Vurig van geest

De uitstorting van de Heilige Geest ging gepaard met het verschijnsel van vurige tongen die zich verdeelden en zetten op elk van de discipelen die in het huis te Jeruzalem aanwezig waren en volgens het gebod van de Here Jezus Christus wachtten op de komst van de Geest. Het gaat mij in dit artikel niet om een nadere uitleg van de tekenen die de komst van de Heilige Geest vergezelden. Het punt waar het mij om gaat dat is er van de Heilige Geest vuur uitgaat.

Vuur
Het vuur van de Geest is een vuur van geheel eigen karakter. Er bestaan verschillende soorten vuur zowel in de letterlijke als in de overdrachtelijke betekenis. We spreken bijvoorbeeld van heilig en onheilig vuur. Heilig vuur brandt tot opbouw van de gemeente en van anderen; onheilig vuur steekt alles in brand tot tweedracht, twist, partijschap, zoeken van zichzelf en doorzetten van eigen mening ten koste van anderen. Ook in de christen ligt het soms dicht bij elkaar. Het goede en verwarmende vuur komt voort uit het werk van God in de mens. Het onheilig vuur komt voort uit de oude mens, die ook in een christen nog niet dood is.

Een van de vermaningen van de apostel Paulus is dat we vurig van geest dienen te zijn. Hij roept de gemeente in Rome op om vurig van geest te zijn. In Romeinen
12:11 wekt hij op om „niet traag te zijn in het benaarstigen", dat wil zeggen om altijd ijverig voort te gaan. Zakelijk komt dat overeen met wat Paulus schrijft in het slotvers van 1 Corinthiërs 15 dat we altijd overvloedig moeten zijn in het werk van de opgestane Christus. Door de opstanding van Jezus Christus uit de doden zijn we immers wedergeboren tot een levende hoop (1 Petrus 1:3) en weten we dat onze arbeid niet leeg is in de Here. Ons werk gedaan uit het geloof in de opstanding van Christus is niet ijdel. Het is niet tevergeefs. Het zal vrucht dragen. In dat werk dienen we altijd en overal overvloedig te zijn. De levende Here woont in de Zijnen en Hij beheerst hen en vernieuwt hen van dag tot dag. De heerlijkheid van Christus wordt ons deel door de Geest en zo veranderen wij van heerlijkheid tot heerlijkheid door de opgestane Here, die Geest is. Zo schrijft Paulus het in het slot van 2 Corinthiërs 3. De Here Jezus Christus als de Opgestane is de Geest en waar de Geest van Hem is, is vrijheid. Met een aangezicht waarop geen bedekking meer is, weerspiegelen de gelovigen de heerlijkheid van de gekruisigde en opgestane Here.

We hebben bij het overvloedig zijn in het werk van de Here in de gemeente vurigheid van geest nodig. Weest vurig van geest, zegt Paulus in Romeinen 12:11. En hij sluit de vermaningen van dit vers af met de algemene opwekking: Dient de Here. Het dienen van de Here Jezus Christus is een dienen met ijver en de ijver heeft vurigheid van geest nodig. Dit betekent dat de Heilige Geest onze geest opwekt. Vurig van geest zijn is maar niet een natuurlijke eigenschap. Een karaktereigenschap Nee, het vurig van geest zijn in het dienen van de Here is een werk en gave van de Heilige Geest. Het dienen van de Here in de opbouw van Zijn lichaam, dat is de gemeente, kan bij ons op weerstanden stuiten. We moeten weerstanden overwinnen om ons geheel te geven in de dienst van de Here. De Here Jezus Christus vraagt de bereidheid van het hart. In het zich geheel geven mag de bezieling van het geloof getoond worden.

Daarom is deze vurigheid van geest van een eigen karakter. Ze komt uit de verbondenheid aan Christus voort. Er spreekt de kracht van het Woord van God in. Het is vuur met liefde vermengd.
Vurigheid van geest kan ook ontaarden in een verkeerde ijver. Een mens kan zichzelf zoeken. Hij kan zichzelf bedoelen. Hij kan fanatiek worden. Niet alle vurigheid van geest is gemeenteopbouwend. Als de Geest bezieling en vurigheid geeft, gaat die gepaard met de ontferming die in Christus is. Als we lauwheid en ingezonkenheid aan de kaak stellen, doen we dat vanuit de ontferming. Het de zweep erover leggen werkt niet. Dat werkt altijd averechts. Veel goed bedoelde vurigheid mist het doel omdat men zich gaat afzetten. Waar men zich gaat afzetten, boort men een bron van allerlei conflicten aan.

Vernieuwing
Om de spankracht van het Evangelie in het eigen leven en in de gemeente te kunnen bewaren en in vernieuwing van leven te kunnen blijven werken hebben we de vurigheid van geest nodig. We moeten er naar staan! Paulus vermaant ons om vurig van geest te zijn. We kunnen er zelf veel aan doen. We kunnen ons neerleggen bij een lauwe of anderszins verkeerde situatie in ons leven. We kunnen toegeven aan een zekere gemakzucht. Er kan geestelijke luiheid ons leven binnensluipen en we vinden het wel goed. In de omgang met het Woord en in het gebed om de Heilige Geest mogen we de vurigheid van geest begeren. De Heere wil ons vurig maken van geest, gedreven door de liefde van Christus. In de erediensten mag het vuur branden: in het zingen van Gods Woord, in de dienst van de gebeden, in de verkondiging. Predikanten moeten deze vurigheid van geest zelf kennen om met bezieling en gloed de boodschap te kunnen brengen. Waar vuur is, slaan vonken over. Het gegrepen zijn door het Woord brengt vurigheid mee en houdt het vuur brandend. Het vuur blijft dus niet vanzelf branden. Het kan doven. Blust de Geest niet uit! Dat is ook een waarschuwing van de Schrift. Wie eigen leven op deze punten onderzoekt, ontdekt dat er golfbewegingen zijn. De ene periode kende meer vurigheid van geest dan de andere. Ambtsdragers zullen dat bij zichzelf kunnen opmerken. Het geweldige van het werk van de Heilige Geest is dat Hij ons leven weer helemaal kan en wil vernieuwen. Er komt dan nieuw vertrouwen, nieuwe liefde, nieuwe overtuigingskracht, nieuwe warmte en nieuwe vurigheid.

Laten we in deze dagen rondom Pinksteren ons zelf eens onderzoeken hoe het gesteld is met de vurigheid van geest. Christus in ons en wij vol van de Heilige Geest: de Heere wil het bewerken. Wat zal het tot zegen zijn voor de kerken. Kerkenraden vol van de Geest. Gemeenten die de Geest niet uitdoven. Pinkstergemeenten: de Christelijke Gereformeerde Kerken. Een te hoog ideaal? De Heere Zelf vermaant ons ertoe. Dat is beslissend.

J. Jonkman

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen