Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Promotie drs. Th. Peppink

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Promotie drs. Th. Peppink

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Plechtigheid
Donderdag 15 mei jl. was het een feestelijke dag voor één van de predikanten van onze kerken. Op die dag namelijk promoveerde drs. Th. Peppink uit Kampen aan de Rijksuniversiteit van Utrecht tot doctor in de theologie.
Ds. Peppink was van 1973-1978 gemeentepredikant in Emmen en is sinds 1978 naar art. 6 D.K.O. verbonden aan de kerk van Kampen, vrijgesteld voor het geven van godsdienstonderwijs aan de „Christelijke Hogeschool voor de Kunsten 'Constantijn Huygens' " te Kampen. Daar doceert hij bijbelkennis, christelijke ethiek, christelijke iconografie en geloof en kunst in het kader van de godsdienstwetenschap. Sinds 1995 is hij ook verbonden aan de (eerstegraads) lerarenopleiding van deze Hogeschool.
Vrijwel elke zondag gaat hij in de kerken voor.
De promotieplechtigheid vond plaats in de imposante senaatszaal van het oude Academiegebouw aan het Domplein in de historische binnenstad van Utrecht. Onder grote belangstelling van familieleden, vrienden en collega's verdedigde drs. Peppink daar zijn proefschrift. De titel van de dissertatie luidde: „Gestremde Beweging, een theologisch onderzoek naar de verhouding tussen geloof en kunst bij prof. dr. G. van der Leeuw". Promotor was prof. dr. M.J.G. van der Velden, paranimfen waren: ds. K.T. de Jonge en ds. D.J.K.G. Ruiter.

Verdediging
De eerste die gelegenheid kreeg over het proefschrift vragen te stellen was prof. dr. H.G.L. Peels uit Apeldoorn. Hij wees erop dat prof. dr. G. van der Leeuw een symbiose gezocht heeft tussen het heilige en het schone en dat in een tijd (twee wereldoorlogen) waarin de gebrokenheid van het leven zich zo duidelijk
manifesteerde. Daarom wilde hij weten of bij deze Groninger theoloog geen sprake is van een salontheologie, een theologie die los staat van de werkelijkheid.
Drs. Peppink antwoordde dat voorzichtigheid geboden is in de beoordeling van de houding van prof. Van der Leeuw, al is de vraag inderdaad te stellen of hij het karakter van de toenmalige Duitse overheid voldoende gepeild heeft. Zijn romantische visie zal hier zeker hebben meegespeeld.
Prof. H.W. de Knijff verwelkomde het proefschrift als een poging het werk van prof. Van der Leeuw aan de vergetelheid te ontrukken. Zijn vragen raakten de opzet
van de studie. Hij signaleerde enerzijds de forse kritiek die drs. Peppink vanuit de gereformeerde theologie oefende op de opvattingen van Van der Leeuw en anderzijds de grote aandacht die Peppink besteedde aan de bijbelse gegevens over schoonheid en de esthetica van Calvijn en vroeg zich daarom af of Peppink de vraagstelling van zijn studie (verhouding geloof en kunst bij Van der Leeuw) bewezen achtte.
De promovendus antwoordde dat de persoon en het werk van Van der Leeuw hem hebben aangesproken en dat hij als uitgangspunt heeft gehanteerd dat Van der Leeuw een grote betekenis moet worden toegekend. De uitwerking van de studie is inderdaad een kwestie van plussen en minnen geweest: wat is wel bruikbaar en wat niet?
Prof. dr. C. Graafland vroeg vervolgens naar de argumenten voor de stelling dat Calvijn onderscheid maakt tussen kunst en de algemene genade aan de ene kant en kunst en de bijzondere genade aan de andere kant. En als dat dan juist is, gaat het Calvijn dan om een christen-kunstenaar of om christelijke kunst?
In zijn antwoord maakte drs. Peppink duidelijk dat Calvijn wel degelijk een relatie ziet tussen kunst en de bijzondere genade in Christus. De Reformator uit Genève spreekt over „l' art cretienne" (christelijke kunst).
Prof. dr. Becker informeerde naar de paragraaf uit het proefschrift dat handelt over de antropologie (leer van de mens) en dan bijzonder naar de passage die gaat
over de mens als beeld van God.
Drs. Peppink antwoordde hem dat hij in dit gedeelte vooral een correctie heeft willen geven op de antropologie zoals Van der Leeuw die geeft. Hij wilde laten zien dat de mens ook voor de val wel degelijk mens was.
Prof. dr. Muis vroeg zich af welke argumenten aangedragen konden worden voor de gedachte dat „een theologie van de schepping, die uitgaat van Christus, een natuurlijke theologie kan heten"?
In zijn antwoord verdedigde de promovendus deze stelling met de opmerking dat bij Van der Leeuw scheppingstheologie en natuurlijke theologie geen absolute tegenstelling vormen en bovendien samenhangen met de piramide-structuur van zijn theologie.
De laatste opponent was prof. dr. O.J. de Jong, zelf nog student bij prof. Van der Leeuw geweest. Hij wilde een vraag stellen over Van der Leeuws denken over de vleeswording van Christus in relatie tot het kruis. Maar zijn woorden werden onderbroken door het onverbiddelijke „Hora est" (Het is tijd), waardoor de bespreking van het proefschrift werd beëindigd.

Promotie en felicitatie
Na beraad van de promotiecommissie kon prof. Tieleman meedelen dat op grond van het proefschrift en de verdediging daarvan besloten was aan drs. Peppink het doctoraat in de theologie toe te kennen.
De promotor, prof. dr. M.J.G. van der Velden verrichtte de eigenlijke promotie en overhandigde de bul, voorzien van het grootzegel van de universiteit.
In enkele persoonlijke woorden feliciteerde hij de nieuwe doctor met het bereiken van deze mijlpaal. „Het is een lange weg geweest, waarop tegenslagen u niet bespaard zijn gebleven. Er is dankbaarheid dat het toch tot een afronding is gekomen. Uw proefschrift vraagt - terecht - aandacht voor de in de vergetelheid geraakte prof. Van der Leeuw. Bovendien is door archiefonderzoek nieuw materiaal naar boven gekomen".
Daarna was er onder het genot van een hapje en een drankje gelegenheid dr. Peppink, zijn vrouw en zijn gezin te feliciteren. Velen maakten er gebruik van, zodat het nog lang een gezellige drukte was in de feestzaal van het Academiegebouw.

G. van Roekel

** CORRECTIE EN/OF WIJZIGINGEN (13/06/1997)
De foto bij het onderschrift staat in De Wekker van 6 juni, de eerste foto bij het verslag van de 49e Bondsdag van de BCGV.
Onze excuses voor deze verwisseling.
(De drukkerij)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 mei 1997

De Wekker | 20 Pagina's

Promotie drs. Th. Peppink

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 mei 1997

De Wekker | 20 Pagina's