Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wanneer zijn „geestesuitingen" extreem? (V)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wanneer zijn „geestesuitingen" extreem? (V)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het laatste artikel stonden we stil bij ervaringen uit de kerkgeschiedenis. De conclusie was, dat de aandacht niet te zeer gericht moest zijn op de bijzondere aandoeningen, maar dat er vooral gelet moest worden op wat de uitwerking was.
Vanuit deze benadering willen we nog eens kritisch gaan kijken naar de bijzondere uitingen in de kringen rond John Wimber en de Toronto-beweging.

Tekenen van Gods kracht?
Enkele jaren geleden is er een boek verschenen, dat in de Nederlandse vertaling de titel draagt: Tekenen van Gods kracht? *).
In dit boek worden uitingen en aandoeningen beschreven, die zich bij opwekkingsbewegingen voordoen. De schrijver ervan is John White. Hij is een Amerikaan en heeft heel veel contacten in charismatische kringen. Jarenlang heeft hij als psychiater gewerkt. Als psychiater heeft hij natuurlijk oog voor menselijke reacties. Met aandacht en interesse heeft hij het ongewone gedrag bij opwekkingen geobserveerd en geanalyseerd. Hij beschrijft aandoeningen, die hij zelf bij mensen gezien heeft of waarnaar hij zorgvuldig navraag heeft gedaan. Verder heeft hij studie gemaakt van geestelijke opwekkingen in vorige eeuwen. Met die ervaringen en informatie als achtergrond geeft hij een kritische beoordeling van John Wimber en de Vineyardbeweging. Het is een heel boeiend boek geworden en wat mij het meest trof is, dat veel van zijn conclusies overeenkomen met wat de predikanten Kuypers en De Roy bij de Nijkerkse en Aaltense beroeringen hebben vastgesteld.

God geeft soms bijzondere uitingen
Tijdens de beroeringen in 1750 wezen veel mensen de bijzondere aandoeningen af. Volgens hen had dit niets te maken met het werk van de Heilige Geest. Immers de Geest van God, zo zei men, is stil en ingetogen en matig en niet luidruchtig. Ds. De Roy antwoordde daarop, dat naar zijn mening die bijzondere uitingen niet strijdig zijn met het werk van de Heilige Geest. Ik heb in het vorige artikel erop gewezen hoe De Roy de bijzondere uitingen verdedigt. Het is niet onbijbels als bekeringen met verregaande aandoeningen gepaard gaan. Het komt op het vervolg aan. Is er ook sprake van verandering en levensvernieuwing ten gevolgde van die aandoeningen?
Op een vergelijkbare wijze spreekt White over deze dingen. Hij heeft in verschillende samenkomsten het verschijnsel van „vallen in de Geest" gevolgd. Volgens hem is dit hetzelfde als wat bij de opwekkingen in de achttiende eeuw genoemd wordt „overmand worden" of „flauwvallen" of „in zwijm vallen". Dat „in de Geest vallen" wordt soms ook gevolgd door heftige bewegingen, zoals het op en neer bewegen van het hoofd, trillingen en bewegingen, die aan epilepsie doen denken.
Hij beschrijft ook het „lachen in de Geest". Zoals mensen tijdens opwekkingsbewegingen een geweldig verdriet kunnen ervaren vanwege de grootheid van hun schuld, zo kunnen ze ook een extatische vreugde ervaren door een besef van de oneindige liefde van de Here Jezus Christus. Dat kan zich uiten door het „lachen in de Geest". Voor het uiterlijk, zo schrijft White, lijkt het erop, dat die mensen de slappe lach hebben. Maar er is één groot verschil. Gewoonlijk worden mensen in verlegenheid gebracht als ze niet kunnen ophouden met lachen. Dat heeft hij bij het „lachen in de Geest" niet waargenomen. White beschrijft deze dingen als iets, dat in veel gevallen over de mensen komt. Net als bij de beroeringen in 1750 worden ze erdoor overweldigd.
White zegt net als ds. De Roy, dat het niet om de uitingen gaat maar om de vrucht. Immers wanneer die bijzondere aandoeningen plaats vinden, keren de critici zich boos af en willen ze er niets meer mee te maken hebben. En de voorstanders juichen het toe en bidden om meer van die aandoeningen. Maar het gaat niet om die aandoeningen. We moeten er geen negatief en geen positief waarde-oordeel aan verbinden, zo zegt hij. We moeten letten op de vruchten. Zijn er vruchten van geloof en bekering, zoals de liefde tot God en het zich vastklemmen aan Christus' werk en de erkenning van het zondaar zijn en de strijd tegen de zonde? Als die vruchten gezien worden is er geen reden om die bijzondere uitingen „extreem" te noemen.
Net als ds. De Roy zegt ook White, dat die uitingen geen „must" zijn. De Roy zei, dat de meesten, die tot bekering kwamen, die aandoeningen niet hadden. White zegt, dat de Heilige Geest die aandoeningen individueel geeft. Het is geen massa-gebeuren. Het hangt af van iemands persoonlijkheid en van zijn omstandigheden. Maar als je die bijzondere uitingen niet ontvangt, betekent dat helemaal niet dat de HERE aan je voorbij gaat. God kan je even goed zegenen en vernieuwing geven zonder die aandoeningen.

