Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wat zekerheid meebrengt (Zekerheid van het geloof V)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat zekerheid meebrengt (Zekerheid van het geloof V)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mensen, die het evangelie niet voldoende verstaan of zelfs verdraaien, maken minder ernst met hun leven en zeker minder ernst met het leven van de heiliging, wanneer zij er „nu eenmaal" van uitgaan dat je toch altijd Gods kind blijft. Zij beweren: als je toch weet dat het met je in orde komt, waar zul je je dan voor inspannen, zelfs levenslang, vooral als deze strijd zo zwaar is. Zij pleiten er daarom voor dat er minder aandacht aan de zekerheid zou moeten worden gegeven, want dit zou je maar afhouden van de Heere en een slordig leven bevorderen.

De vorige keer hebben we al gezien hoe onwaar deze „gedachten" zijn en hoezeer daar vanuit het Woord van God het een en ander tegenover te stellen is. Omdat de Schrift spreekt van een vruchtbaar leven van hen, die tot de zekerheid van het geloof gekomen zijn. Zij léven er immers naar!

Gehoorzaamheid
Wanneer je weet wie de Heere voor je is in Zijn onvoorstelbare en onpeilbare genade, zou je deze Heere dan niet hartelijk vrezen en dienen? Zou je dan niet je hele leven aan Hem wijden? Hij is dit toch meer dan waard! Hij vraagt het van je. En door Zijn Geest wil je zo graag naar Zijn geboden leven, in een nieuw leven van volstrekte gehoorzaamheid aan Hem.
In Filippenzen 3 spreekt Paulus met grote zekerheid. Dit verhindert hem echter niet, maar zet hem er juist toe aan om vervolgens te belijden: ik jaag er naar om te grijpen, want ik ben door Jezus Christus gegrepen (Fil. 3:14). Vanuit de liefde tot de Heere heb je er zorg voor om te wandelen in de wegen van de Heere. Je besteedt er ook grote zorg aan, juist naarmate de liefde tot Hem groeit.
De wegen van de HEERE zijn de wegen van Zijn Woord. Maak in Uw Woord mijn gang en treden vast! Dat is en wordt hoe langer hoe meer je gebed. Zoals je keer op keer bidt: leer mij naar Uw wil te hand'len, 'k zal dan in Uw waarheid wand'len.
Paulus schrijft daarover aan de gemeente te Efeze. Vanuit het leven vanuit genade alleen, vraagt de Heere het wandelen in Zijn wegen. Wat zegt de apostel in Efeziërs 2:10? God heeft deze wegen al aangelegd, zodat Zijn volk op deze wegen kan wandelen. Een heel nieuwe levensweg ligt al klaar! Gods kinderen mogen en moeten op deze wegen wandelen. Zij hebben zich daarbij te houden aan de paden, die door God zijn aangelegd. In gehoorzaamheid aan Hem. In liefde tot Hem, in dankbaarheid jegens Hem. Want deze gaan samen.
Zo ontstaat er een leven van dankbaarheid, dat is een leven in gehoorzaamheid. Zoals we ook in de Catechismus zien dat het leven van de dankbaarheid begint met de bespreking van en het leven naar de Tien geboden. Om die te doen uit dankbaarheid! Daar ga je dan niet slordig mee om als kind van God. Je wilt er alle ernst mee maken. Daarom is het je voortdurende begeerte en je dagelijkse beoefening om zo in goede werken voor de Heere te leven. Deze goede werken geschieden dan niet om daarmee de hemel te verdienen. Maar, zoals daarover in de Catechismus wordt beleden, vanuit het echte geloof, naar de Wet van God en niet minder tot eer van deze God.
Het één is onlosmakelijk met het ander verbonden.
Zo leer je in praktijk brengen wat de HEERE vrezen is. Dan neem je het nauw met Zijn geboden. Dan kan er niet veel bij door! Niet vanuit krampachtigheid, maar vanuit hartelijke (weder)liefde.

