Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De steen afgewenteld

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De steen afgewenteld

6 minuten leestijd

„En zij zeiden tot elkander: wie zal ons de steen afwentelen van de ingang van het graf? En toen zij opzagen aanschouwden zij, dat de steen afgewenteld was; want hij was zeer groot". Marc. 16:3,4

In ieder van de vier evangeliën is het Paasfeest het feest van de weggenomen steen. In Johannes lezen we dat Maria de steen van het graf weggenomen zag. Maria is vroeg, toen het nog donker was naar het graf gekomen. Haar waarneming leerde haar dat de steen was weggenomen. Zij zag het. En dit was het eerste wat tot haar doordrong. De steen is weggenomen! Het heeft haar tot angst en onzekerheid gebracht.
Ook bij Lucas wordt vermeld, dat de vrouwen, vroeg in de morgen met hun specerijen, onder grote toewijding gereedgemaakt, bij het graf komen. „Zij vonden de steen van het graf afgewenteld". Dat feit brengt hen in verlegenheid. Wat is er gebeurd?
Marcus weet te melden, dat de vrouwen reeds onderweg naar het graf in zorg verkeerden. Hun gesprek, voorzover men dit zo kan noemen, betrof ook de steen. Met zorg in het hart werd de vraag gesteld: „Wie zal ons de steen afwentelen van de ingang van het graf?" Maar toen zij opzagen, aanschouwden zij dat de steen afgewenteld was. En hoe groot die steen wel was, bleek toen hij naast de ingang lag, op de grond. De afmetingen van de steen kwamen eerst duidelijk uit, toen hij zijn functie verloren had.

Over de ware betekenis van deze steen bericht ons Mattheüs. Uitvoeriger dan de anderen geeft hij de zin en bedoeling ervan aan. Déze steen is niet een gewone. Hij houdt, zoals hij voor het graf staat, een getuigenis in van de haat, ook van de verborgen vrees van de overpriesters en de Farizeeën. „Déze bedrieger heeft gesproken, dat hij zou opstaan". En daarom wordt deze steen door een wacht van soldaten in het oog gehouden en bewaakt. In verzekerde bewaring gesteld ligt Jezus in het graf. En de steen wordt verzegeld, met het zegel van het Sanhedrin, mogelijk met het zegel van de Romeinse overheid. Het graf is naar de wet, die gold, verzegeld. Wie het opent schendt recht en wet, zoals deze golden in de dagen, waarin het Pasen zou worden.

Want Pasen is nu niets anders, dan dat de steen wordt afgewenteld. Een engel des Heren komt. Hij beschikt over de kracht die de vrouwen dachten te missen. Hij rolt de steen weg. En daar ligt het graf geopend. De steen wordt tot de eerste preekstoel, ruw, onbewerkt, massief getuigenis afleggend van de dood die is overwonnen. En toen zij opzagen aanschouwden zij, dat de steen afgewenteld was. Want hij was groot!
Wat maakt de grootheid van deze steen uit? Wat bepaalt zijn gewicht? Waarom kon geen mensenkracht hem afwentelen? Immers het lag er niet aan dat het vrouwen waren, die over een te gering vermogen zouden beschikken, om dit zware werk te verrichten. Het was een andere zwaarte die de steen „groot" maakte.

Allereerst: het was het zwaargewicht van een religieuze en politieke coalitie tegen Christus. Het graf is verzekerd met een wacht. De steen is verzegeld met officiële lakzegels, we nemen aan van het Sanhedrin, maar dan het Sanhedrin in bond met de macht van de politiek. Religie en politiek hebben samengewerkt om Christus in het graf te brengen. De religieuze gedrevenheid in bond met de macht van een overheid, die over bevoegdheid en potentieel beschikt om haar wil door te zetten: zij hebben in een gemeenschappelijke actie het gewicht van deze steen bepaald. Er kan niets gebeuren zonder dat een van deze twee partijen het weet en actief deelneemt.

Maar Pasen betekent allereerst, dat deze coalitie niet onoverwinnelijk is. De steen wordt afgewenteld. Het zegel verbroken. Wat geen aardse macht had kunnen bewerken, verricht de engel in de tijdsduur van een bliksemstraal die de soldaten verdrijft. Pasen betekent, ondanks alles wat een mens in deze wereld waarneemt, de overwinning van Christus over alle coalities, van welke kleur ze ook zijn. De opstanding van Christus maakt een einde aan de onrechtmatige machtspositie van allen die menen de Zoon des mensen te kunnen opsluiten met behulp van hun machtsvertoon. De soldaten vielen als doden ter aarde. Het zegel van de dood wordt verbroken. En wanneer de vrouwen komen, ligt de toegang tot het leven open, de toegang tot het eeuwige leven.

De toegang tot het eeuwige onvergankelijke leven! Immers met het bovenstaande is nog niet het eigenlijke van het Paasfeest aangegeven, hoewel wij deze prediking wellicht te weinig opvangen. Er is een heilsverkondiging, die vanaf deze ongewone kansel wordt vernomen.
Waarom was de steen zo zwaar, dat zijn gewicht niet alleen vrouwenkracht te boven ging, maar zelfs onafwentelbaar was voor alle menselijke kracht of macht, van welke kwaliteit dan ook?
Achter die steen lag Hij, de Zoon van God, die voor schuldige mensen tot zonde was gemaakt. De Middelaar van zondaren, de Verlosser en Heiland der wereld. Hij lag daar, uit kracht van onze ongerechtigheden, die God op Hem heeft doen aanlopen. Zijn dood was geen betaling voor eigen zonde, maar voor die van al de zijnen. Zijn sterven betekende het voldoen aan de straf die ons de vrede aanbrengt. Hoe zwaar die straf en dit oordeel van God waren, bewijst eerst recht de steen die afgewenteld is. Indien Christus in de dood was gebleven, had niemand ooit kunnen bevroeden hoe zwaar de straf was, oneindig veel zwaarder dan de steen, die Hem in de dood moest houden.
Gods oordeel naar de wet hield Hem in de dood, ofschoon die wet in zijn binnenste was. Maar nu de wet haar eisende gerechtigheid heeft ontvangen, nu ligt de steen afgewenteld. Het zegel is verbroken. De straf is gedragen. De engel heeft namens de hemel uitgesproken, dat de Zoon kon uittreden uit het graf En zo predikt Pasen ons de overwinning van dood, hel en graf. De victorie over zonde en oordeel.

Nu is de toegang geopend tot het eeuwige leven. En de prediking van Pasen bedoelt mensen te nodigen tot geloof in de Opgestane Heiland. Weest niet bevreesd!
Het klinkt als de afsluiting van alle heilsfeiten.
Daarmee is het begonnen in Efrata: vrees niet, want zie ik verkondig u grote blijdschap. En daarbij sluit de engel af: vrees niet, want de vrees voor de dood is weggenomen. Wij mogen Hem dienen hier in ons leven. Straks dag en nacht in zijn tempel!

Laten we trachten in het licht van dit evangelie de eindeloze rijen stenen te zien, die de graven van onze geliefden bedekken, die in de Here zijn ontslapen. Misschien ook van een van de onzen, nog vers gedolven en de steen moet nog geplaatst worden. Eenmaal zullen al die stenen, groot en zwaar weggeschoven worden. En dan zal het Paasfeest zijn, eeuwig voor allen die in deze Heiland de toegang vonden naar het eeuwige leven.

W. van 't S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 maart 1997

De Wekker | 16 Pagina's

De steen afgewenteld

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 maart 1997

De Wekker | 16 Pagina's