Verzet van de boze
Als God aan het werk is probeert satan dat te ondermijnen. Bij de prediking van Gods Woord probeert hij onze gedachten af te leiden of verzet tegen dat Woord bij ons te kweken. Dat verzet van de boze is er ook bij bijzondere geestesuitingen. Hoe meer de Heilige Geest Zich manifesteert, des te sterker wordt ook de tegenwerking van satan.
Veel mensen, zo zegt White, denken dat wanneer de Heilige Geest werkt, de boze geesten vol schaamte weg sluipen. Echter de Bijbel en de geschiedenis leren ons het tegenovergestelde. Wanneer de Geest in kracht aanwezig is, zo stelt hij, dan mag het wel zo zijn, dat de demonen wegvluchten, maar ze protesteren wel en maken hun aanwezigheid bekend. Dat bleek bij voorbeeld toen de Here Jezus op aarde was en Zijn genezingswonderen verrichtte.
In de synagoge te Kapernaüm riep een boze geest uit: „Ha, wat hebt Gij met ons te maken, Jezus van Nazareth? Zijt Gij gekomen om ons te verdelgen? Ik weet wel, wie Gij zijt: de Heilige Gods". (Lukas 4:34). Enkele verzen verder zegt Lukas: „Van velen voeren ook boze geesten uit, roepende en zeggende: Gij zijt de Zoon van God". (Lukas 4:41). Zo lieten de boze geesten hun aanwezigheid merken toen ze geconfronteerd werden met de overmacht van Gods Zoon.
Ook bij vroegere opwekkingsbewegingen is gebleken, dat de satan zijn aanwezigheid laat merken als de HERE grote dingen doet. White haalt een citaat aan van John Edwards, dat het feit, dat opwekkingswerk met misleidingen van satan vermengd is, niet inhoudt, dat het in het algemeen niet het werk van Gods Geest is. Waar God krachtig werkt, probeert de satan Hem tegen te werken.
Satan is de grote imitator. Hij schept er genoegen in om verwarring te scheppen onder Christus' volgelingen. Vandaar dat er bij elke opwekking ook mensen kunnen zijn, die worden aangeraakt door boze geesten en die dezelfde verschijnselen vertonen als zij, die door de Heilige Geest zijn aangeraakt. Ook zullen er bij elke opwekking mensen zijn, die graag zelf in het middelpunt staan en die proberen opwekkingsverschijnselen na te bootsen om zo de aandacht te trekken. Zeker emotioneel zwakke mensen zijn daar gemakkelijk toe te bewegen. Ze doen alsof die uitingen juist het wezenlijke zijn. Vandaar, dat we ons nooit blind moeten staren op de uiterlijke verschijnselen, maar ons steeds weer af moeten vragen wat de vruchten van de bijzondere aandoeningen zijn.
We moeten erop letten, hoe God erin aan het werk is. En we moeten ons niet van de wijs laten brengen als we naast dat werk van God ontsporingen zien door boze krachten of doordat mensen zelf op de voorgrond proberen te treden. Want het gaat niet om de aandoeningen. Bepalend is, wat er op volgt.
In een laatste artikel willen we nog enkele consequenties bekijken van het feit, dat niet de aandoeningen bepalend zijn, maar dat bepalend is of we aan de vruchten zien, dat God hierin aan het werk geweest is.

M.J. Oosting

*) Dit boek is uitgegeven in 1991 door Gideon, Hoornaar.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 april 1996

De Wekker | 24 Pagina's

Wanneer zijn „geestesuitingen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 april 1996

De Wekker | 24 Pagina's