Gods aangezicht
Gods kinderen leven voor Gods aangezicht. Dat wil zeggen dat zij Zijn aangezicht kennen. Ze kennen Hem niet op een afstand. Maar zij zien hoe Zijn ogen staan. Verdrietig, als we van de Heere afwijken. En vriendelijk, wanneer we in Zijn wegen wandelen. Het maakt nogal verschil hoe we leven! Wie een goede, vriendelijke vader op aarde heeft, heeft geen enkele uitleg nodig. Hij ziet het aan de ogen van vader hoe hij denkt! Deze zijn welsprekend. Als hij dan verdrietig kijkt, heeft een kind het er slecht mee.
Hoeveel te meer geldt dit voor Gods aangezicht. Als het goed is tussen de Heere en ons dan kunnen we beleven: milde handen, vriendelijke ogen zijn bij U van eeuwigheid. Dan genieten we van Gods aangezicht, dat in gunst tot ons gewend is, om het met een woord uit de psalmen aan te geven.
Vreselijk is het echter wanneer God Zijn aangezicht verbergt, zoals we daarover lezen in Jesaja 64:7. Dan schrik je en dit maakt je verschrikt. God vindt niet alles goed!
God laat het weten wanneer we niet in Zijn wegen wandelen. Ik noem een paar teksten:
- Klaagliederen 3:44 - Gij hebt U met een wolk bedekt, zodat er geen gebed doorkwam;
- Psalm 30:6 - er is een ogenblik in Zijn toorn;
- Exodus 33:15 - indien Uw aangezicht niet meegaat, doe ons van hier niet optrekken.
- In Jesaja 64:1 wordt gesmeekt: och, dat Gij de hemelen scheurdet, en dat Gij nederkwaamt!
Een kind van God kan er niet tegen wanneer de HEERE ver weg is, wanneer de Heere Zijn aangezicht niet (meer) laat zien, maar Zijn gezicht verbergt. Dan wordt het echt donker. We spreken wel eens over godsverduistering, maar erger is godsverlating. Iemand die God kent, heeft heimwee naar God, zoals dit onder woorden wordt gebracht in Psalm 42: gelijk een hert schreeuwt naar de waterstromen, alzo schreeuwt mijn ziel tot U, o God! Wat kun je met Psalm 63 verlangen naar het helemaal Gods aangezicht (weer) zien.
Want de verberging van Gods aangezicht is bitterder dan de dood. Zo erg vindt een kind van God dit. Iemand die God niet kent, heeft daar geen last van. Die merkt het niet eens. Het blijft hem om het even, want hij weet niet wat het is om Gods aangezicht te zien. Tijdgeloof en historisch geloof kunnen daar hoogstens over discussiëren, maar het dóet hen niets.
Maar een kind van God kan er niet tegen als de Heere er niet is. Die mist de Heere en zoekt de Heere. Die Hem zoeken, missen Hem en die Hem missen, zoeken Hem.
Uw goedertierenheid is beter dan het leven, kunnen we dan met de woorden van Psalm 63 zeggen.
Je bent bang dat je Gods gunst verliest en dat is ronduit een ramp. Als God Zich, ook al is het maar een ogenblik, van je afkeert, heb je geen léven! Als God Zich verbergt val je soms in enorme kwellingen, want het is een verschrikking als je je God niet „hebt". Daarom des te meer is de zekerheid van het geloof alleen maar een prikkel tot een leven in alle ernst. Om ernst te maken met Gods gebod en het leven naar Gods geboden, in gehoorzaamheid. Dankbaarheid komt openbaar in gehoorzaamheid.
Wat zal ik met Gods gunsten overlaân, die trouwe HEER voor Zijn genâ vergelden? We zien in het slot van Psalm 116 waar dit op uitloopt.
Of, zoals het in Psalm 56 wordt beleden: 'k zal voor Gods oog naar Zijn bevelen leven!
Vanuit het vaste en zekere weten komt er een vaste gang en een van harte in Gods wegen gaan.

Van Amstel

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 november 1996

De Wekker | 16 Pagina's

Wat zekerheid meebrengt (Zekerheid van het geloof V)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 november 1996

De Wekker | 16 Pagina's