatting. (Zie zijn De Openbaring van Johannes, blz. 29 en 64).
Christus houdt de zeven sterren als werktuigen in Zijn rechterhand, de hand waarmee Hij Zijn kracht uitoefent. De zeven sterren zijn figuren die als dienaren van God lichtend leiding hebben te geven aan het leven op aarde (blz. 64). Als deze opvatting juist is, houdt zij ook in dat de kerk op aarde nooit zonder voorgangers, die vol van de Heilige Geest zijn, zullen zijn! Christus zal dan in alle tijden en op alle plaatsen voor voorgangers zorgen, die de gemeenten het Woord van God op een zuivere wijze doen horen.

De opvatting van Versteeg
Toch is aan deze opvatting een groot bezwaar verbonden. In zijn boek Geest, Ambt en Uitzicht heeft Prof. dr. J.P. Versteeg een opstel geschreven over de betekenis van de uitdrukking „de engel der gemeente" in de Openbaring van Johannes 2 en 3 (bladzijden 101-116). Alle opvattingen vindt u daar beschreven.
Een opvatting die veel verdedigd is en wordt, is dat de engel een beschermengel van de gemeente is. Deze engel is dus geen mens, maar een echte engel, die in de hemel elke gemeente op aarde vertegenwoordigt. Elke gemeente heeft dan zijn eigen engel. Die engel kan gezien worden als de hemelse „dubbelganger", het hemels „oerbeeld" of het ware „Zelf" van de gemeente. In de engel wordt de gemeente zelf naar haar ware, hemelse aard aangesproken, (Versteeg, 105). Als men inderdaad de engel der gemeente als een hemels figuur ziet, is aan deze opvatting de voorkeur te geven, meent Versteeg.
Hij wijst de opvatting dat de engel der gemeente de aardse voorganger en leider is van de gemeente, af op grond van het argument dat in de gehele Bijbel nergens het woord engel gebruikt wordt voor een mens. Dit bezwaar is voor hem doorslaggevend. Versteeg komt met een geheel eigen, verrassende uitleg, die tot nu toe nog niet eerder is voorgedragen. Hij wil de engel der gemeente en de Heilige Geest op één lijn zien. In Joodse en vroegchristelijke literatuur is er een sterke wisseling tussen de woorden „engel" en „geest". Er wordt meermalen gesproken over de engel van de Heilige Geest of over de engel van de profetische Geest. De engel van de profetische Geest is de Geest, die als de Geest van de profetie iemand voortdurend vergezelt zonder dat iemand zich daarvan bewust is. Hij is latent aanwezig. De Heilige Geest Zelf is dan de Geest die als de Geest van de profetie in iemand werkzaam geworden is en zo iemand dan daadwerkelijk doet profeteren. Vóór de vervulling is sprake van de „engel van de profetische Geest", daarna van „de Heilige Geest".
In dit licht, meent Versteeg, zijn de woorden „engel" in het begin van de brieven van Openbaring 2 en 3 en „Geest" aan het slot van die brieven te verstaan. Het woord „engel" wordt in het begin gebruikt, omdat de profetie, die in het begin van de brief gegeven is, nog moet komen. Het woord „Geest" wordt aan het slot gebruikt, omdat dan de in de brief gegeven profetie heeft weerklonken (blz. 111). Het woord „engel" is een verkorte zegswijze van de uitdrukking „de engel van de profetische Geest".
Dit houdt in dat Johannes niet moet schrijven aan de engel van de gemeente maar dat hij de opdracht krijgt om te schrijven „door (de dienst van) de engel van de gemeente". Johannes moest door de Heilige Geest schrijven aan de gemeenten. De verhoogde Christus wilde de brieven aan de zeven gemeenten door Zijn Geest aan de gemeenten doen toekomen. De brieven zijn profetie. De hoogste Profeet is er in aan het woord. Openbaring 3:1 moeten we dan als volgt lezen: „Dit zegt Hij, die de zeven Geesten van God, dat wil zeggen de zeven sterren heeft". Het woordje „en" in dit vers heeft dan verklarende, uitleggende betekenis. Kort samengevat zegt Versteeg dus dat de zeven sterren gelijk zijn aan de zeven engelen van de zeven gemeenten én aan de zeven Geesten Gods. De Heilige Geest is aan elk van de gemeenten in volheid gegeven. Elke gemeente weerspiegelt de gehele kerk. Omdat er zeven Geesten van God zijn, kan elke gemeente de totale Heilige Geest ontvangen. Die zeven Geesten Gods zijn in de rechterhand van Christus. Hij heeft de Geest en Hij komt tot de gemeenten door de Geest.

Aarzeling
Deze opvatting van Versteeg is uiterst verrassend en in veel opzichten ook sterk. Toch heb ik altijd een aarzeling gehouden. Versteeg argumenteert enkel met gegevens uit de Joodse, apocriefe en vroeg-christelijke literatuur. In de Bijbel lezen we wel van de engel des Heeren maar nergens van de engel van de Heilige Geest. De precieze betekenis van de woorden „de engel der gemeente" zal altijd wel een moeilijkheid blijven.

Zekerheid
Maar zeker is dat de gemeenten van Christus op aarde in de hemel bewaakt en beschermd en geregeerd worden.. Dat de Heilige Geest in haar midden de dienst van Het Woord onderhoudt en daarbij voorgangers en ambtsdragers inschakelt en dat Het Woord van God en Christus en de Geest geheel betrouwbaar is en altijd ernstig genomen dient te worden. De gemeente is van God en Christus. Naar haar hemelse wezen is ze van goud. Dat is niet onduidelijk. En dat te beseffen behoort ook tot de geloofskennis van het geheimenis dat de gemeente op aarde is.

Ter overweging:
1. Wat zegt het u dat Christus de zeven gemeenten gouden kandelaren noemt, temidden waarvan Hij wandelt?
2. Waar dacht u tot nu toe aan bij de uitdrukking „de engel der gemeente" en acht u bovenstaande opvatting van Prof. Versteeg aannemelijk?
3. Hebt u de zeven brieven in Openbaring 2 en 3 in de laatste tijd wel eens aandachtig doorgelezen?
4. Waarom zou in Openbaring 1:10 het woord geheimenis genoemd worden ten aanzien van de zeven sterren en de zeven gouden kandelaren?

J. Jonkman

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 augustus 1995

De Wekker | 16 Pagina's

Geheimenis - Verborgenheid (IX, slot)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 augustus 1995

De Wekker | 16 Pagina's